Formule E als labo voor de ontwikkeling van elektrische wagens

In een eerder artikel op deze website kon je al lezen hoe de wereld van de autosport steeds meer onder stroom komt te staan. Met de Formule E heeft men zelfs een te duchten concurrent voor de Formule 1 en de Formule 2 te pakken. Dat autofabrikanten zo gretig investeren in de Formule E hoeft niet te verbazen. De racesector is een welgekomen laboratorium voor autobouwers die graag nieuwe ideeën uittesten. Ideeën die misschien wel hun weg zullen vinden naar de elektrische personenwagens van morgen.

Het racecircuit voor elektrische wagens

Formule E is een elektrische variant op Formule 1 en Formule 3, met als voornaamste verschil dat alleen elektrische wagens mogen deelnemen. Het zal niet verbazen dat dergelijke races anders verlopen dan wat je bijvoorbeeld van de Formule 1 gewend bent. Zo zijn de races veel korter, een gevolg van de accu die leegstroomt. Ook worden er geen pitstops ingelast, want het is natuurlijk niet mogelijk om de accu in enkele seconden opgeladen te krijgen – daar is de technologie (nog) niet. Zo duurt een race ongeveer drie kwartier. Ook zijn de auto's relatief zwaar, een gevolg van de accu die al snel 385 kilogram weegt. Uiteraard trekken de auto's wel gewoon in enkele seconden op tot 100 km/u en behalen ze topsnelheden van wel 280 km/u.

Logisch dat elektrische autofabrikanten thuis zijn in de autosport

De autosport is altijd al een plek geweest waar autofabrikanten aan de slag gaan met nieuwigheden. Het gaat daarbij heus niet alleen om de automerken die bekendstaan omwille van hun sportieve vierwielers. Ook bijvoorbeeld ŠKODA, het bedrijf achter onder meer de elektrische SUV ENYAQ iV, heeft een verleden in de autosport. En niet zomaar een.
Zo ontwikkelde ŠKODA bijvoorbeeld ooit de ŠKODA 1100 OHC, ontworpen om het de Ferrari's van weleer moeilijk te maken en om te scoren op Le Mans. Voor autoproducenten is de autosport dan ook allesbehalve een verliespost. Er stromen grote budgetten naar de ontwikkeling van raceauto's die net dat tikkeltje meer bieden. Dergelijke investeringen zorgen vroeg of laat voor innovaties op de particuliere markt.
De autosport staat autofabrikanten toe om te investeren, om te experimenteren en om de investeringen minstens in bekendheid, media-aandacht en een positief imago om te zetten. En als het meevalt ook nog eens in technische innovaties die ze commercieel kunnen aanwenden. Het zijn bovendien niet alleen autoproducenten die experimenteren op het racecircuit, want ook bijvoorbeeld bandenfabrikanten gebruiken het om nieuwe ideeën uit te testen.

Elektrische autosport als laboratorium voor ideeën

Niemand durft nog te ontkennen dat de particuliere automarkt de komende jaren steeds elektrischer zal worden. Van België moet het, van Europa moet het en de consument lijkt het steeds meer te willen. Omdat er nog heel wat te onderzoeken valt – en marktaandeel te veroveren –, is de Formule E extra interessant voor autoproducenten.
Veel van de technische innovaties uit de F1 worden nu al gebruikt voor elektrische wagens. Het gaat dan vooral om het gebruik van lichte materialen en om gestroomlijnde ontwerpen. Een lichtere auto en een beperkte luchtweerstand zorgen ervoor dat auto's energiezuiniger rijden en dat er meer kilometers uit de elektrische accu worden gehaald. In de toekomst hoopt men dat de Formule E voor talloze andere innovaties zal zorgen. Hoe dan ook renderen de investeringen. Succesvolle teams bewijzen namelijk dat ze succesvolle auto's ontwikkelen. En vroeg of laat kan dat de consument overtuigen. Overtuigen om een elektrische auto te kopen. En als het meevalt: overtuigen om net hún elektrische auto te kopen.

Persbericht DB Online Marketing