Officieel: Jenson Button stopt met F1, een overzicht van zijn F1-loopbaan

Jenson Button, die in 2009 nog verrassend wereldkampioen werd in de Brawn GP, heeft zopas besloten een punt te zetten achter zijn F1-carrière. Dat maakte de Brit in Abu Dhabi bekend aan onder meer Autosport.be. Zijn zeventiende seizoen in de koninginnenklasse wordt dus zijn laatste, het was ook allesbehalve zijn makkelijkste, met een McLaren-Honda die met nog heel wat kinderziektes te kampen kreeg en verre van snel genoeg was. Wij blikken terug op zijn rijkgevulde carrière.

Jenson Button begon zoals de meeste racepiloten met karten en dit op zijn achtste. Na verschillende titels maakte hij zijn overstap naar de autosport op zijn achttiende en won meteen de titel in de Britse Formule Ford en een test bij McLaren. Het jaar erop, 1999, promoveerde de Brit naar de Formule 3 en behoorde onmiddellijk tot de toppers. In het Britse kampioenschap werd hij derde met vijf overwinningen en in de prestigieuze GP van Macau werd hij tweede. Een korte carrière in de opstapklasses van de F1 dus, want in 2000 kon Button reeds aan de slag bij Williams. Met zijn 20 jaar was hij, op dat moment, de op vijf na jongste debutant ooit in de Formule 1. 

Bij Williams werd namelijk de teleurstellende Alessandro Zanardi ontslagen en Button mocht zich bewijzen naast Ralf Schumacher. Het werd een geweldig debuutjaar met uitstekende kwalificaties en geregeld punten. In Brazilië werd hij de jongste rijder die ooit WK-punten kon scoren. Dat record is inmiddels vier keer verbeterd, staat momenteel op naam van Max Verstappen, maar in het seizoen 2000 kreeg wel enkel de top zes punten... Zijn hoogtepunten waren de vierde plaats in Duitsland en zijn derde startplek in ons eigen Spa. Toch kon Button niet blijven omdat Frank Williams graag Juan Pablo Montoya in zijn wagen zag. Button werd voor twee jaar uitgeleend en zou in 2003 moeten terugkeren naar de Britten.

2001 zou een zware teleurstelling worden bij Benetton. In het laatste jaar van het ooit succesvolle team kon Button slechts twee puntjes scoren met een zeer matige wagen. Het jaar erop werd Benetton overgenomen door Renault en Button toonde bij momenten dat hij zijn snelheid niet kwijt was. Hij reed zich maar liefst zevenmaal in de top zes met als hoogtepunt Maleisië waar hij "slechts" vierde werd door een ophangingsprobleem, hij was op weg naar het podium. Hoewel teamgenoot Jarno Trulli meestal sneller was, eindigde Button toch voor hem in de eindstand. Opnieuw werd hij echter vervangen na een goed seizoen, Fernando Alonso nam zijn plek in. Bij Williams was er inmiddels nog steeds geen zitje vrij dus trok naar hij naar BAR, het team dat volledig gebouwd was rond Jacques Villeneuve. 

Al tijdens het eerste Grand Prix-weekend lag Button overhoop met Villeneuve die hem als welkomstgeschenk aanviel via de pers. Button reageerde op de best mogelijke manier: hij pakte regelmatig punten met twee vierde plaatsen als beste resultaten. De Brit werd negende in de eindstand, Villeneuve zestiende en werd ontslagen door "zijn" team. 2004 zou het tot dan toe beste jaar worden voor Jenson Button, inmiddels 24 jaar oud. Achter het onaantastbare Ferrari van Michael Schumacher en Rubens Barrichello had Button, en ook Takuma Sato, de beste wagen van het veld en het team zou ook tweede eindigen bij de constructeurs. Button, podiumloos tot dan toe, werd maar liefst vier maal tweede en zes maal derde. Hij werd overtuigend derde in de eindstand, ruim voor de eerst volgende niet-Ferrari rijder: Fernando Alonso in de Renault. 

Na contractuele disputen tussen BAR en Williams begon Button in 2005 aan zijn derde jaar BAR. Het seizoen begon barslecht, met geen enkel punt na negen races. Dieptepunt was San Marino waar het team werd gediskwalificeerd en geschorst voor twee races nadat er met de benzinetank bleek geknoeid te zijn. In Frankrijk keerde het seizoen volledig om en Button scoorde nu plots in elke race punten met podia in België en Duitsland. Na opnieuw contractueel geruzie verkocht Williams het contract van Button aan BAR dat op zijn beurt ophield te bestaan en werd overgenomen door Honda. Sato werd vervangen door Barrichello. Het eerste jaar bij Honda was een succesvol jaar waarin het team vierde werd bij de constructeurs. Button werd knap zesde bij de rijders met drie podia waaronder zijn allereerste overwinning. Na zeven jaar Formule 1 won Button de Grote Prijs van Hongarije. In de regen knokte hij zich terug vanaf een veertiende startplaats. In de laatste zes races sprokkelde Button meer punten dan wie dan ook, meer zelfs dan de titelkandidaten Alonso en Schumacher. 

In 2007 viel Honda bijzonder ver terug en na een rampzalig seizoen zakte het in 2008 zowaar nog verder. Na de 56 punten van 2006 scoorde Button er nu negen in beide jaren samen... Door de economische crisis trok Honda zich terug uit de F1 en het team werd, na lang te koop te hebben gestaan, verkocht aan Ross Brawn. Met een Mercedes-motor achterin de uitstekende reeds ontwikkelde wagen voor 2009 bleek Button plots een kans te hebben op de wereldtitel. McLaren en Ferrari, de beste teams van de laatste twee jaar, waren aanvankelijk helemaal nergens en Brawn domineerde tot ieders verbazing. Button was ploegmakker Barrichello ruimschoots de baas en won zes van de zeven eerste races. Daarna keerde het tij, Red Bull nam het commando over. Button won geen races meer in de laatste tien wedstrijden. Uitgezonderd een opgave in België eindigde hij wel elke keer in de punten en met zijn grote voorsprong pakte hij de wereldtitel. 

In 2010 werd Brawn GP overgenomen door Mercedes en Button trok naar McLaren waar hij naast Lewis Hamilton kwam te staan. Hij doorstond moeiteloos de vergelijking met zijn landgenoot. In drie jaar boekte Button acht zeges, slechts twee minder dan Hamilton. Wel werd Button in 2011 vicekampioen terwijl Hamilton in die periode, 2010-2012, nooit hoger eindigde dan vierde in de eindstand. Volgens velen stond Button in 2011 op het toppunt van zijn kunnen. Het was ook dat jaar dat Button zijn mooiste zege uit zijn carrière boekte, de GP van Canada. Na een chaotische regenrace met vijf pitstops, een botsing met Hamilton, een drive-through penalty voor te snel zijn achter een safety car en een lekke band veroorzaakt door Alonso, reed Button rond als laatste. Na maar liefst 27 inhaalmanoeuvres reed hij in de slotfase tweede, achter de latere wereldkampioen Sebastian Vettel. De anders zeer stressbestendige Vettel verloor zijn kalmte, maakte een fout en schonk Button een prachtige overwinning. 

In 2013 zette zich het verval in bij McLaren-Mercedes. In twee jaar tijd boekte Button één podium: Australië 2014. In 2013 kende hij een moeilijke relatie met Sergio Perez die hij kwalificeerde als ronduit gevaarlijk. In 2014 ging het iets beter bij McLaren met Button nu naast Kevin Magnussen. Button verloor dat jaar nog voor het seizoen startte weliswaar een van de mensen die steevast in zijn entourage vertoefde, vader John "Papa Smurf". McLaren werd in beide seizoenen vijfde, was gedegradeerd tot niet meer dan een subtopper en besloot na exact twintig jaar een punt te zetten achter de samenwerking met Mercedes.

Het team koos voor Honda met helaas de tot nu toe gekende resultaten. De onbetrouwbare en weinig competitieve wagen zorgde ervoor dat Button, inmiddels 36, in het eerste jaar van de hernieuwde samenwerking op plaats zestien eindigde in het rijderskampioenschap, quasi een evenaring van zijn slechtste seizoen, 2008 met... Honda. 2016 beloofde beterschap, al kende Button maar liefst vijf opgaves op twintig GP's. Hoewel hij dit seizoen vaker in de punten eindigde dan vorig jaar, was een zevende plaats in Oostenrijk (voorlopig) zijn beste resultaat. Met twee bewezen F1-toppers met naast Button ook teamgenoot Fernando Alonso, was het duidelijk dat de komst van jonge wolf Stoffel Vandoorne verandering zou inluiden voor het team. Met drie piloten voor slechts twee beschikbare zitjes, zal Jenson Button de actieve racerij in de F1 afsluiten na de Grote Prijs van Abu Dhabi dit weekend...

Foto's: Georges De Coster, Niels Vaeck, Racing International Photography & Vodafone McLaren Mercedes