van der Horst

Hoe de wereld van de autosport steeds elektrischer wordt

Cupra E_Racer
Cupra E_Racer
Als het van Europa afhangt, rijden we binnenkort allemaal in een elektrische wagen. Autofabrikanten zetten dan ook alles op alles om technische sprongen te maken en om een ideaal evenwicht te vinden tussen prestaties en batterijcapaciteit. Ook in het racelandschap waait de wind van de elektrische vernieuwing. De eerste elektrische raceauto's die het kunnen opnemen tegen de F1-auto's verschijnen dan ook ten tonele.

Elektrische raceauto verslaat een F1-wagen

Dat autofabrikanten sterk inzetten op elektrische raceauto's is een goede zaak. De eerste auto's van bedrijven als Mercedes en Renault waren raceauto's. Men snapte dat als men reuzensprongen wilde zetten, men sterk moest focussen op de racerij. De concurrentie is er enorm en de technologie die eruit voortspruit, vindt uiteindelijk ook zijn weg naar de consumentenmarkt. Het is een van de redenen waarom experts hoopvol uitkijken naar de nieuwste generatie elektrische racemachines.

Voor een van de primeurs moeten we terug naar het jaar 2019, toen er op het Goodwood Festival of Speed in West Sussex een record werd gevestigd. Voor het eerst was een elektrische raceauto sneller dan een F1-auto. Het record dat in 1999 werd vastgelegd door Nick Heidfeld, die het complexe parcours van 1,86 kilometer in 41,6 seconden aflegde, werd toen verbroken. Twintig jaar lang bleef het record overeind, tot drievoudig Le Mans-winnaar Romain Dumas in zijn elektrische Volkswagen ID.R. kwam aanrijden en hetzelfde traject in slechts 39,9 seconden aflegde. Daarvoor had zijn elektrische wagen zelfs 'maar' 680 pk nodig, terwijl Nick Heidfeld het in 1999 nog met de kracht van 780 paarden moest doen.

Formule E is aan een opmars bezig

Lange tijd was de Formule E, de autosportklasse met enkel elektrische auto's, een discipline die laag werd aangeschreven en die zelfs op hoongelach kon rekenen. Het eerste elektrische kampioenschap werd in het seizoen 2014-2015 gehouden, maar vooral de laatste jaren worden er grote stappen gezet. Aanvankelijk werd de sportklasse kansloos genoemd, maar langzaamaan bewijst men dat het zelfs diehard-F1-fans wat te bieden heeft.

Onder andere Audi, Volkswagen, Jaguar, Renault, Venturi, Mahindra, Nissan, BMW en Mercedes zijn al van in de begindagen betrokken bij de ontwikkeling van auto's voor de Formule E. Ook andere fabrikanten lijken intussen de wind der elektrische vernieuwing te voelen. Zo ook Lotus, dat eerder dit jaar digitale tekeningen liet zien van de nieuwe Lotus E-R9. De Lotus E-R9 moet een elektrische langeafstandsracer worden en is uitgegroeid tot het uithangbord op het gebied van technische kennis.

Welkom in het tijdperk van vliegende, elektrische auto's

Terwijl de Formule E nog in volle ontwikkeling is, zijn er producenten die nog een stuk revolutionairder zijn. Zo is er het Nederlandse bedrijf PAL-V dat eerder dit jaar de Airspeeder Mk3 voorstelde. Het is meer dan gewoon een elektrische raceauto, want het is 's werelds eerste elektrische, vliegende raceauto. De auto heeft geen wielen en zweeft boven de grond. Het heeft net als de Audi SQ7 een vermogen van 320 kW, met het verschil dat de Airspeeder Mk3 slechts 130 kilogram weegt en de Audi SQ7 2,5 ton.

De eerste versie van de Airspeeder Mk3 gaat in 2,8 seconden van nul naar honderd kilometer per uur, kan haarspeldbochten nemen en kan tot 500 meter hoog vliegen. Het vervangen van de batterij duurt slechts veertien seconden. Onder andere McLaren, Brabham en Tom Walkinshaw Racing hebben aan de ontwikkeling bijgedragen. Het is zelfs de bedoeling dat de Airspeeder Mk3 volgend jaar al aan races zal deelnemen. En zo is er wellicht een nieuwe autosportklasse geboren. Kansloos? Dat zal de toekomst moeten uitwijzen, maar wij denken van niet.

Persbericht DB Online Marketing - Foto: David von Diemar



Dit artikel werd gepubliceerd door de redactie in Varia op woensdag 5 januari 2022.
  • Dreamdrive

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons