Corona-kronieken: De ontbolstering van Thierry Neuville

De autosport moet noodgedwongen enkele maanden op vakantie. Terwijl uw geduld buitengewoon op de proef wordt gesteld, graven wij in de rijke archieven van onze passie om u enkele pareltjes uit het (verre) verleden voor te schotelen. Vandaag trekken we naar Cyprus, in 2011 de slotmanche van het IRC, dat toen zowat op zijn hoogtepunt zat. Maar vooral daags na die slotmanche, gewonnen door Andreas Mikkelsen, gingen de ogen open.

Het IRC zit begin de jaren tien van de 21ste eeuw op zijn hoogtepunt. Vooral 2011 blijft voor de Belgen een jaar om te herinneren, want in dat jaar komt Thierry Neuville voor het eerst piepen op de internationale bühne in zijn Peugeot 207 S2000 ingezet door Kronos Racing. De Belg schittert al vroeg op het seizoen en rijdt zich bij zijn eerste overwinning meteen de geschiedenisboeken in door de 'Tour de Corse' te winnen. Enkele maanden later boekt hij in dat andere monument, de San Remo, nog een heroïsche overwinning door Andreas Mikkelsen te kloppen met anderhalve seconde bonus.

De slotmanche is die van Cyprus en omdat de punten daar dubbel tellen, kunnen nog een handvol piloten kampioen worden, onder wie Thierry Neuville en zelfs Freddy Loix. Er zijn verschillende scenario's uitgeschreven, maar samengevat komt het hier op neer: wie wint, heeft de beste papieren. Neuville wordt niet meteen bij de favorieten gerekend, omdat hij tot dan eerder matig presteert op onverhard. Juho Hänninen, Jan Kopecky (die weliswaar al te veel punten in zijn IRC-mandje heeft gelegd) en Andreas Mikkelsen hebben betere troefkaarten in hun Skoda's.

Thierry Neuville grijpt op de derde proef de leiding en is zelfs even virtueel IRC-kampioen. In de volgende proef is het daarentegen over en uit. Eerst lek en kort daarna begeeft de alternator het. Andreas Mikkelsen wint en wordt IRC-kampioen. De rest is geschiedenis.

Een dag later staat er echter nog een Golden Stage op het programma, een toemaatje waar wat geld te verdienen valt. Andreas Mikkelsen start er zelfs niet, uitkaterend van zijn titelviering.

Voor Neuville is dat wel het uitgelezen moment om te tonen wie nu echt de snelste is tijdens dat heerlijk zonnige weekend rond de haven van Pafos, en wie met andere woorden echt IRC-kampioen had moeten worden. De Belg ontbindt zijn duivels en zorgt voor heroïsche livebeelden op Eurosport, promotor van het IRC op dat moment. Hij flirt minutenlang met de minuut maar haalt zijn gram. De Oostkantonner toont voor het eerste dat hij het asfalt even machtig is als ruw gravel. Het betekent de geboorte van Neuville, de allrounder, en het begin van een carrière die hem inmiddels dertien WRC-zeges en vijf vicetitels heeft opgeleverd.