Trophée des Fagnes: Grote verschuivingen in het Historic & Youngtimer landschap

Vorig seizoen reden de deelnemers van de Belgian Historic Cup en de Belgian Youngtimer Cup nog samen wegens budgettaire redenen vanwege groeipijnen bij de youngtimers. Dit seizoen zien we de knappe bolides evenwel opnieuw gescheiden aan de aftrap en dat is uitstekend nieuws. Dit betekent namelijk dat elke deelnemer zijn ding kan doen en dat de rijders van de Historic-wagens ook nog eens voor de eerste plaats algemeen kunnen strijden. Verder zijn er ook een resem technische en sportieve wijzigingen, we zetten ze graag even op een rij voor u.

Historics met een knipoog richting FIA

Bij de Historics zet men de deur wagenwijd open richting FIA gehomologeerde wagens uit internationale kampioenschappen. Volgens BRAVO voorzitter Filip Mahieu is het een logische stap om enerzijds te evolueren naar een uniform reglement met de buurlanden en om anderzijds zodoende meer wagens aan te trekken. De vroegere klasse 1 binnen de Belgian Historic Cup was reeds voorbehouden voor wagens, voorzien FIA historisch technisch paspoort, maar ditmaal gaat men nog een stap verder. De Historics zijn nog steeds voorbehouden voor wagens met een bouwjaar tot en met 1976, maar zoals de FIA voorschrijft, kunnen de wagens binnen de Klasse 1 (welke gebouwd zijn tussen 1972 en 1976) beschikken over slicks.

De vroegere klasse 2, voorzien voor wagens binnen de FIA reglementering, maar met een technische evolutie, blijft bestaan, maar krijgt nu het gezelschap van de vroegere Klasse 3. Deze klasse huisvestte wagens met een zeer liberaal technisch reglement en kunnen dus blijven rijden in de Belgian Historic Cup. De Belgian Historic Cup wordt dus gereduceerd tot twee grote klassen met elk een eigen Belgische titel. Beide klassen worden zoals vanouds onderverdeeld in verschillende groepen naargelang de cilinderinhoud. Verder blijft de gastklasse bestaan voor wagens die niet volledig passen binnen het huidige reglement, maar wel voldoen aan de veiligheidsvoorschriften. Deze wagens pakken geen punten binnen het kampioenschap.    

Youngtimers vanaf nu met turbo

De Belgian Youngtimer Cup is voorbehouden voor wagens met een bouwjaar van 1977 tot en met 1990 waarbij het peloton wordt opgesplitst in twee klassen, met name GT en Toerisme. Naast de Porsches 964 Cup die we kennen van onder meer Luc Moortgat, Philip Van Beurden en Patrick Michiels, zitten we midden de jaren ’80 in het tijdperk van de turbo met onder meer de Volvo 240, de Sierra Cosworth, de Renault 5 Turbo en de Renault 21 Turbo.

Deze historische racewagens krijgen nu ook hun plaats binnen de Belgian Youngtimer Cup, wat eigenlijk niet maar dan logisch is. Ook hier is de uitleg van Filip Mahieu idem; ruimte creëren voor meer wagens en ook de interesse wekken van buitenlandse rijders en kampioenschappen. De wagens met turbo zijn beperkt tot maximaal 2000cc en voor de berekening van de punten binnen de groepen, krijgen de wagens met een turbo een coëfficiënt volgens de FIA homologatie fiche, vermenigvuldigd met de cilinderinhoud.

Met een voorlopige inschrijvingslijst van 33 historic's en 20 youngtimers kan het seizoen in ieder geval starten in de beste omstandigheden. In totaal komen de deelnemers in beide kampioenschappen aan de bak tijdens vijf verschillende weekends, waarvan vier samen. Elke meeting omvat twee races, waardoor aan het einde van het seizoen 10 races zullen verreden zijn, waarvan de acht beste resultaten in rekening worden gebracht voor de eindafrekening van het kampioenschap.

Komend weekend, in het kader van de Trophée des Fagnes in Francorchamps, komt de Belgian Youngtimer Cup voor de eerste maal in actie. De deelnemers aan de Belgian Historic Cup moeten nog een kleine maand wachten en komen de eerste maal in actie tijdens het New Race Festival.
 
In onze autosportkalender treft u tevens de volledige kalender van de Belgian Historic Cup 2014 en de kalender van de Belgian Youngtimer Cup 2014 aan.