van der Horst

4 Uur van Monza 1971: Toine Hezemans en de Alfa GTAm: het onklopbare duo

Hezemans met de Alfa GTAm zorgde voor een prachtige zege!
Hezemans met de Alfa GTAm zorgde voor een prachtige zege!
Vandaag, dag op dag 50 jaar geleden, ging het Europees Tourwagenkampioenschap van start op de Autodromo di Monza. Een rijk startveld gr. 2 wagens tekende present. Tijdens de winterstop hadden de deelnemers niet stilgezeten. Zowel BMW als Ford stelde alles in het werk om hun nederlaag van het jaar voordien te vergeten, toen Toine Hezemans met Alfa Romeo de Europese titel in de wacht sleepte. Nieuwkomer Opel hoopte ook een graantje te kunnen meepikken, net als Ivo Grauls met zijn indrukwekkende Camaro. De wedstrijd groeide uit tot een ware uitputtingsslag waarbij het brio van Hezemans en de efficiëntie van de GTAm nogmaals triomfeerden.

Populariteit

Sinds de jaren ‘60 kende toerwagenraces een immens succes. “Deur tegen deur”-wedstrijden met al dan niet speciale klaargestoomde tourismewagens, gepiloteerd door de beste piloten waaronder heel wat F1-helden, stonden garant voor nooit gezien spektakel. Een geniale formule die autosport populairder maakte dan ooit voorheen wat zich telkens vertaalde in overvolle tribunes. Deze tendens zette zich verder in de jaren zeventig. In 1970 toonde het “nieuwe” groep 2 reglement zich bijzonder liberaal waardoor de aanvankelijk vrij standaard toerwagens doorevolueerden tot ware racewagens. Dat jaar stak de Alfa 1750 GTAm de dikke BMW Alpina 2800 CS, de Chevrolet Camaro en de Ford Capri RS de loef af. Met de Milanese bolide schopte “Flying Dutchman” Toine Hezemans het tot Europees kampioen. Voor het volgende seizoen was de concurrentie uit op weerwraak. Kosten noch moeite werden gespaard. Meer dan ooit zocht men de grenzen van het technisch reglement op om zo’n competitief mogelijke tourwagenracer te bouwen.     

Strijdmachten

Zoals de traditie het wil, vond de eerste afspraak van het kersverse seizoen in 1971 plaats op het circuit van Monza voor een 4 uur durende wedstrijd. Van de 107 aangemelde kandidaten selecteerde men er een veertigtal.

Autodelta, het fabrieksteam van Alfa Romeo, trad aan met een tweetal GTAm’s, geschoeid op Firestone-banden. Een exemplaar voor Toine Hezemans en een andere voor Carlo Facetti-Teodoro Zecolli. Voor het nieuwe seizoen onderging de GTAm nauwelijks wijzigingen. Omwille van commerciële redenen werd het type voortaan omgedoopt tot 2000 GTAm. Erger nog, de FIA besliste om de kampioenenwagen van het vorige seizoen van 50 kg extra ballast te voorzien. Een 4-tal privéwagens vervoegden de fabriekswagens. Voor deelname aan Divisie 1, de klasse tot 1300 cc, schreef Autodelta 3 GTA Juniors in. Een voor Gianluigi Picchi, één voor de tandem Allesandro Umberti-Vittorio Venturi en een derde voor Luigi Colzani-Ansano Cecchini. Verder flankeerde een drietal privé-ingeschreven GTA Juniors de officiële equipe.

Alpina stoomde de BMW 2800 CS gr. 2 klaar, die in overeenstemming met het reglement werd uitgeboord tot een 3 liter. Een krachtige machine die zo’n goede 90 pk meer ontwikkelde dan de Alfa GTAm, maar zwaar leidde onder overgewicht. De Duitser legde zo’n 280 kg meer in de schaal dan de Italiaan. Meer dan ooit keek men uit naar de CSL, de ‘Leicht’ uitvoering…  2 exemplaren traden in de arena. Een voor Diether Quester-Dieter Basche en een andere voor Gunther Hubert-Gerard Larousse. Daarnaast schreef BMW Alpina nog een duo 2002's in voor Gerold Pank-Ferfried Prinz Von Hohenzollern en Joachim Stuck-Rene Herzog. Tot grote verbazing bleken deze “officiële” 2002's de duimen te moeten leggen voor identieke modellen klaargestoomd door privétuner Koepchen.

