Formule 1-team Renault maakt de R.S.18 wereldkundig

Vandaag presenteerde ook het Renault Sport Fomula One Team zijn Formule 1-bolide voor 2018, nadat eerder op de dag het Alfa Romeo Sauber team al het doek haalde van hun nieuwste creatie. De R.S.18 zal deze jaargang worden bestuurd door Nico Hülkenberg en Carlos Sainz jr. Volgens de Franse renstal is de wagen vooral een evolutie van de auto van 2017 met nog groeipotentie.

Wat als eerste opvalt bij het zien van de nieuwe F1-auto van Renault is de vernieuwde livery. Er is dit jaar gekozen voor een heldere kleur geel met meer zwarte accenten dan voorgaande jaren. De Renault R.S.18 is een upgrade van de R.S.17, waarbij vooral het ophangingssysteem is verbeterd door het team met een vernieuwde basis in het Britse Enstone. Verder valt op dat de sidepods een andere vorm hebben gekregen en natuurlijk ook de introductie van de onvermijdelijke Halo. Ook is conform de reglementen voor 2018 de haaienvin zo goed als verdwenen. Renault verwacht met de V6-motor voor komend seizoen qua vermogen en betrouwbaarheid een flinke stap voorwaarts te zetten, iets wat de klantenteams van Red Bull en Mclaren zeker als muziek in de oren moet klinken. De Brit van Koreaanse afkomst Jack Aitken wordt reserve rijder bij Renault, de Rus Artem Markelov krijgt de rol van ontwikkelingsrijder.

Jack Aitken, Carlos Sainz Jr., Nico Hülkenberg & Artem Markelov

Het team van Renault, dat in 2016 zijn rentree als fabrieksteam maakte in de Formule 1, denkt dit jaar de aansluiting te kunnen vinden met de topteams. “2017 was in vele opzichten succesvol”, zegt teambaas Cyril Abiteboul. “Het was het tweede jaar van onze wederopbouw en een nieuwe stap met het oog op onze plannen voor de lange termijn. Ons voornaamste doel voor 2018 is om de blijvende vooruitgang kleur te geven met resultaten. We willen laten zien dat we op ieder vlak progressie boeken: met de krachtbron, het chassis, maar ook betreft de rijders en de manier waarop het team gerund wordt. Alles moet beter dit jaar, en we moeten blijven groeien”, aldus de Fransman.