Corona-kronieken: Massacrash ontsiert knotsgekke Belcar-finale 2004
Seizoen zonder zeges
Het seizoen verloopt echter allesbehalve volgens plan. De snelheid is er, dat zeker, maar Dame Fortuna lijkt niet aan de zijde van de troepen van Patrick Selleslagh te staan. Tweemaal worden ze in Spa met zicht op de overwinning genekt door een neutralisatie en uiteindelijk mag de blauwe Vette zelfs geen enkele keer van de zegechampagne proeven. In de voorlaatste manche ziet Goossens niet enkel een bonus van een goede halve minuut in rook opgaan, daarnaast verzekeren Anthony Kumpen en Bert Longin GLPK reeds van de titel met een tweede plaats, achter de Hart Vastgoed-bolide van David Hart en Duncan Huisman. Bij de seizoensfinale is het dus enkel om de eer te doen...Dat finaleweekend begint echter dramatisch. Franz Lamot plant de Corvette in de muur bij de vrije training, maar SRT herstelt de Amerikaanse krachtpatser en Marc Goossens bedankt door de bolide op pole te parkeren - voor de zesde maal dat seizoen. Lamot moet om medische redenen wel aan de kant blijven en dus stapt teambaas Patrick Selleslagh te elfder ure in; het gebrek aan wedstrijdritme voor lief genomen. Een titanenstrijd lijkt in de maak, want Goossens krijgt op een vochtig Zolders asfaltlint Longin naast zich, die met de Viper voor het eerst een chrono ten zuiden van de 1:30-grens heeft geklokt. De poleman maakt zich aan het einde van de formatieronde op voor de start, al doet hij dat aan een slakkengang. Longin houdt het hoofd koel eens de lichten doven en stoot door naar de kop, maar verderop in het peloton loopt het grondig fout.
(Lees verder onder de video)
Kurt Dujardyn is in zijn RTM Porsche 996 GT3-RS volledig verrast door het trage tempo, gaat op de rem en wordt aangetikt door Guino Kenis in de G&A Racing BMW M3 E46 GTR. Porschist Hans Thiers wordt uitgeschakeld nog voor hij de startlijn is gepasseerd en zo hoeven merkgenoten Christian Lefort en Yves Lambert slechts te finishen om de GTB-titel te claimen. David Hart knokt zich nog in de hectische openingsronde naar de leiding, maar vertraagt niet bij de gele vlaggen op start-finish en verremt zich zelfs in de Eerste Linkse, waardoor SRT de leiding in de schoot geworpen krijgt. De wedstrijdleiding krijgt door dat er olie op de piste ligt en besluit de race te neutraliseren.
Eens alle brokstukken opgeruimd zijn, schiet Marc Goossens er als een bezetene vandoor en bouwt in no-time een voorsprong uit, mede doordat Longin rondgaat in de Kanaalbocht. Kumpen neemt het stuur over van Longin, maar moet even later uitwijken voor de Porsche van Philippe Dentant, die een klapband krijgt en spint in de remzone voor wat tegenwoordig de Thierry Boutsen Chicane heet. De regerende kampioen plant zijn Viper in de flank van de TB-BMW Compact van Robert de Hoen en Roger Grouwels en plots is daar... de safety car!
Weg voorsprong voor de SRT Corvette C5-R, die bovendien dringend moet pitten om te vermijden dat Patrick Selleslagh zijn minimale rijtijd niet haalt. Het licht aan de pituitgang staat echter op rood en zo... verliest SRT eens te meer de leidersplaats. Duncan Huisman - die Hart afgelost heeft - voert het veld aan, voor Vincent Vosse in de PSI Porsche 996 Bi-Turbo die hij deelt met Fred Bouvy. Wanneer laatstgenoemde bolide echter uit de race verdwijnt met een defecte aandrijfas en de Nederlandse Viper technische problemen kent, ruikt GLPK een nieuwe zege. Kumpen krijgt groen licht om Huisman onder druk te zetten en positioneert op enkele ronden van de zwart-witgeblokte vlag uiteindelijk in de Eerste Linkse zijn Viper #1 naast die van Huisman, op weg naar een vierde seizoenszege. "Het was winnen of niets", vertelt Kumpen, die zich naast de algemene titel ook verzekert van de kroon bij de rijders en eerder dat seizoen bovendien voor een vierde maal de 24 Uur van Zolder won, een record dat hij toen deelde met ex-teamgenoot Vincent Dupont.
Van één boerenjaar naar het volgend dus, hoewel Bert Longin zich nog herinnert dat het niet over rozen ging. "Onze Chrysler Viper GTS-R was echt volledig uitontwikkeld. Alle beschikbare vleugels, splitters en motorevoluties hadden we op de auto gemonteerd, maar in feite was de Corvette een wagen van een nieuwe generatie. Die bolide was intrinsiek sneller en we moesten dus heel wat risico's nemen om nog maar te kunnen aanklampen. Uiteindelijk werden we opnieuw kampioen, al was de reden daarvoor zonder twijfel het team van Paul Kumpen. Dat was toen al gigantisch ervaren en wist op vlak van pitstops en strategie altijd net dat tikkeltje extra te presteren."
De ommekeer in 2005
Het seizoen nadien laat GLPK op internationaal niveau zijn oog vallen op... een Chevrolet Corvette C5-R (een ex-fabriekswagen die onder meer de 12 Uur van Sebring won). Die bolide start in de FIA GT, met twee zeges en drie podia als resultaat. In Belcar draait het met de Viper allesbehalve op wieltjes, met zelfs een crash tijdens de 24 Uur van Zolder. David Hart trekt evenwel naar SRT om daar Marc Goossens te flankeren op de Corvette C5-R. Die beslissing is een schot in de roos, want SRT mag twaalf maanden later zowel de titel in de topklasse GTA als de algemene titel vieren. Daarnaast rondt Marc Goossens het seizoen af als kampioen bij de rijders. Zijn voormalige teamgenoot Franz Lamot is naar RTM Racing verkast en wordt met Rudi Penders niet alleen kampioen in de GTB-klasse, maar eindigt bovendien op een onverhoopte tweede plaats in de algemene ranking.Foto's: Marnik Mouchaers, Martijn Wouters & RACB
Tweet