São Paulo: kortnieuws in aanloop naar de E-Prix

Sinds de pre-seasontesten in Valencia staat de nieuwsmolen rond de Formule E niet stil. Porsche kwam zelfs op de proppen met een tweede fabrieksteam, er doken nieuwe namen op die de reserverol zullen opnemen bij verschillende teams, er kwam nog een late bevestiging van een merk voor Gen4, maar vooral was er de voorstelling van de Gen4-bolide zelf! Met de seizoensopener dit weekend in São Paulo is dit het ideale moment om alle nieuws te bundelen en een overzicht te geven van wat er in de voorbije maand allemaal te rapen viel.

*** We kunnen niet anders dan beginnen met het gloednieuwe chassis voor de Gen4. Na vier jaar met de toch wel lastige Gen3 gaat het vanaf 2026-27 allemaal nog sneller gaan, maar worden de wagens tegelijk ook groter en zwaarder. Spark Racing Technologies blijft de leverancier van het chassis, en de cijfers zijn opmerkelijk. Zo wordt het maximale vermogen opgetrokken van 350 kW naar 600 kW, goed voor omgerekend 817 pk. Ook de energierecuperatie gaat omhoog: van 600 naar 700 kW. Maar meer vermogen brengt ook andere gevolgen met zich mee. De bolide wordt 520 mm langer, de wielbasis 375 mm breder en in totaal 93 mm wijder. Het lijkt misschien niet veel, maar voor de fans zal het verschil duidelijk zichtbaar zijn. Uiteraard blijft vierwielaandrijving behouden, zoals die nu sporadisch gebruikt wordt met de Gen3 Evo. Eind 2026 komt de wagen voor het eerst in actie, zodra alle constructeurs die zich voor deze nieuwe regelgeving hebben aangemeld hun aandrijfsystemen klaar hebben.

*** En terwijl er al vijf constructeurs bevestigd hadden voor het seizoen 2026-2027, komt daar nu een zesde bij. Naast Porsche, Nissan, Stellantis, Jaguar en Lola heeft ook Mahindra bevestigd dat het zeker tot 2030 aanwezig blijft — de volledige levensduur van Gen4. Opvallend, want in tegenstelling tot de andere merken heeft Mahindra een achterstand op het vlak van ontwikkeling. Terwijl teambaas Frédéric Bertrand benadrukte dat dit “het juiste moment” is, denken heel wat anderen er anders over. Toch zullen CEO Jeff Dodds en co niet klagen, zeker gezien het recente vertrek van enkele constructeurs.

*** Zoals McLaren, dat na het vorige seizoen de stekker uit het Formule E-programma trok om zich volledig te richten op hun LMDh-project. Daardoor staan er dit jaar slechts tien teams op de grid, al is dat slechts tijdelijk. Volgend seizoen komt er weer een extra fabrieksteam bij: dat van… Porsche. Het merk uit Weissach wordt daarmee de eerste constructeur in de geschiedenis van het kampioenschap met twee eigen teams. Dit tweede team wordt wel gezien als een soort “junior” formatie, bedoeld als opstap voor jong talent — zowel bij de rijders als de ingenieurs. Tijdens de rookietest in Berlijn kwamen ze al naar buiten met de 16-jarige Elia Weiss en kersvers DTM-kampioen Ayhancan Güven. Met Stellantis dat eveneens werkt aan een extra licentie, vermoedelijk voor Opel, zou Gen4 opnieuw kunnen starten met twaalf teams.

*** Over Güven gesproken: het was al opmerkelijk dat de nieuwe Porsche-fabriekspiloot aanwezig was, aangezien hij nauwelijks ervaring heeft met eenzitters. Toch lijkt de Turk op weg om een even radicale carrièrewending te maken als bijvoorbeeld Kalle Rovanperä. Zijn test op het Tempelhof-circuit afgelopen juli hielp daarbij. Ondanks dat Porsche hem zonder verwachtingen in de auto zette, sloot hij de dag af met de tweede snelste tijd algemeen, vóór namen als Frederik Vesti en Théo Pourchaire. De kans dat we vanaf 2026 de voormalige kampioen van de Porsche GT3 Cup Challenge Benelux in Formule E aan het werk zien, is dus aanzienlijk.

*** Een andere opvallende naam die terugkeert naar de Formule E is André Lotterer. De Duitser met Belgische roots rijdt geen volledig seizoen, maar zal mee instaan voor de ontwikkeling van de Gen4-bolide van Stellantis. De Genesis Magma Racing-piloot deelt dat werk met Nick Cassidy. Ook andere teams schakelen externe rijders in voor hun ontwikkelingsprogramma’s. Nissan rekent bijvoorbeeld op Benoît Tréluyer, die aanwezig was tijdens de Gen4-test in Monteblanco. Jaguar vertrouwt op Stoffel Vandoorne en António Félix da Costa, terwijl Lola Yamaha beroep doet op Lucas di Grassi, Zane Maloney en testpiloot Hugh Barter.

*** Iemand die mogelijk ook binnenkort de Gen4 mag testen bij Nissan, is Sam Bird. De Brit, die al sinds het eerste seizoen actief is in de Formule E, moest na het verdwijnen van zijn team op zoek naar een nieuw zitje — en de kansen daarop waren eerder klein. Toch liet Bird optekenen dat hij “niet voor de laatste keer in een Formule E-wagen zou zitten”. Dat blijkt te kloppen: hij wordt namelijk reservepiloot bij Nissan na Oliver Rowland en Norman Nato. De kans dat hij effectief moet invallen is klein, zeker omdat er in 2026 geen enkele kalenderoverlap met het FIA WEC is. Bird zal tijdens raceweekends overigens sowieso aanwezig zijn, want hij maakt voortaan deel uit van het presentatorenteam van het kampioenschap.

Foto's: Formula E - Porsche AG - Niels Vaeck - Kurt Vanhoenacker - Nissan NISMO