Fitzpatrick met de Escort BDA toonde zich zeer competitief
Fitzpatrick met de Escort BDA toonde zich zeer competitief
Ford Keulen trad in vol ornaat aan met de laatste evolutie van de Capri RS. Een indrukwekkende verschijning met een 2,8 liter motor die zo’n 55 pk meer vermogen produceerde dan de Alfa GTAm en daarbij slechts 50 kg meer woog. Voor deelname aan Divisie 2 (tot 2000 cc) verraste Ford vriend en vijand met een zeer speciale Escort, de RS 1700, alias BDA. Een heuse racer met een Cosworth FVC motor die in die tijd ook terug te vinden was bij de Chevron en Lola prototypes. Een pikante cocktail die zo’n slordige 15 pk meer uitbraakte dan de GTAm, en 150 kg minder woog, waarmee John Fitzpatrick en Jochen Mass aan de slag konden!

Grauls met de dikke Camaro, de pechvogel van de race
Grauls met de dikke Camaro, de pechvogel van de race
Steinmetz vertegenwoordigde Opel en trad aan met een speciale Commodore, uitgeboord tot 3 liter voor Arturo Merzario-Gerard Schüler. Een aanvankelijk door Conrero geprepareerd exemplaar gaf forfait. De Belgische spektakelman Ivo Grauls kwam op de proppen met zijn dikke Camaro Z28, voorzien van een 580 pk sterke NASCAR-motor! De 1400 kg zware Amerikaan zou de hoogste topsnelheid claimen die ongeveer 290 km/h bedroeg. Tijdens de wedstrijd zou Grauls zijn pk-zwanger monster delen met Hoffmann. In Divisie I maakte de Fiat 128 zijn debuut onder Scuderia Filipinetti vlag. In afwachting van de 1,3 l motor uit de 128 Rally dienden de kleine bolides zich tevreden te stellen met de bescheiden 1149 cc motor.

Kwalificaties

Tijdens de kwalificaties maakte Ford onmiddellijk zijn intenties duidelijk. Diether Glemser klokte met zijn Capri de pole, gevolgd door de “Fitz” met de Escort. Op de tweede startrij vonden we de tweede Capri, gepiloteerd door Mazet en de BMW Alpina van Dieter Quester. Daarachter de eerste Alfa van Facetti en de 2800 CS van Hubert. Grauls deelde startrij 4 met de Alfa van Hezemans. Schüler realiseerde met de enige Steinmetz Commodore een 11de tijd. De Opel vertoonde steeds oververhittingsverschijnselen dus werd er voor de wedstrijd zelf beroep gedaan op de reservemotor. Een mildere versie die zo’n 25 pk minder uitbraakte. In Divisie 1 domineerden de GTA Juniors van Colzani voor Gianluigi Picchi.  

Wedstrijd

Glemser met de Capri RS leidde het eerste deel van de wedstrijd
Glemser met de Capri RS leidde het eerste deel van de wedstrijd
De dag van de wedstrijd schaarden donkere wolken zich over de autodroom van Monza. Een kleine bui in de voormiddag maakte het circuit tamelijk glad, dus uitkijken was de boodschap. Na het startsein namen de Fords meteen het voortouw. Glemser leidde, gevolgd door de tweede Capri die de Escort wist te verschalken. Daarachter pikte Quester aan, op zijn beurt op de hielen gezeten door een bende Alfa’s. Facetti leidde voor Hezemans en de privé-GTAm van Harald Ertl. Na de eerste ronde sloeg de leidende Capri erin zich los te maken van de kopgroep. Even later zocht Quester de pits op omwille van een carburatieprobleem. De mecaniciens controleren, maar vinden niets en sturen de 2800 CS weer de piste op. De Oostenrijker gaat er als een bezetene van door en gaat vervolgens in de fout. Een euvel dat hem 3 ronden zou kosten.

Grauls, die een slechte start kende, was inmiddels ook aan een indrukwekkende remonte bezig. Al snel vervoegde de Camaro de voorste gelederen en nestelde zich zelfs op een tweede plaats! Spijtig genoeg was de vreugde echter van korte duur. Een losgekomen uitlaat dwong de dikke Amerikaan de pits in voor een snelle herstelling. Na 20 minuten wedstrijd bleven de posities ongewijzigd. De Ford-trein denderde verder, gevolgd door de eerste BMW Alpina en de drie Alfa’s. Een ronde later sloeg het noodlot toe voor Mazet die de pits opzocht wegens een koelingsprobleem. Hierdoor kon de Escort RS doorstoten naar een tweede stek, gevolgd door de 2800 CS en de Alfa’s... Inmiddels was een opnieuw ontketende Grauls aan een indrukwekkende inhaalwedstrijd begonnen en verschalkte de ene na de andere concurrent alsof het niets was!

