Nicolas Van Dierendonk: “De GT’s moeten blijven bestaan in België”
Het voorlaatste weekend was er eentje om snel te vergeten bij het West-Vlaamse team. Tijdens een privétest één dag voor de wedstrijd kreeg Nicolas Van Dierendonk te kampen met een zwaar onderstuurde Ferrari. Na een stop in de pitlane werd hij opnieuw de baan opgestuurd en even later ging het volledig mis. Het leek alsof het differentieel plots 100% gesperd was. Na het uitkomen van Stavelot en nog voor het insturen van Blanchimont was de wagen dan ook logisch onbestuurbaar en knalde loeihard in de muur. Te elfder ure werd voor de wedstrijd een Porsche 997 van stal gehaald bij First Motorsport, maar deze kon in snelheid niet op tegen de Porsches 991 en Ferrari’s 458 Challenge. Ondanks een aanrijding konden ze de Porsche alsnog als vierde over de eindmeet loodsen, maar er gingen kostbare punten en tijd verloren.
“De Wet van Murphy heeft zwaar toegeslagen,” gaat Nicolas verder. “Met de Ferrari hadden we voor de overwinning kunnen rijden . Na de aanrijding had de Porsche op eigen kracht de pitlane kunnen bereiken, maar een baancommissaris oordeelde echter dat er een takelwagen aan te pas moest komen en zodoende verloren we 15 ronden alvorens we onze weg konden verder zetten. Niets aan te doen, dit is koers".
We vroegen Nicolas ook zijn mening omtrent de ‘BRCC 2015’ dat reeds héél wat inkt deed vloeien. Het gaat hier in grote lijnen over de beslissing van promotor Kronos om de BRCC in 2015 onder te brengen als een aparte Klasse in andere kampioenschappen genre Supercar Challenge, GT Tour, British GT en GT Open.
Van Dierendonk: “Hierover heb ik gemengde gevoelens. Laat ons duidelijk zijn dat de mensen achter de BRCC reeds drie seizoenen in het rood draaien en het siert hen om het geheel niet gewoonweg op te doeken. Geen nationaal kampioenschap omloop zou desastreus zijn en ze hebben gekozen voor een oplossing waarvoor ik begrip kan opbrengen. Emotie is ook belangrijk en ik vind dat tot de verbeelding sprekende wagens als GT3 en GT Cup aan de top van een nationaal omloopkampioenschap moeten blijven staan, ook al zijn dat nu maar 10 à 15 auto’s. Dit sluit echter niet uit dat andere formules met minder dure wagens ook succesvol kunnen zijn, maar zolang het kan zou ik toch graag hebben dat deze wagens samen met de GT’s op de Belgische circuits in een nationaal kampioenschap rijden naar analogie van de vroegere Belcar".
Zodoende komt opnieuw het pijnpunt boven dat autosport op hoog niveau en binnen België quasi onbetaalbaar is en op weinig return kan rekenen van vele teams.
“Het is een vaststaand feit dat autosport op hoog niveau momenteel gestoeld is op de goodwill van gefortuneerde en gepassioneerde gentlemen drivers die het zich kunnen permitteren om een snellere en meer ervaren piloot naast zich te zetten. Twee of meerdere toprijders met een eigen passend budget is een uitzondering".
"Er is eerst en vooral de economische malaise die parten speelt en het feit dat autosport alsmaar duurder wordt. De malaise is het best te voelen aan de voorstellen welke je als amateur krijgt om met topmateriaal in grote internationale series te rijden, gewoon om budgettair alles te laten kloppen. Ik beschouw mezelf als een amateur die professioneel leeft voor de sport. Ik doe er alles aan om er constant de scherpe kantjes af te vijlen en laat me daarvoor begeleiden door de ervaren Jeffrey Van Hooydonk. De theorie kun je leren op een dag, maar die combinatie van kracht, snelheid, accuraatheid en vooral timing is toch een constante uitdaging. Ondanks mijn leeftijd van 51 jaar ben ik nog steeds zeer gepassioneerd en wil altijd maar sneller en beter worden. Dat is de sportman in mij".
“Daarom zou ik uiteraard liever in een apart Belgisch kampioenschap rijden, maar het moet ook leefbaar blijven. Kronos stuurt constant uitnodigingen naar de teams om hierin mee te denken, maar niemand lijkt een antwoord klaar te hebben dat iedereen kan verenigen. Het is deze onduidelijkheid welke volgens mij de oorzaak is van de “animo” rond het kampioenschap. Het is wel duidelijk dat een liberaal reglement zoals bij de Supercar Challenge gemakkelijker op een succesvol business model te enten is dan een geheel van internationale en nationale reglementen. Let op, deze reglementen geven ook waarde aan een kampioenschap, maar momenteel is de economische situatie enerzijds en het feit dat de auto in zijn geheel toch zwaar maatschappelijk geviseerd wordt anderzijds, geen goede voedingsbodem voor het aantrekken van een redelijk sponsorbudget".
"Omdat BRCC geen enkele auto kan missen omwille van het budget, wordt er door de teams toch soms teveel druk op de organisatie gezet. Ik vind wel dat een deel van de bijhorende “wandelgangen” gesprekken te wijten zijn aan een gebrek aan duidelijke communicatie. Zeker wanneer er een dubieuze beslissing valt, moeten geschillen intern worden aangepakt en moet de BRCC eerst communiceren over het incident voor iedereen anders dat doet. Er moeten hier betere afspraken worden gemaakt met de teams. Naast het sportieve en competitieve is een “goeie ambiance” toch ook essentieel om meer volk aan te trekken. Anders doen we aan zelfdestructie in een toch al geteisterde autosport. In tegenstelling tot de financiële realiteit, is dit wel iets waar we verandering in kunnen brengen. In de koers tegen elkaar, maar naar de buitenwereld als één blok voor onze sport. Soms is er niet veel nodig om de vlam er terug in te krijgen, kijk maar naar de 24H Zolder".
Foto's: Martijn Wouters, Georges De Coster, Vincent Wouters, PGCCB, Thems Racing by Powercars.
Tweet