Etappe 11: Nabeschouwing van Team de Rooy
De even beroemde als beruchte Fiambalá-etappe was terecht vooraf als de koninginnenrit bestempeld. Het klassement werd volledig op zijn kop gezet. Villagra greep de leiding, maar teamgenoot Ton van Genugten verloor twee uur door een ongelukkige landing van een duin, waarbij de koppeling van de stuurpomp van de Iveco Powerstar brak en Van Genugten geen stuurbekrachtiging meer had.
Monteur Bernard der Kinderen ging met hulp van Van Genugten en navigator Peter Willemsen meteen aan de slag om de boel te repareren. “Maar waarschijnlijk hebben we iets te snel willen zijn, want na een half uur liep weer de olie van de stuurbekrachtiging eruit en moesten we opnieuw beginnen.” Alles bij elkaar kostte dat ruim anderhalf uur.
De derde keer dat Van Genugten moest stoppen was vanwege een lekke band. De vierde keer was wegens wat vervolgschade van de geschonden neus van de Iveco Powerstar. “De hoofdschakelaar sloeg af. In totaal hebben we vier keer stilgestaan”, vertelt Van Genugten, die in het klassement naar de zevende plaats zakte.
Villagra kwam er ook niet zonder kleerscheuren vanaf. “We hebben een lekke band gehad, wat een kwartier kostte”, vertelt de Argentijn. “Het was echt lastig, met veel duinen. Dat is niet erg, maar het waren zware, ‘trage’ duinen waar je maar met moeite overheen kwam.”
Uiteraard was Villagra zeer tevreden met het feit dat hij in zijn eigen land aan de leiding van het truckklassement gaat. “Heel trots. Dit is een extra motivatie, want de komende dagen krijgen we nog een aantal heel lastige etappes, waarin nog van alles kan gebeuren. De voorsprong is minimaal, maar dat geeft niet. Aan kop is aan kop en we proberen dat vast te houden tot aan Cordoba.”
Tussen het succes van Villagra en de pech van Van Genugten door reed de derde Team De Rooy Iveco, Artur Ardavichus, een degelijke elfde etappe, die hem de vijfde plaats in het klassement opleverde. De nummers 5 (Ardavichus) en 7 (Van Genugten) zijn echter maar gescheiden door nog geen drie minuten.
Team de Rooy Press
Tweet
Rudi Steylaerts