Na 2 uur wedstrijd braken de reguliere pitstops aan. Larousse, die net het stuur van Hubert had overgenomen, werd verrast door een deelnemer die in de Parabolica was rondgegaan. In zijn poging om een aanrijding te vermijden, ging Gerard van de ideale lijn waarop een steen de “Securit” voorruit van de BMW Alpina compleet verbrijzelde. Een poging om zonder voorruit te rijden bleek niet mogelijk waardoor de 2800 CS de strijd diende te staken. Na 2 uur leidde de Capri RS nog steeds de dans. Op 1’46” volgde Mass met de Escort, achterna gezeten door Facetti met de GTAm, Grauls (!) en Hezemans. Een scenario dat nog lang bleef duren, totdat Fitzpatrick met de BDA in de ronte ging. Door het immense tempo sleten banden sneller dan voorzien. De grip verdween als sneeuw voor de zon! Beetje bij beetje kwamen de Alfa’s, die op vinkentouw zaten, dichterbij de voorste gelederen. De Camaro van Grauls ondervond hinder van de inderhaast herstelde uitlaat die steeds terug loskwam. Van pech gesproken!

Quester met de Alpina 2800 CS, ondanks vele problemen toch mooi 2de
Quester met de Alpina 2800 CS, ondanks vele problemen toch mooi 2de
Net voor het derde wedstrijduur sloeg Ford teambaas Jochen Neerpasch alarm toen de leidende Capri de pits binnenreed met… oververhittingsproblemen. Ditmaal was het het riempje van de waterpomp dat de geest gaf. Men verving het onderdeel, maar tevergeefs, het kwaad was geschied. Twee ronden later stond Glemser aan de kant met een stukke cilinderkoppakking, einde oefening! Kort daarop nog drama! Zecolli, die inmiddels in tweede stelling reed, zocht ook de stands op wegens een slippende koppeling. Fitzpatrick leidde inmiddels met 1’22”, achterna gezeten door een ontketende Hezemans die stelselmatig de druk verhoogde! Erl, met een privé-GTAm, reed op een derde plaats en voelde de hete adem van Quester in zijn nek. De spanning was te snijden. Strategieën werden herzien. Hoe zat het met de banden, de remmen, het brandstofverbruik? Nu kwam het brio van Hezemans naar boven.

Een uitgeputte maar tevreden Hezemans die de 4 uur durende wedstrijd helemaal alleen reed
Een uitgeputte maar tevreden Hezemans die de 4 uur durende wedstrijd helemaal alleen reed
De “Flying Dutchman” had steeds zijn materiaal gespaard en kon echt voluit gaan! John Fitzpatrick reageerde prompt en voerde gestaag het tempo op. 20 minuten voor het einde kwam er een abrupt einde aan de strijd. In zijn poging om de opkomende Italiaanse bolide af te houden, ging de Escort-rijder tot het uiterste en vroeg teveel van zijn banden. Een klapband zorgde voor een onverwachte pitstop waardoor Hezemans de leiding in de wedstrijd overnam. Maar ook voor de Alfa-piloot bleef het bijzonder spannend. De overgebleven BMW Alpina van Quester volgde op minder dan een ronde en de GTAm had onvoldoende brandstof aan boord. Een perfecte ‘splash and dash’ door de Autodelta mecaniciens in slechts 16 seconden verzekerde Toine de verdiende overwinning, aan een gemiddelde van 183,655 km/h! Een nieuw record! Quester-Basche eindigde tweede, de privé-Alfa GTAm van Erl derde en de Escort behaalde een mooie vierde plaats. Als kers op de taart haalde Alfa Romeo ook zijn slag thuis in Divisie 1 met Picchi op GTA Junior, negende algemeen. De Belgische tandem Mathay-Xhenceval reed een “anonieme wedstrijd” en eindigde zevende. Grauls, ondanks alle problemen, behaalde een veertiende plaats en “Christine” finishte zestiende.

Tekst: Alec Lavaerts
Foto’s: Archief Alfa/Autodromo di Monza



Dit artikel werd gepubliceerd door de redactie in Circuit op zondag 14 maart 2021.
  • De Swert Opticiens

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons