In memoriam Marcel Van Hool (1934-2024)
Ook Jacky Ickx kwam thuis over de vloer en vice cersa. Zo testte Jacky op Zolder een nieuw autocarmodel dat 'meneer Marcel' had ontwikkeld. In gezelschap van Liliane en Maurice Beliën - met wie hij mede aan de wieg stond van de omloop in Terlaemen waar hij tevens bestuurslid was - trok hij meermaals naar buitenlandse Grand Prix' om er de komst van het F1-circus naar de Limburgse omloop te bepleiten.
Begin de zeventiger jaren had hij een eigen raceteam in Formule Super Vee en in de destijds heel populaire Sports Prototypes met de toenmalige jonge Belgische belofte Freddy Grainal als piloot. Hij sponsorde ook Chris Tuerlinckx, Paul Joossen, Pascal Witmeur en wijlen Patrick Nève - die tweede eindigde in de Monegaskische F3 - en was betrokken bij het Racing for Belgium F3-project met Daniël Herregods.
Zijn voorliefde voor design getrouw, liet hij tussen '74 en '76 onder eigen merknaam twee F2's bouwen in de Spaanse fabriek met Jean-Pierre Jaussaud en ook Bernard De Dryver als testpiloot. De wagens namen evenwel nooit deel aan het EK voor Formule 2. De Fransman zou hij later financieel steunen voor de immer belangrijke F3-race in Monaco.
In 1976 was er het contact met John Surtees en diens piloot Rupert Keegan die tijdens het F1-weekend ten huize Van Hool bleven logeren. Dit resulteerde later in teamsponsoring middels wat anno 1977 zowat de eerste truck-trailer combinatie in de F1-paddock moet zijn geweest. Zoon Jan mocht daarop in '77 en '78 tijdens de zomermaanden met het team mee als hulpje. Toenmalig teammanager bij Surtees was Peter Briggs binnen wiens Edenbridge Racing-team Jans broer Mikke later in het Brits F3-kampioenschap zou debuteren.
Vanaf 1985 focuste vader Van Hool zich volledig op de meer dan verdienstelijke racecarrière van zoon Mikke die het via successen in de kartsport, Formule Ford en Brits F3 tot in het hoogstaande F3000-kampioenschap, de F1-wachtkamer, schopte. Minder geslaagde samenwerkingen met derdenteams leidden in 1995 uiteindelijk tot de oprichting van het eigen Team Astromega, vernoemd naar de gelijknamige dubbeldekbus.
Tussen ’96 en 2001, in een periode waarin de International F3000 grote deelnemersvelden telde, behaalde Team Astromega acht overwinningen, achttien podiumplaatsen en drie poles. Maar liefst 32 rijders vonden onderdak bij het team waaronder jonge Belgische talenten en toppers als de betreurde Gonzalo Rodriguez en Justin Wilson. In 2000 fungeerde het Belgische team als ideale werkplek en dito springplank naar de F1 voor Fernando Alonso. Mede dankzij een tweede plaats op de Hungaroring en pole, winst en snelste ronde in Spa-Francorchamps wist de Spaanse youngster voor 2001 een F1-zitje bij Minardi te versieren, de start van een opzienbarende racecarrière.
Ook de sponsorshipdeal tussen ’96 en 2000 met het Detroit Diesel van Roger Penske en de hieraan gekoppelde persoonlijke meetings schonk zestiger Van Hool heel wat voldoening. Nadat de F3000-stekker er in 2005 werd uitgetrokken vonden we het team nog terug in A1GP voor Team China, in de Superleague voor Anderlecht en de Formule Renault 1.6 met titels voor Craig Dolby en Karline Stala.
Marcel Van Hool's ongebreidelde passie voor de tricolore autosport wordt misschien nog het best geïllustreerd door de steun die hij verleende aan de carrière van zoon Mikke's jarenlange rivaal Marc Goossens. Dit zowel in de kartsport als tot tweemaal toe op F3000-niveau. De dankbaarheid en het respect van de topper uit Geel voor 'mijnheer Marcel' blijkt duidelijk uit Goossens' reactie die we hier later posten.
De redactie van Autosport.be biedt de familie en naaste vrienden hierbij haar oprechte medeleven aan.
Foto's: Archief Fam.Van Hool, Hans van Onsem, Georges de Coster
Tweet