De link tussen DTM-kampioen Eric van de Poele en BMW Team RBM

Toen de journalisten samenkwamen om met BMW en Juma te overleggen over de namen die zij voorstelden, verduidelijkte de betreurde Julien “Juma” Mampaey, vader van Bart, meteen dat er diende gekozen te worden voor één rijder, voor het volledige seizoen. Reden: met pakweg acht verschillende rijders, zou het moeilijk werken zijn om steeds de juiste afstelling te vinden van de bijna standaard-groep N-BMW 323i. Er werden heel wat namen geciteerd van jonge beloftevolle rijders, maar de meesten hadden al een druk programma in de éénzitterij. Toen liet iemand de naam vallen van Eric van de Poele. Wie? Ach ja, in 1983 de winnaar van het Franse Ecole Avia La Châtre Stuurwiel! Het was een moeilijk debuut voor de neofiet in het hoogstaande Frans Formule 3-kampioenschap – gedomineerd door Olivier Grouillard, voor Frédéric Delavallade en Pierre-Henri Raphanel – en één jaar later zat dezelfde Van de Poele zonder centen en zonder stuur voor het komende seizoen. De redding kwam er via een telefoontje vanuit de vergaderzaal in de Brusselse Aarlenstraat.


In de race zelf verloren Van de Poele-Heyer slechts door de komst van de pace-car een zekere podiumplaats aan de TWR Rover Vitesse van Walkinshaw-Percy, maar zijn naam was gemaakt.
Toen men een tijd later in München overlegde over de namen van de kandidaten voor de selecties van het BMW Junior-programma en de naam van de Belg viel, wist men meteen wie men het had. Van de Poele zag zich prompt opgenomen in het lijstje voor de BMW-testdagen op de Nürburgring. Omdat hij geen Duits sprak diende hij zich enkel tijdens de tests op de piste te meten met de Duitse concurrenten. Dat volstond voor de jury om de Belg op te nemen binnen de rangen van het BMW Junior Team voor een seizoen in DTM in 1987.

Eric zorgde dat jaar voor nog andere sterke nummertjes. Zoals pendelen tussen Spa en het Duitse Wunstorf om er tegelijk zijn kansen in DTM te verdedigen en… in de 24 Uren van Spa samen met CiBiEmme-teammaats Jean-Michel Martin en Didier Theys BMW aan een 12de overwinning te helpen. Dat drukke programma weerhield hem er trouwens van om op zondag tijdig vanuit Wunstorf terug te keren, waardoor hij niet op het podium geraakte om samen met Martin en Theys de champagne te ontkurken.
Het leverde hem voor het seizoen 1988 wel het statuut op van BMW Motorsport-fabriekscoureur, voor een laatste campagne in het EK Toerisme als Schnitzer-collega van Roberto Ravaglia, Emanuelle Pirro en Fabien Giroix. Aan de zijde van Europees kampioen Roberto Ravaglia won Eric de Zolderse EG Trophy en stonden Ravaglia-Van de Poele op het laatste Europese EG Trophy-podium één trede hoger dan een zekere Pierre Dieudonné - toen in de Sierra Eggenberger samen met Frank Biela -, terwijl Thierry Tassin (als co van Jean-Claude Andruet in een Luigi Sierra) derde werd. Dit seizoen is diezelfde Tassin coördinator van het WRT-programma in DTM.
Na het mislukken van de korte passage in de Formule 1 – achtereenvolgens bij Team Modena, Brabham en Fondmetal - keerde VdP via Nissan terug naar de toerwagenklasse. In 1998 won hij samen met Marc Duez en Alain Cudini de 24 Uren van Spa in een BMW 320i, een wagen die werd gerund door een zekere Bart Mampaey. Meteen ook de start van het succesverhaal van BMW Team RBM.
Persbericht BMW
Tweet