American Festival: Krafft Racing Norma rukt op
“Niet zeker of onze apparatuur helemaal in orde was”, stelde Frank Thiers na afloop. “We leken desalniettemin op een mooie podiumplaats te kunnen afstevenen, want Gilles Magnus zette een uitstekende slotstint neer. Maar tien minuten voor het eind brak de gaskabel, en dat is het over natuurlijk.”
Eerder waren ook al de drie Norma’s van Deldiche Racing uit de strijd voorin verdwenen. De #110 van Piessens-Verbergt viel als eerste weg met mechanische problemen, maar zou na een lange pitstop nog als vierde in Belcar 1 worden gerangschikt. Voor de #21 en de #111 eindigde de race in de pitstraat. Eerstgenoemde had nochtans de openingsfase gedomineerd – Tim Joosen wist tot twintig seconden uit te lopen – maar één ronde na de eerste rijderswissel zat de race er op. Een vergelijkbaar scenario overkwam Sam Dejonghe en Tom Boonen in de #111, maar dan bij de tweede pitstop. Ook zij lagen op dat moment aan de leiding.
Eén en ander betekende dat de #11 Krafft Racing Norma de slotfase met een ruime voorsprong kon aanvangen. Niet dat Bert Longin en Christoff Corten – Stienes Longin gaf door zijn Nascar-activiteiten even verstek – er niet hadden moeten voor vechten. Na tegenvallende kwalificaties kon Longin pas als zevende op de grid plaatsnemen, maar een vroeg offensief deed hem al snel naar de tweede plek oprukken. Christoff Corten schoof in zijn stint een plaatsje hoger, maar die eerste positie kwam in gevaar na contact met één van de toerwagens.
“De velg linksachter was beschadigd, waardoor ik twee tot drie seconden per ronde verloor”, aldus Corten. “Ik moest mijn rijbeurt gevoelig inkorten om de schade te laten herstellen. Gelukkig kon Bert het in de slotfase toch nog afronden.”
Na drie tweede plaatsen kon Longin sr. inderdaad nog eens zegevierend over de finishlijn rijden. “Ik heb zelden zo veel geweend als tijdens de laatste ronde”, gaf een geëmotioneerde Bert Longin na afloop toe. “Toen vorige week maandag mijn vader overleed, dacht ik dat het heel mooi zou zijn mochten we hem via een overwinning kunnen eren. Dat dit nu ook gelukt is, daar heb ik eigenlijk geen woorden voor.”
Belcar 1: onverwacht podium
Na de Krafft Racing Norma tikte de #67 T2 Racing Norma ietwat verrassend als tweede in Belcar 1 aan, meteen ook goed voor een derde plaats algemeen. De Zwitserse bolide had nochtans ook zijn deel van de drive-throughstraffen afgewerkt (drie stuks), maar Stephan Heim en Ian Gepts lieten zich op het Zolderse asfalt van hun allersnelste kant zien. Ook op het derde podiumtrapje in Belcar 1 ongewone namen: vader en zoon Verheyen reden samen met teameigenaar Pieder Decurtins in de #66 GHK Racing by T2 naar de derde plaats. Vooral voor Brent Verheyen, die aan de zijde van vader Guy zijn Belcar-debuut maakte, werd het een bewogen namiddag. “In de slotfase kregen we problemen met de ophanging”, aldus Verheyen jr. “Het probleem leek niet te herstellen, maar de jongens van T2 hebben alles uit de kast gehaald om ons toch opnieuw te laten vertrekken. Dit podium is een mooie beloning.”
Belcar 2: RED ANT steeds voorin
Bij de Porschisten werd op een spannende strijd gehoopt, en die verwachtingen werden ook ingelost. Toch was de #12 RED ANT Racing 911 van de familie Redant bijna de hele wedstrijd voorin te vinden. Aanvankelijk kwam het meeste weerwerk van de #98 Belgium Racing Porsche van Ooms-Paenen, maar toen die wat tijd verloor met remproblemen, was het de beurt aan de zusterwagen van het Peltse team. Op de #97 kreeg Kris Wauters voor de gelegenheid het gezelschap van Marc Goossens, en de zegerecordhouder van de 24 Uur van Zolder liet zien dat hij nog maar weinig van zijn snelheid heeft moeten inboeten. Uiteindelijk hield de RED ANT Racing Porsche wel stand. Meer zelfs: ze finishten ook als vierde algemeen. Ayrton en Yannick Redant naderen in de Junior Trophy zo tot op negen punten van leider Gilles Magnus. In de Belcar 2-stand naderen ze samen met vader Bert dan weer tot op 16 punten van de #101 Speedlover 911 van John De Wilde. Die reed in Zolder met O’neill Muth naar een derde plaats in de klasse.
Belcar 3: geen maat op Belgium Racing
De #99 Belgium Racing Lamborghini van titelverdedigers Dylan Derdaele en Nicolas Saelens bleek na een crash in de vrije trainingen voor de #20 Totaalplan Racing Lambo de enige Italiaanse bolide op de startgrid. Derdaele en Saelens mikten in de race ook op punten in de algemene uitslag, en waren zowat steeds in de kopgroep te vinden. Na de pech en/of straffen voor de Belcar 1-proto’s kwamen ze op een uur voor de finish op het virtuele podium terecht, en sloten de race uiteindelijk zelfs op de tweede plaats af. Dat zorgde er voor dat het duo met 36 punten opnieuw de grootste puntenoogst voor de algemene Belcar-tussenstand binnenrijfde, een tussenstand waar ze ondertussen over een voorsprong van 19 eenheden op de #11 Krafft Racing Norma beschikken. Voor de bolides van Hamofa Motorsport werd de vierde Belcar-manche van het seizoen geen feest. Zowel de BMW i8 GTR als de McLaren 720S werden geplaagd door technische problemen en moesten voortijdig naar de kant.
Belcar 5: drie op een rij voor Küpper Racing
Ook tijdens deze wedstrijd over drie uur viel er in Belcar 5 weinig in te brengen tegen de #42 Küpper Racing BMW van Marco Petry, deze keer met Bernd Küpper als teammaat. Net zoals bij de vorige drie races bleef de #15 OSR Racingschool Audi het langst in de buurt, maar uiteindelijk moesten ze opnieuw het hoofd buigen. De #34 JJ Motorsport BMW moest na schade aan de voorsteven de strijd voortijdig staken.
Belcar 6: algemeen podium blijft binnen bereik voor Simtag Racing
Met een vierde opeenvolgende klassezege in Belcar 6 doet de #70 Simtag Racing BMW ook een goede zaak in de algemene tussenstand. Daar prijken Jo Lammens, Gilles Puelings en Janez Jerse op een vierde plaats, op slechts zes punten van de tweede plek.
De volgende meeting van het Belcar Endurance Championship wordt van 16 tot 18 oktober in het kader van het prestigieuze DTM-weekend op Circuit Zolder afgewerkt. Zowel op zaterdag als op zondag staat er een race voor het nationale uithoudingskampioenschap op het programma.
Belcar Series
Tweet
Rudi Steylaerts