van der Horst

24H Le Mans: Olivier Gendebien, Ferrari's 'primus perpetuus' in Le Mans

Le Mans 1958, de eerste overwinning van Gendebien met de 250TR58 van de Scuderia Ferrari
Le Mans 1958, de eerste overwinning van Gendebien met de 250TR58 van de Scuderia Ferrari
In de jaren ’50 en ’60 maakten de Belgische piloten furore in de internationale autosport die in deze periode een ongekende bloei kende. In alle takken van de racerij waren onze landgenoten te vinden, de een al wat succesvoller dan de andere. Toch kenden we enkele uitschieters die er echt bovenuit staken. Een ervan was Olivier Gendebien. De Belg die tot 4x toe goud scoorde in de 24 Uur van Le Mans, telkens aan het stuur van een Ferrari. Daardoor kroonde deze stuurvirtuoos zich als “Il Cavallino’s” tot meest succesvolle Le Mans winnaar ooit. Een portret van deze “as du volant”.
Eerste contact
Een schitterende 100% Belgische zege in Le Mans 1960, gerealiseerd door de tandem Gendebien-Frère
Een schitterende 100% Belgische zege in Le Mans 1960, gerealiseerd door de tandem Gendebien-Frère
Olivier’s carrière in de autosport startte na de oorlog. Autosport won in de jaren ’50 enorm aan populariteit. Iets wat Gendebien niet ontging. Hij contacteerde hij een zekere Jacques Swaters, medeoprichter van de “Ecurie Francorchamps” en de latere invoerder van Ferrari, om hem een Veritas RS te verhuren voor zijn racedebuut in de XXII Grand Prix des Frontières. Die vond op 19 juni plaats op het circuit van Chimay. Daarvoor legde hij een bedrag van maar liefst 20 000 Bef neer, een klein fortuin. De richtlijnen voor de wedstrijd waren duidelijk. “Je rijdt je eigen wedstrijd. Zodra er snelle deelnemers in aantocht zijn ga je opzij zodat ze geen hinder ondervinden,” kreeg hij te horen. De dag van de wedstrijd verliep alles vlekkeloos. Zoals afgesproken liet Gendebien zijn concurrenten galant voorbij steken. Na de wedstrijd heerste er algemene verstomming. “Waarom liet je routinier “Pappy” Arthur Legat met zijn Veritas in de laatste ronde voorbij? Hij probeerde je ronden lang tevergeefs in te halen…”, aldus een ontgoochelde wedstrijdleiding.    

Ferrari debuut
Steeds meer en meer raakte Olivier in de ban van de autosport. Hij vond er de grote uitdaging die hij ook voorheen in zijn passie voor de paardensport ervaarde: controle en beheersen van een “vurige kracht” tot een zo efficiënt mogelijke prestatie. 
Op 17 mei 1953 vonden de “Coupes de Spa” plaats op het nationaal circuit van Francorchamps. OIivier vernam van Jerry d’Hendecourt, een gepassioneerd autofanaat en vriend die hij van vroeger kende vanuit het paardenmilieu, dat hij zijn Ferrari 166 MM ingeschreven heeft voor deelname de wedstrijd voorbehouden aan GT en sportwagens. De kwalificatieritten leken Olivier het uitgelezen moment om Jerry een bezoekje brengen. Inmiddels was er een hevige strijd losgebarsten met Max Thirion, te kloppen piloot dat weekend met zijn Jaguar XK120, en nog twee andere Ferrari’s van Jacques Herzet en André Meert. Verschillende pogingen om de beste tijd tijdens de kwalificaties te realiseren mislukten. “Wil jij eens een keertje proberen Olivier,” vroeg Jerry ontgoocheld. Een vraag die je geen twee maal hoefde te stellen hoewel Gendebien aanvankelijk toch aarzelde. Nooit eerder had hij op Francorchamps gereden. Hij accepteerde de uitdaging. “Overschrijd nooit 7500 t/min,” verwittigde d’Hendecourt. Na enkele opwarmingsronden gaf Gendebien de 166 MM de sporen. Tot zijn grote verbazing bereikte de Ferrari tijdens de afdaling van Masta onmiddellijk zijn maximale toegelaten toerental. Zoals afgesproken hield Olivier zich aan de afspraak. Een tweetal ronden later dook hij weer de pits in en vertelde zijn vriend zijn ervaring met de voorbarige conclusie dat de eindreductie van de Ferrari misschien te kort was. Die reageert verbaasd en tracht zoveel mogelijk details over de eigenaardige situatie te weten te komen. Tot zijn grote ontsteltenis kwam Olivier ter ore dat de Ferrari over vijf versnellingen beschikte. Een technisch zeer ongewoon hoogstandje in die tijd waarvan hij niet werd ingelicht. Dat verklaarde waarop hij onmiddellijk het maximale toerental bereikte tijdens de afdaling van Masta! Met deze openbaring sprong Gendebien meteen terug in de Ferrari. Kort daarop klokte hij de snelste tijd en verwees Thirion naar een tweede stelling. De vooravond van de wedstrijd stelde Jerry sportief voor dat Olivier in zijn plaats de wedstrijd de volgende dag zou rijden in zijn plaats. Zo gezegd zo gedaan. De wedstrijd ontspon in een bloedstollende strijd tussen de deelnemende Ferrari’s en de Jaguar van Thirion. In het heetst van de strijd snel haakte de Britse GT af. Ook de 212 Inter van Meert schoot tekort waarop een duel losbrak tussen Gendebien en Herzet. Kopposities wisselenden constant, records werden geklopt. Tijdens de voorlaatste ronde op het stuk tussen Burnenville en Masta sloeg Olivier erin een gestage voorsprong op te bouwen. Voldoende om wat later een prachtige overwinning op zijn naam te schrijven, de eerste met een Ferrari maar zeker niet de laatste! 

Sterke prestaties
De volgende jaren ontpopte Olivier zich als een echte veelzijdige piloot die zich thuis voelde in alle disciplines. Lange rally raids waaronder Luik-Rome-Luik, de 14 000 km lange Alger-Le Cap Rally en de Tulpenrally die hij samen met Pierre Stasse won aan het stuur van een Alfa 1900 TI. Ook nationale wedstrijden waaronder de 12 Uur van Hoei en de Rallye des Routes Blanches bleken een kolfje naar zijn hand. Samen met zijn neef Jacques Washer, een getalenteerde navigator, vormden ze een ijzersterk duo. Op 10 juli 1955 verscheen Gendebien aan de start van de IX Coppa d’Oro delle Dolomiti. Daar versloeg hij de 750 Monza van Eugenio Castellotti, een rasechte racer ingeschreven door de Scuderia Ferrari!

Il Commendatore
De start van de 24 uursrace van Le Mans in 1961. Olivier Gendebien spurt zich naar zijn Ferrari met startnummer 10
De start van de 24 uursrace van Le Mans in 1961. Olivier Gendebien spurt zich naar zijn Ferrari met startnummer 10
De spectaculaire zege in de “Coppa d’Oro delle Dolomiti” in 1955 kwam Enzo Ferrari al snel ter ore. Reeds een tijdje had hij de uitstekende resultaten van “Il giovane Belga” in het vizier die zich duidelijk in de kijker reed sinds zijn “bijna overwinning” in het GT-klassement van de Mille Miglia dat jaar. Nog dezelfde avond zelf kreeg Olivier bezoek van Nello Ugolini, directeur van de Scuderia Ferrari. Die bracht de boodschap dat Enzo Ferrari hem dringend onder vier ogen wilde spreken. Een beetje verbaasd aanvaarde hij het voorstel. Kort daarop meldde Gendebien zich present in Maranello. Na een lang gesprek verliet “l’écureuil des Ardennes”, zoals Enzo hem noemde, de plaatselijke fabriekspoorten met een contract op zak, als fabriekspiloot voor Ferrari met onmiddellijke ingang en het volledige seizoen van 1956. In augustus had XVII Aosta-Gran San Bernardino plaats. Een gereputeerde heuvelklimwedstrijd waar fabrieksteams van Ferrari als Maserati officieel aan deelnamen. Deze wedstrijd betekende het debuut van Gendebien in de Scuderia Ferrari. Met een 500 Mondial eindigde hij eerste in de 2-liter klasse, goed voor een 2de plaats in het algemene klassement, achter zijn teamgenoot Umberto Maglioli met een 750 Monza maar voor de Maserati’s. Nogmaals een geslaagd debuut!    

Phil Hill
In 1956 nam de Scuderia voltallig deel aan de Argenijnse Temporada, de seizoensopener van het WK der Piloten (zoals de F1 toen heette) en het WK der Merken (huidig bekend als Word Endurance Championship, kortweg WEC). In de uithoudingswedstrijd, de 1000 km van Buenos Aires, vormde Gendebien voor het eerst een team met Phil Hill aan het stuur van een Ferrari 857 S. Het “Autódromo Municipal-Avenida Paz”, een natuurlijk circuit op bestaande wegen inclusief een grote rotonde, bleek al snel moordend zwaar te zijn voor zowel de piloten als voor de techniek. Vooral de remmen kregen het hier bijzonder hard te verduren. Gendebien-Hill trotseerden de moeilijke omstandigheden met brio om als eerste Ferrari, net achter de winnende Maserati 300 S van Moss-Menditéguy, te finishen. Meteen wordt hierdoor het magische duo gevormd dat zich, zeker in Le Mans, nog veel van zich zou laten horen. Voor langere, niet circuitgerelateerde wedstrijden vormde hij dan weer een perfecte tandem met zijn neef Jacques Washer. Zo wonnen beiden wonnen het GT-klassement in de Giro di Sicilia en de Mille Miglia voor een horde fabrieks 300 SLs aan boord van een Ferrari “Berlinetta” 250 GT. Ook latere jaren bleek de combinatie Gendebien-Washer-Ferrari 250 GT “LWB” ongenaaktbaar. Daarvan getuigden de vele overwinningen waaronder een viervoudige zegenreeks in de “Tour de France Automobile”, tweemaal de 12 Uur van Reims, de Giro di Sicilia en de Gran Premio Tazio Nuvolari, een prestigieuze wedstrijd tussen Mantova en Brescia die tijdens de Mille Miglia werd verreden.        

Le Mans
Een derde zege van Olivier in de 24 uur van Le Mans 1961, de vijfde voor Ferrari
Een derde zege van Olivier in de 24 uur van Le Mans 1961, de vijfde voor Ferrari
Uiteraard stond de prestigieuze Grand Prix d’Endurance des 24 Heures van Le Mans van in begin op het verlanglijstje van Gendebien. Hoewel zijn eerste deelname reeds in 1955 plaatsvond met een bescheiden Porsche van de ENB verscheen hij in 1956 aan de start aan het stuur van een 625 LM van de Scuderia Ferrari die hij met Maurice Trintignant deelde. Ondanks zijn bescheiden 2,5 liter motor reed het duo reed een intelligente wedstrijd en klom op van 6de plaats het eerste wedstrijduur naar een mooie derde stelling achter de winnende Jaguar D-Type en de Aston DBR-S. Ook in 1957 verscheen Olivier met Trintignant aan de start van de uithoudingsklassier die werd georganiseerd op het circuit van de Sarthe. Ditmaal gaf hij de splinternieuwe 250 Testa Rossa de vuurdoop. Spijtig genoeg diende hij zijn strijd te staken nadat een zuiger van de krachtige V12 de geest gaf. Een eigenaardige situatie. Dezelfde motor zat onder de motorkap van zijn Berlinetta 250 GT waarmee Gendebien ervoor probleemloos de “Giro di Sicilia” won. Een topprestatie die iets erna in de “Gran Premio Nuvolari”, een wedstrijd tussen Mantova en Brescia die een stuk deel uitmaakte van de Mille Miglia, wist te herhalen. 

1958 betekende de absolute doorbraak voor Gendebien in Le Mans. Dat jaar vergezelde Phil Hill hem voor de ultieme uitdaging op het Sarthe-circuit. Erbarmelijke weersomstandigheden maakten het dat jaar de traditionele loodzware wedstrijd tot een bijna onmogelijke opdracht. Toch de doorzwom de magische tandem de hevigste stormbuien en schreef geschiedenis. De Scuderia stond oog in oog met het fabrieksteam van Aston Martin. Stirling Moss nam een zeer sterke start en vertoefde prompt op kop. Ferrari maakte gebruik van een “legendarische” Le Mans strategie, die van “de haas” waarbij een of meerdere wagens van hetzelfde team de concurrentie probeert op te jagen, in de hoop dat ze de strijd niet overleven! En effectief, na het 2de wedstrijduur ging de leidende Aston aan de kant met een oververhitte motor. De 250TR/58 vertoefde reeds vanaf het 3de wedstrijduur op kop, om de leiding niet meer af te staan. Hiermee was de 3de overwinning voor Maranello in zijn geschiedenis een feit.   

