van der Horst

Voormalig F1 piloot Jean-Pierre Beltoise overleden

Matra MS80 F1 waarmee Beltoise in 1969 vijfde werd in de eindstand
Matra MS80 F1 waarmee Beltoise in 1969 vijfde werd in de eindstand
In de nacht van 4 op 5 januari is te Dakar in Senegal Jean-Pierre Beltoise overleden, de Fransman werd 77 jaar. Beltoise stond in de jaren '60 van vorige eeuw symbool voor de wedergeboorte van de Franse autosport na de Tweede Wereldoorlog en was jarenlang het boegbeeld van de Franse constructeur Matra, zowel in de Formule 1 als in de endurance racerij. Beltoise reed 85 grote prijzen en won er één, de GP van Monaco in 1972. Hij betwistte ook veertien maal de 24 uren van Le Mans met als beste resultaat een vierde plaats in 1969. In 1968 werd hij een jaar na Jacky Ickx Europees kampioen Formule 2.
Zoals vele van zijn tijdgenoten begon Jean-Pierre Beltoise zijn sportcarrière op de moto, maar al vlug stapte hij over naar de autosport. In 1965 nam het Franse merk Matra, dat zijn debuut maakte in de autosport, de piloot onder zijn hoede. Beltoise won dat zelfde jaar nog de Franse Formule 3 titel en de samenwerking met Matra zou nog tien jaar aanhouden. In 1966 debuteerde hij in de Formule 2 en twee jaar later behaalde hij de Europese titel in de klasse. In dat zelfde jaar 1968 deed Matra zijn intrede in de Formule 1 en Beltoise mocht de bolide, uitgerust met de imposante V12 Matra motor,bemannen. Hij behaalde in de regen een mooie tweede plaats bij de GP van Nederland, maar daarna vielen de resultaten tegen voornamelijk te wijten aan het overgewicht van de motor. Voor 1969 zette Matra zijn eigen motor opzij en de MS80 die door Ken Tyrrell werd ingezet kreeg een V8 Ford Cosworth ingebouwd. Jackie Stewart werd kampioen met de wagen, Beltoise behaalde twee podiumplaatsen en werd vijfde in het kampioenschap.

In 1970 maakte een overeenkomst met Simca een einde aan de samenwerking met Ford. Stewart en Tyrell vertrokken en Beltoise werd eerste rijder, maar topresultaten bleven echter uit. 1971 was een zwart jaar voor de Franse piloot, bij de 1000 km van Buenos Aires viel zijn Matra zonder benzine op de piste en Beltoise probeerde zijn bolide over de baan naar de pits te duwen. Ignazio Guinti kon de Matra niet ontwijken en de Italiaanse belofte overleefde de daarop volgende crash niet. Beltoise werd onverantwoord gedrag verweten en hij kreeg een schorsing van drie maanden. De rest van het seizoen verliep in mineur en op het einde van het seizoen besloot Matra zijn inspanning in de Formule 1 te reduceren waarna Beltoise overstapte naar BRM. In zijn eerste seizoen voor het Britse merk won hij in de gietende regen de GP van Monaco en dat voor regenspecialist Jacky Ickx. Beltoise bleef nog twee seizoenen bij BRM met een tweede plaats in Zuid-Afrika in 1974 als beste resultaat.

Ondertussen betwistte Beltoise nog wel het wereldkampioenschap endurance met Matra. In 1973 vormde hij een supersnel duo met zijn schoonbroer François Cevert (die later dat jaar in Watkins Glen om het leven kwam), maar zowel de titel als de zege in de 24 uren van Le Mans gingen naar hun teamgenoten Henri Pescarolo en Gerard Larousse. In 1974 verving Jean-Pierre Jarier de betreurde Cevert en hoewel zij opnieuw het snelste rijdersduo vormden, was de titel en de zege in de meest prestigieuze 24 uren race andermaal voor Pescarolo en Larousse. Beltoise zou later nog in Le Mans uitkomen voor Ligier en Jean Rondeau, echter zonder nog aanspraak te maken op de titel.

Julien Beltoise,teamgenoot van David Saelens en Stephane Martinez bij PEKA Racing
Julien Beltoise,teamgenoot van David Saelens en Stephane Martinez bij PEKA Racing
Voor 1976 zette Beltoise zijn zinnen op het Franse Formule 1-project van Guy Ligier. Beltoise deed alle initiële testen met de wagen, maar werd uiteindelijk opzij gezet voor de jongere en regerend Formule 2-kampioen Jacques Lafitte. Het betekende het einde van de F1-aspiraties van Beltoise die zich ging toeleggen op het Franse Supertourisme waar hij tweemaal de titel behaalde met BMW in 1975 en 1977. In 1979 wisselde hij opnieuw met succes van discipline en werd Frans Rallycross kampioen met een Alpine A310 V6. Het zelfde jaar eindigde hij in de etmaalrace van Le Mans nog vijfde met een Rondeau M379. In het volgende decennium reed hij opnieuw Supertourisme, maar nu voor Peugeot alvorens zich terug te trekken uit de autosport en zich toe te leggen op andere taken in de autowereld. De twee zonen van Jean-Pierre, Anthony en Julien, waagden zich ook aan de autosport, maar kenden minder succes dan hun beroemde vader wiens naam voor altijd zal verbonden blijven aan de glorieuze autosportgeschiedenis van het merk Matra. 

Foto's: Georges De Coster & Hans Van Onsem



Dit artikel werd gepubliceerd door Niels Vaeck in Formule 1 op dinsdag 6 januari 2015.
  • St. Paul

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons