Opinie: Waarom het weigeren van GT3 (voorlopig) de juiste keuze is
GT3 begon nochtans in 2008 in België meer dan behoorlijk. Met meer dan 15 GT3's, zowat een vervijfvoudiging van de potentiële winnaars ten opzichte van het seizoen ervoor. Enkel, de internationale GT3-markt evolueerde en de wagens die initieel relatief dicht aanleunden bij straatversies kweekten hoe langer hoe meer balls... GT1-proporties namen de wagens dan wel nooit aan, de kosten stegen eveneens, mede te wijten aan de vele updates doorheen de verschillende seizoenen. De huidige situatie? Tijdens de Belgian Masters afgelopen maand zagen we vijf GT3's aan de start waarvan er geen enkele zonder kleerscheuren de finishvlag zag. Klaagde men halfweg het vorige decennium steen en been dat de top 3 de rest van het veld op meer dan een ronde reed, dan eindigde de vierde in het klassement tijdens de laatste BRCC-race ook op dergelijke afstand. De tiende in de uitslag kreeg overigens evenveel ronden aan de broek dan dat er wagens voor hem eindigden en dat na een race die geneutraliseerd werd door de pace car... Is dat een maatstaf voor succes? Neen absoluut niet, maar het is wel tekenend in dit geval.
Het seizoen 2014 begon nochtans goed, met een tiental wagens die intrinsiek konden kampen om als eerste afgevlagd te worden. Kronos Events verbaasde vriend en vijand met dergelijk startveld voor de eerste race, zeker na de negatieve tendens van jaargang 2013. Enkel, naarmate het seizoen vorderde, decimeerden de deelnemersaantallen; zeker wat betreft de kop van het veld. Pas toen werd het oude zeer (opnieuw) pijnlijk duidelijk: zonder brede schouders, valt ook de smalle buik van het peloton op; een heikel punt waar ook de Belcar-organisatie toendertijd op stootte. Belcar splitste in Belgian GT, dat de "dikke wagens" groepeerde voor (veelal) sprintraces, en Dunlop Sport Max Endurance Cup (DSMEC), welke een relatief betaalbaar platform bood met hoofdzakelijk endurance races zij met een iets oudere en/of minder potente wagen. "Fun" voor "Glamour" zeg maar. De deelnemersvelden van de eerste groep verminderden langzaam maar zeker, terwijl de laatstgenoemde groep simpelweg boomde. Is een groot deelnemersveld een maatstaf voor succes bij het bredere publiek? Absoluut niet, dat zou maar al te kort door de bocht zijn, maar voldoende interesse van het bredere publiek is er doorgaans ook niet met kleinere startvelden...
Belgian GT bracht dan misschien veel knappe bolides samen, het "amateur" kampioenschap dat voortgegroeid was uit de Zolder Touring Cup ontpopte zich tot een serie die perfect leek te weten wat een grote groep praktiserende autosportliefhebbers verwachtte. Het resultaat van het eerstgenoemde concept kennen we ondertussen, terwijl de DSMEC zichzelf met kinderlijk gemak in stand leek te kunnen houden. Het succes van de DSMEC werd evenwel gefnuikt en dat is de dag van vandaag ten dele terug te vinden in de Belgian Gentlemen Drivers' Club (BGDC). Ook daar hetzelfde principe: relatief bescheiden wagens die toelaten om te racen tegen een beperkt budget. Het verleden herhaalt zich? Of belangrijker: een aanwijzing voor de geheime ingrediënten van een succesformule?
De oplossing voor BRCC ligt dan ook in een logische stap vanuit een serie als BGDC naar een nationaal kampioenschap. Dat BK heeft, zoals het verleden bewezen heeft, meer kans op slagen met een goed gevulde buik, dan wel met een opvallende kop. Geef de amateurs met voldoende financiële slagkracht de kans om hun kunnen te bewijzen in BRCC, bijvoorbeeld met wagens die afgelopen seizoen uitkwamen in GT Cup en hou die bolides ook effectief enigzins betaalbaar en dat voor langer dan één seizoen. Eens BRCC financieel gezond is, de aanwezigheid van sponsoren incluis, kan getracht worden de kop iets prominenter te maken, daarbij het elementaire respect voor de amateur behoudend natuurlijk. De gemiddelde rijder in België heeft op dit ogenblik (helaas) niet de mogelijkheden om zich een GT3 aan te schaffen, laat staan deze af te schrijven over een periode van één jaar.
Is de beslissing van Kronos dan alleen maar goed nieuws? Neen zeker niet. Eerst en vooral zijn de teams met een GT3 (zwaar) de dupe. Zij worden verplicht om uit te wijken naar andere series willen ze hun duur doch knap materiaal nog in stelling brengen (en zo financieel kunnen afschrijven). Niet alle sponsoren zijn evenwel warm te maken voor een programma dat zich hoofdzakelijk buiten de eigen landsgrenzen afspeelt... Anderzijds zijn er ook de fans. Menige fan ziet liever 10 top GT3's strijden op het scherpst van de snee dan neem nu evenveel Honda Civic's. Voor dat eerste biedt SRO via de Blancpain GT Series evenwel ondertussen een mooi alternatief, dat niet alleen via Internet uitstekend te volgen is, maar komend seizoen ook tweemaal in België de tenten opslaat. Is dat een ideaal alternatief? Neen, hoegenaamd niet! Maar....
In een land als België is er met de huidige schare teams en rijders en binnen de huidige economische realiteit voorlopig geen plaats voor dure GT3's als topklasse in een Belgisch Kampioenschap. Voorlopig, want zowel de monetaire situatie als de aanwezigheid van het element team/rijder kan veranderen, wat een gecontroleerde instroom van GT3 wel mogelijk zou kunnen maken. We gaan er dan gemakshalve van uit dat aan het element "België" niets verandert...
Foto's: Marnik Mouchaers, Martijn Wouters & Belgian GT Championship
Tweet