van der Horst

Grand Prix de Belgique des 24 Heures 1932: een historische dubbelslag voor de Scuderia Ferrari

Scuderia Ferrari
Scuderia Ferrari
Dat Alfa Romeo negentig jaar geleden de etmaalwedstrijd van Spa-Francorchamps voor de vierde maal op zijn naam schreef, verbaasde nauwelijks. Na een bloedstollende wedstrijd trok uiteindelijk de Scuderia Ferrari als officiële vertegenwoordiger van het Milanese merk het laken naar zich toe met een mooie 1-2. Een schitterende prestatie van de renstal uit Modena die in ’32 zijn debuut maakte in de Ardeense uithoudingsklassieker. Ook voor Alfa een mooie aanvulling op de driedubbele overwinning in Le Mans dat jaar.

Le Mans

Raymond Sommer
Raymond Sommer
Net als de vorige edities kondigde de “GP de Belgique des 24 Heures” zich aan als een uithoudingsproef die  evenwaardig was aan de prestigieuze etmaalwedstrijd op Le Mans, hetzij in een andere context. Zo vertoonde het circuit van Francorchamps eerder een vloeiend traject met meer aansluitende, snelle bochten en hoogteverschillen in schril contrast tot Le mans waar lange, vlakke stukken met meer haakse bochten het karakter van het tracé dicteren.

Acte de présence

Taruffi raast voorbij de gecrashte MG van Clifford
Taruffi raast voorbij de gecrashte MG van Clifford
Voor de deelname aan de etmaalwedstrijd op Francorchamps in 1932 meldden zich 35 deelnemers aan. Op zich zeker niet slecht te noemen, want in juni verschenen er slechts 26 op het appel in Le Mans. Ook dit jaar was Alfa Romeo de gedoodverfde favoriet. Sinds zijn debuut deed de suprematie van de gloednieuwe 8C 2300 de concurrentie verbleken. De “grote” achtcilinder uit Milaan herbergde dynamische kwaliteiten en de extreme betrouwbaarheid van Alfa’s “kleine” zescilinders. Maar ditmaal zorgde een gloednieuwe aangeblazen 8-in-lijn voor bijna een verdubbeling van het vermogen. Daardoor was het gebrek aan pk’s, waarmee de 6C 1750’s in het verleden op bepaalde momenten tekort schoten tegenover de “Big Bentleys” en de Mercedes SSK’s met hun 7,1 liter compressormotoren, compleet teniet gedaan.

Doré-Teuret - BNC
Doré-Teuret - BNC
Een formule die duidelijk zijn vruchten afwierp, want de Alfa 8C 2300 behaalde zomaar even viermaal goud in Le Mans. Kwaliteiten die zelfs de “Bentley boys” aanzetten tot het vervangen van hun Britse bolides door de nieuwe Italiaanse raspaarden. Op de deelnemerslijst prijkten vier exemplaren. De Scuderia Ferrari als officiële vertegenwoordiger van Alfa Romeo schreef een tweetal 8C 2300 MMs, de versie met korte wielbasis, in. Een exemplaar voor Eugenio Siena - Antonio Brivio en andere voor Piero Taruffi - Guido d’Ippolito. Spa was de allereerste internationale “officiële” verplaatsing voor de renstal van Enzo Ferrari. Die was voorheen enkel nationaal en achter de schermen actief op een enkele deelname aan de Grote Prijs van Budapest na. Speciaal voor de gelegenheid sierden de “Scudetto’s” met het steigerende paardje als embleem voor het eerst de motorkap van beide wagens. Zoals gewoonlijk waren de wagens van de “Scuderia” uitgerust met Belgische Englebert banden. “Bentley Boys” en voormalig Le Mans-winnaars van het jaar ervoor met een Alfa achtcilinder (!) Lord Earl Howe en Sir Henry Birkin verschenen aan de start met hun 8C 2300 LM, de versie met lange wielbasis. Tenslotte tekende Raymond Sommer, de kersverse Le Mans-winnaar met Luigi Chinetti, present met zijn Alfa 8C 2300 LM. Voor de gelegenheid verving Jean Delmer Chinetti in Francorchamps. Net als de wagens van de Scuderia Ferrari reed Sommer zelf zijn Alfa via de openbare weg naar Francorchamps.

Kleine NBC die uitkwam in de kleinste klasse
Kleine NBC die uitkwam in de kleinste klasse
Hoewel de directe concurrentie vrij schaars bleek, diende men zeker rekening te houden met de Mercedes-Benz SSK van Henri Stoffel-Dimitri Djordjaze, een gelijkaardig exemplaar dat als enige de vooroorlogse Alfa dominantie wist te doorbreken door het jaar voorheen de Belgische 24 Uur op zijn naam te schrijven. Een magere delegatie van Bugatti aan de start in 1932: oorspronkelijk stonden een viertal exemplaren op de deelnemerslijst, maar uiteindelijk verscheen enkel de Bugatti T37 aan de start van Alphonse Evrard, de Belgische “gentlemen driver” die het jaar ervoor de eerste editie van Luik-Rome-Luik won.

De gebroeders Notomb met hun De Soto
De gebroeders Notomb met hun De Soto
Groot nieuws was dan wel weer een heuse fabrieksdeelname van FN, dat een drietal splinternieuwe achtcilinders van het type 832 met Roadster carrosserie inschreef. Hun objectief: de “Beker van de Koning” binnenrijven. Een felbegeerde prijs voor de beste gemeenschappelijke prestatie die ook Lancia - via de Belgische invoerder François Gouvion - als Amilcar en BNC viseerden. Verder telde het deelnemersveld tal van exoten waaronder een De Soto van de gebroeders Nothomb en de opvallend goed presterende Rally NCP van Le Mans-habitués Jean Danne en Jacques Gergaut. 

Bikkelharde strijd

Start 1932 Grand Prix de Belgique des 24 Heures
Start 1932 Grand Prix de Belgique des 24 Heures
Naar algoede traditie werd de startpositie in die periode bepaald door de cilinderinhoud. De bolides met de grootste motoren startten vooraan. Na het startsein werd al snel orde op zaken gesteld. Het was Sommer die de dans leidde, op de voet gevolgd door Brivio en Taruffi. Er ontspon een bloedstollende strijd tussen het drietal waarop Tim Birkin met de vierde Alfa 8C de kopgroep kon bijbenen. Stoffel vertoefde met zijn Mercedes als eerste niet Alfa op een vijfde stelling. De Duitse sportwagen werd op zijn beurt gevolgd door de enige Hotchkiss, een Type AM-80 ingezet door de Belgische invoerder Hélaers die het jaar ervoor de 3-liter klasse won, en de Lancia Lambda van Thélusson. Vooraan ging het er steeds maar sneller en sneller aan toe. Rondenrecords gingen aan diggelen met een gemiddelde van 120 km/h! Zoals verwacht maakten de andere Alfa’s het de wagens van de “Scuderia” niet makkelijk!

Equipe F.N.
Equipe F.N.
Evrard met zijn oude Bugatti beleefde een sterke opmars, maar kon maar niet in de buurt komen van de kopgroep. Het drietal FN’s reed gegroepeerd tegen een mooi tempo. Na een uur wedstrijd vertoefde de 8C van Brivio op kop, voor Birkin, Taruffi en Sommer. De SSK van Stoffel bleef zijn 5de positie behouden. De volgende uren bleef de Alfa-trein over het circuit denderen aan een nooit gezien tempo. Na 6 uur wedstrijd veroverde d’Ippolito de leiding ten koste van Brivio. Het wedstrijdgemiddelde bleef stijgen. In zijn poging om Brivio los te rijden, klokte d’Ipollito kort daarop de snelste ronde van de wedstrijd met een gemiddelde van 127 km/h. Ter vergelijking, het ronderecord tijdens de Belgische Grand Prix Moto’s in de 500 cc-categorie bedroeg dat jaar 123,027 km/h!

Danne-Gergaut
Danne-Gergaut
Na halfweg wedstrijd kreeg Jean Delmer problemen om het helse tempo van de kopgroep aan te houden. Even later parkeerde hij zijn wagen aan de kant met een koppelingsprobleem. Ook de Mercedes SSK verliet kort daarop de wedstrijd door een defecte transmissie. Van een werkelijke uitputtingslag gesproken! Tal van incidenten die in theorie de druk op de leiders zou moeten gemilderd hebben. Tenminste mocht dat zo zijn... de strijd voor de eerste positie ging nog steeds onverbiddelijk verder met de drie Alfa 8Cs. Zelfs beide wagens van de Scuderia gunden mekaar geen millimeter en bleven steeds verwikkeld in een zware strijd. De wagens leden zwaar door de slecht verharde wegen die zware trillingen veroorzaakten met alle gevolgen van dien.

Zege voor de Alfa's van Scuderia Ferrari
Zege voor de Alfa's van Scuderia Ferrari
Tijdens de nacht diende Lord Howe verschillende malen de pits op te zoeken wegens loskomende spatborden en stukgetrilde verlichting. Daardoor verdween de druk op de “Scuderia” dat onderling nog steeds bleven strijden voor de eerste plaats. Uiteindelijk was het het duo Siena-Brivio dat het haalde voor Taruffi-d’Ipollito.

F.N. won de Beker van de Koning
F.N. won de Beker van de Koning
De overwinnaars klopten alle bestaande records. Zij legden 2786 km af met slechts één stel Englebert banden! Een straffe prestatie die de winnende Alfa op Le Mans dat jaar ook al een keer neerzette! Uiteindelijk overleefden 14 wagens de helse slijtagestrijd. Het voltallige F.N. trio ging met de Beker van de Koning aan de haal. In de kleinste klasse (- 1100 cc) zegevierde de BNC van Doré-Treunet. De enige Rally won de 2-liter klasse.         

Tekst: Alec Lavaerts - Foto’s: Archief Englebert Magazine



  • De Swert Opticiens

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons