van der Horst

Opinie: Vandoorne en Honda, een bondgenootschap om McLaren te ontmaskeren

Stoffel Vandoorne
Stoffel Vandoorne
"Mocht ik teambaas zijn bij Toro Rosso, zou ik geen moment aarzelen om Stoffel Vandoorne in te lijven." Met die hypocriete en schaamteloze uitspraak maakte McLaren-teambaas Zak Brown zich niet bepaald populair bij de Belgische Formule 1-fans. En toch zou een plekje bij Toro Rosso heel wat mogelijkheden bieden voor onze landgenoot. Niet alleen om zijn eigen carrière opnieuw te lanceren, maar ook om samen met Honda aan te tonen dat Kapitein Zak zich aan boord bevindt van een zinkend schip.
Het is een koude winterdag, begin februari van dit jaar, wanneer Fernando Alonso op pad wordt gestuurd met de nieuwe MCL33. McLaren heeft na drie jaar afzien het juk van de rotslechte Honda-motor van zich afgegooid en zal met de steun van Renault op zijn minst strijden voor podiumplaatsen. Althans, dat beweert de leiding van de Britse F1-constructeur sinds de aankondiging van de nieuwe samenwerking in Monza, nu exact een jaar geleden. Een zekere bescheidenheid was op zijn plaats geweest, want al snel blijkt - en het is maar een van de vele problemen - het koetswerk van de oranje bolide zowaar te dicht bij de krachtbron gemonteerd te zijn. De mecaniciens moeten gaten maken om de hitte te laten ontsnappen, een bewijs van het amateurisme dat in het team uit Woking is geslopen. Om van de ondertussen beruchte mislukte pitstop van Stoffel Vandoorne nog maar te zwijgen.

 

Drie jaar lang heeft Honda de vernederingen van Fernando Alonso en McLaren moeten ondergaan. Samen zouden ze de geschiedenis laten herleven, maar het tegendeel was waar: Honda werd aan de schandpaal genageld door een krachtbron die zelfs te min was om een vuist te maken in GP2. We reconstrueren hier niet de volledige tijdlijn van de vechtscheiding, maar de reputatieschade die de Japanse constructeur drie jaar lang heeft geleden, moet van een ongeziene omvang zijn. Honda is er, na een meer dan degelijk debuutseizoen bij Toro Rosso, in geslaagd om de vloek van McLaren van zich af te gooien. En McLaren? Wel, zij steken maar best de hand in eigen boezem, want ook zonder de Japanse krachtbron is de auto niet vooruit te branden.

Gemiste kans

Wie herinnert zich nog de dag waarop Stoffel Vandoorne een voorstel kreeg om bij Toro Rosso aan de slag te gaan? Stoffel nam toen de 'veilige' keuze en bleef waar hij was... Een keuze die door iedereen werd toegejuicht, want McLaren zou hem de ontwikkeling geven die hij nodig had om wereldkampioen te worden. Red Bull behandelde zijn jonge rijders genadeloos en wie niet presteerde, moest onverbiddelijk afdruipen. Geen ideale omgeving dus om aan een langdurige carrière te werken. Wat blijkt echter vandaag? Sinds het voorstel van Red Bull, anno 2013, hebben al vier rijders uit het jongerenprogramma een kans gekregen bij het moederteam: Daniel Ricciardo, Daniel Kvyat, Max Verstappen, en, vanaf volgend seizoen, Pierre Gasly. Nee, het was een beter idee om Vandoorne zolang mogelijk te laten rijpen, eerst twee seizoenen in GP2 en vervolgens nog een jaartje in de Japanse Super Formula. Om vervolgens wel tien jaar lang de leider te kunnen worden van McLaren.

Die droom kunnen we dus opbergen, maar onze allerbeste Zak Brown, die uiteraard het beste voorheeft met Stoffel Vandoorne, had onze nationale F1-hoop nu graag bij Toro Rosso gezien. En laat dat uitgerekend het team zijn dat dit seizoen met succes de Honda-motor in de auto heeft ingebouwd. Na het eindeloze getreiter heeft Honda dit seizoen zijn middelvinger kunnen opsteken richting McLaren, niet met valse beschuldigingen, maar met resultaten op het circuit. Hoe mooi zou het zijn mocht nu ook Stoffel Vandoorne laten zien wat voor een kermisteam McLaren is geworden? 
 



Dit artikel werd gepubliceerd door Gregory Deguelde in Formule 1 op donderdag 6 september 2018.
  • LTF

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons