Monza: Nabeschouwing Max Koebolt
Zowel de wedstrijdauto als het circuit van Monza waren voor Max Koebolt voorafgaand aan het weekeinde nog onbekend. “In de twee vrije trainingen op zaterdag ging het er dus vooral om, vertrouwd te raken met de auto en het circuit en mogelijke punten ter verbetering te vinden. Mede dankzij de hulp van Frans Vörös, die er in Monza bij was, en Peter Kox, die telefonisch ondersteuning verleende, is dat heel goed gelukt. Aan die hulp heb ik heel veel gehad. Ook Frank Bosman van Gulf Nederland, dat mij bij mijn race-activiteiten ondersteunt, was ter plekke aanwezig”, aldus Koebolt. “Het rijden met zoveel auto’s op de baan was natuurlijk wel even wennen. Je moet goed in de spiegels kijken en zorgen dat je inhaalacties zorgvuldig plant, om niet te lang achter mensen vast te blijven zitten.”
Op zondagochtend nam Max Koebolt de eerste kwalificatie voor zijn rekening, maar door een fout belandde hij in de tweede chicane in de grindbak. De coureur: “Ik was iets te gretig en verloor de controle over de auto. Gelukkig leverde die excursie niet al teveel schade op en het team maakte de auto tijdig weer klaar voor de race.” Omdat het team niet aan de tweede en derde kwalificatie had kunnen deelnemen, moest de Audi R8 LMS met het startnummer 4 de race van achteraan de startopstelling beginnen. “Het team besloot dat het beter was om vanuit de pitstraat te starten, omdat de start op Monza vaak erg chaotisch is. Ook uit dat soort beslissingen blijkt de enorme ervaring van het team”, verklaarde Koebolt, die de eerste rijbeurt in de wedstrijd voor zijn rekening nam. “Ik heb goede tijden gereden en kon een aantal plaatsen goedmaken. Datzelfde gold voor mijn teamgenoten Sacha Bottemanne en Pieter Schothorst, die het ook heel goed deden. Zo kwamen we gestaag naar voren.”
Uiteindelijk kwam het trio als 36e algemeen en als 13e in de Pro-Am-klasse over de eindstreep. “In zo’n vol veld kunnen we daarmee best tevreden zijn. Qua snelheid moet het in de loop van het seizoen zeker mogelijk zijn om podiumplaatsen te behalen”, zei Koebolt. Terugblikkend op het weekeinde vervolgde hij: “Het enorme startveld heeft zeker de meeste indruk op me gemaakt. Het veld is enorm competitief, het zit enorm dicht bij elkaar. Om goed te kunnen scoren moet je heel snel heel constant zijn. Verder ben ik blij met de samenwerking met het team. De begeleiding is heel goed, het team werkt super-professioneel en er heerst een plezierige, familiaire atmosfeer. Daarin voel ik me heel goed thuis.”
Coach Frans Vörös toonde zich ook tevreden over de prestaties van zijn pupil: “Voor Max was het een enerverend weekeinde, waarin hij heel veel informatie te verwerken heeft gekregen, maar hij heeft het allemaal heel professioneel opgepakt. Alle drie de rijders hebben het heel goed gedaan en ook de samenwerking met het team verliep erg goed. Max wordt er opgevangen als in een familie, dat is een goede omgeving om in te werken.”
Vincent Vosse, die leiding geeft aan het Belgian Audi Club Team WRT, verklaarde: “Voor Max is het in dit stadium vooral belangrijk dat hij veel kilometers kan maken, om zoveel mogelijk te leren. Ik ben heel tevreden over de manier waarop hij te werk gaat en over wat hij dit weekeinde heeft laten zien. Ook Sacha en Pieter hebben het goed gedaan. Ik kijk uit naar de komende races.”
Op 23 en 24 mei wordt het seizoen in de Blancpain Endurance Series voortgezet met opnieuw een drie-uursrace, dan op het circuit van Silverstone in Groot-Brittannië.
Max Koebolt Press
Tweet
Rudi Steylaerts