Na een jaartje minder verscheen Gendebien opnieuw op de erelijst van Le Mans. Dat jaar was het Paul Frère die hem flankeerde bij zijn 2de succes in “La Sarthe” aan boord van de Ferrari 250 TR/60. Dit is tot hiertoe de enige 100% Belgische overwinning. Toch ging het er niet makkelijk aan toe. Een toenmalige reglementswijziging dicteerde dat de voorruit van de open wagens het volledige gezichtsveld van de piloot diende te “masqueren”.  Een regel die in de praktijk tot een regelrechte ramp uitdraaide. Zeker bij regen die er met momenten met bakken uitviel waardoor je werkelijk niets meer zag. Sommige piloten konden nog net boven de ruit uit kijken. Anderen gebruikten een kussen om hoger te zitten. In 1960 domineerde “Il Cavallino Rampante” Le Mans compleet met 6 wagens in de top 7.

Speciaal voor Le Mans 1961 kwam Maranello aandraven met een duo 250 TRI/61s. Een voor Olivier Gendebien-Phil Hill en de andere voor Mike Parkes en de Belg Willy Mairesse die voor het eerst aantrad met een sportprototype van de Scuderia op La Sarthe. Tijdens de wedstrijd geraakte Gendebien-Hill verwikkeld in een bloedstollend duel met de “Rodiguez-broers” die een Dino 246 SP van NART piloteerden. Om 14.10u sloeg Luigi Chinetti, teambaas van NART, alarm. Een losgeslagen olieleiding had de smering van de motor in het gedrang gebracht. De bolide kon de pits nog bereiken, maar het feest was over…  Hoewel Gendebien het nu wat rustiger aan kon doen bleef hij nog steeds zeer scherpe tijden draaien. Het absolute afstandsrecord lag voor het grijpen! 

Na zijn verpletterende 4de overwinning in de etmaal race van Le Mans 1962 zette Gendebien een punt achter zijn carrière
Na zijn verpletterende 4de overwinning in de etmaal race van Le Mans 1962 zette Gendebien een punt achter zijn carrière
De 24 Uur van Le Mans in 1962 zal Gendebien’s laatste “officiële” wedstrijd worden. Traditioneel verscheen hij aan de start met zijn collega Phil Hill. Dat jaar werd het WK voor merken voor de eerste maal uitgeschreven voor Gran Turismo wagens. Toch schreef de Scuderia Ferrari hem in op een 330 TRI LM, een experimenteel prototype voorzien van een dikke vier liter V12 motor. Het zou Olivier’s makkelijkste overwinning op de Sarthe uitdraaien in zijn carrière. Reeds tijdens de kwalificaties bleek de weinig homogene Ferrari almachtig zodat de wedstrijd eerder zou lijken uit te draaien op een “gezondheidswandeling” voor het Belgo-Amerikaanse expertenduo met weinig uitdaging. Een zeer speciale Ferrari GTO voor Parkes-Bandini, uitzonderlijk voorzien met dezelfde 4 liter motor als hun prototype, kon eventueel het hun wel moeilijk kunnen maken. Zowel Gendebien als Hill namen het zekere voor het onzekere en reden een voorzichtige wedstrijd met respect voor de mechaniek. Gecontroleerd met brio. Typisch Gendebien! Deze uitzonderlijke “feeling” maakte hem misschien wel de meest bekwame “uithoudingspiloot” ooit in de geschiedenis. Zeg maar de Fangio van de endurance! Reeds in de eerste ronde schoof Parkes met de experimentele GTO in Arnage van de baan en rijdt zich vast in de zandbank. Vanaf het 2de uur vertoefde de rode Ferrari op kop en ging regelmatig in gevecht met de Dino 246 SP van de gebroeders Rodriguez. De Mexicaanse broers die later terugvallen en tenslotte opgaven met een slippende koppeling! Nu lag de weg helemaal open voor Olivier die zijn vierde en laatste overwinning op Le Mans vierde! Na de aankomst nam hij een grote beslissing. Nooit zou hij nog deelnemen aan internationale wedstrijden. Een donderslag bij heldere hemel voor omstaanders maar Gendebien had er goed over nagedacht. Het was voldoende zo! Ferrari de vervolgens de volgende jaren nog drie maal de 24 uur van Le Mans waardoor het aantallen overwinningen op Le Mans stijgt tot 9 zegens. Een record dat tot in 1984 standhield!   


Tekst: Alec Lavaerts
Foto’s: Ferrari en collectie auteur



Dit artikel werd gepubliceerd door de redactie in 24 Heures du Mans op zaterdag 10 juni 2023.
  • Dreamdrive

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons