Vier Belgische Junioren op jacht naar zeges tijdens EK in Genk

Komend weekend vindt op Karting Genk de openingsronde van het Europees kampioenschap karting voor de OK- en OKJ-klassen plaats. We hebben als klein Belgenlandje het geluk dat Karting Genk opnieuw een CIK FIA kampioenschap wist aan te trekken en anderzijds hebben we sinds enkele jaren opnieuw landgenoten die zich vooraan mengen in de grote internationale kartingwedstrijden. In aanloop naar hun thuiswedstrijd, sprak Autosport.be sprak met vier jonge talenten.

Dat Karting Genk steevast een plekje op de internationale kartingkalender krijgt is de verdienste van een jarenlange inspanning. Heel wat sterren verschenen de voorbije decennia aan de start van gerenomeerde kampioenschappen op de Horensberg, het lijstje met gerenomeerde rijders die aan wedstrijden op Genk deelnamen is dan ook niet klein. Om er maar een paar te noemen: Stoffel Vandoorne, Robin Frijns, Nyck de Vries, Mick Schumacher, Alexander Albon, Lando Norris, Lance Stroll en uiteraard ook Max Verstappen die in 2013 de Europese titel in de KZ1 in de wacht sleepte.

Karting Genk stond dit jaar reeds in de spotlights toen het ondanks de druk van COVID-19 enkele mooie wedstrijden wist te organiseren met onder andere de Rotax Max Challenge Euro Trophy. Ook een EK, maar dan voor karts met Rotax motoren. Het CIK FIA Europees kampioenschap dat nu zijn tenten in de paddock heeft opgeslagen is de crème de là crème van de kartsport. Bijna 200 rijders zullen dit weekend in actie komen in Genk en dat, verdeeld over twee klassen.
In de OK-klasse komen er met Yannick de Brabander en Lorens Lecertua twee Belgen aan de start.

Maar echt uitkijken wordt het naar de OKJ. Dat is de Junioren-klasse waar gebruik gemaakt wordt van 125cc tweetakt-motoren met directe aandrijving. Zonder koppeling dus, en dat betekent dat deze motoren aangelopen moeten worden. In de OKJ halen ze snelheden ver voorbij 100km/u en worden de toerentallen begrensd op 14.000 toeren per minuut.

In die OKJ-klasse prijken er vier deelnemers met een Belgische vlag achter hun naam. Dat zijn Douwe Dedecker, Tom Braeken, Lenn Nijs en Ean Eyckmans. Voor Braeken wordt het de derde wedstrijd van het jaar in de OKJ, de anderen draaien al het volledige seizoen mee. Tenminste, dat was toch de bedoeling voor Ean Eyckmans. De Kempenaar en zoon van Wim Eyckmans blesseerde zich enkele maanden geleden tijdens een wedstrijd voor het WSK kampioenschap en moest met enkele gebroken ribben naar de kant. De comeback, twee weken geleden tijdens de Champions of the Future in Genk viel in het water. "We hebben sinds de ribbreuk hard gewerkt met Lieven Maesschalck om weer topfit te geraken maar al in de vrije trainingen voelde ik nog steeds de pijn. We hebben dan besloten om met het oog op het EK dit weekend geen risico's te nemen en de handdoek te gooien. Intussentijd hebben we verder aan het herstel gewerkt en zijn we gaan testen in Frankrijk en daar kon ik zo goed als pijnvrij rijden." Het ziet er dus positief uit voor Ean Eyckmans die dit weekend zijn allereerste wedstrijd op Genk zal rijden. "Ik rijd al sinds mijn derde op Karting Genk maar de kalenders zorgden ervoor dat ik nog nooit een wedstrijd reed op Genk, ik sta dus eigenlijk voor mijn vuurdoop. Ik heb er wel vertrouwen in dat het goedkomt. Ik ga mijn huid duur verkopen en ondanks het missen van enkele voorbereidende wedstrijden, verwacht ik vooraan mee te kunnen doen!" besluit de offiiciële Kosmic-rijder.

Iemand waar we misschien wel het meest rekening mee moeten houden is Douwe Dedecker. De Kart Republic fabrieksracer verkeert in een prima vorm, na een moeilijke seizoensstart. "2021 startte opnieuw als een corona jaar en dat maakt het reizen er niet makkelijker op. Het kost vaak veel moeite, inspanningen en tijd om in een drukke kalender overal tijdig te geraken. De resultaten daarentegen zijn zeker niet slecht. We zitten elke race goed vooraan en doen mee voor een podiumplek. Het is ons nog niet gelukt om prijzen te pakken, maar dat zal niet lang meer duren." Hoewel Dedecker, geboren en getogen in Bree, opgroeide op Karting Genk zal het thuisvoordeel miniem zijn. "Genk is een circuit waarop iedereen snel kan zijn. Een echt thuisvoordeel zal ik niet hebben maar uiteraard zal ik er alles aan doen om vooraan mee te doen. Tijdens de Champions of the Future hadden we wat kleine problemen maar die hebben we ondertussen aangepakt. De concurrentie zal zwaar zijn en het zal ongetwijfeld heel kort op elkaar zitten!"

De overige twee landgenoten vinden we onder één dak terug. Lenn Nijs en Tom Braeken zijn teamgenoten bij het team van Stan Pex. Tom Braeken combineert dit seizoen de OKJ-klasse met enkele Rotax-wedstrijden. "Dat deed ik vorig jaar ook zo maar motor en banden zijn toch wel erg verschillend en dat maakt het niet makkelijk. Maar ik heb er veel van geleerd en na één sessie ben ik meestal terug helemaal vertrouwd. Ik reed dit jaar al enkele Rotax-wedstrijden en kon vooraan meestrijden maar de focus ligt dit seizoen in ieder geval op OKJ en minder op Rotax." Braeken start dit weekend aan zijn derde OKJ-wedstrijd van het seizoen. Heel veel wedstrijdkilometers heeft de Limburger dus nog niet op zijn teller maar dat dit meteen een thuiswedstrijd is, is zeker een voordeel. "Bovendien voorspelt men veel regen en dat ligt me ook wel. De grote onbekende zijn voor mij de banden... We rijden met MG Tires en daar heb ik nog nooit mee gereden in de regen. Toch verwacht ik een goed en leerrijk weekend, zondag zullen we zien waar we staan. Ik heb gelukkig een heel sterk team om me heen en vertrouw blind op Stan Pex. De hele familie Pex is een racersfamilie in hart en nieren en dat merk je. Ik ben niet gewoon één van de rijders maar voel me echt part of the team."

Ook deel van dat team is Lenn Nijs. Nijs komt dit seizoen over van de 60 Mini-klasse en is dus een rookie in de klasse. Nijs werkte dit seizoen al heel wat wedstrijden af voor de WSK-kampioenschappen, die zich hoofdzakelijk in Italië afspelen. De overstap richting OKJ verliep niet altijd even vlot voor Nijs die zich toch wel moest aanpassen. "Op zich ging de overstap wel goed, maar het is toch wel anders rijden dan in de Mini. De kart is breder en sneller, en dat maakt de manier van racen heel anders. Net zoals het inhalen en verdedigen trouwens. Onze ambities lagen in het begin van het seizoen misschien wat te hoog. We hadden gehoopt rond de vijftiende plek mee te kunnen draaien maar moeten inzien dat 2021 een leerjaar is. Voor komend weekend heb ik dan ook één groot doel; de finale halen! We blijven heel hard werken om alles eruit te halen wat er in zit. Ik ben er dan ook van overtuigd dat een goed resultaat eraan zit te komen!"

Foto's: Michael Melis, FM Images en Douwe Dedecker