Aanrader: Een bezoek aan het Nationales Automuseum

Duitsland is sinds 23 juli een museum rijker en niet zomaar eentje: het Nationales Automuseum herbergt een 150-tal absolute topwagens daterend van 1886 tot nu. Stuk voor stuk het bekijken waard en dus trok ook Autosport.be naar de gemeente Dietzhölztal, op zo'n tweeënhalf uur rijden van de Belgische grens.

Al van bij het binnenkomen is het ons duidelijk, hier is niet op een euro gekeken om de bezoeker een bijzondere ervaring te bezorgen. De collectie is grotendeels eigendom van Prof. Dr. Friedhelm Loh, een Duitse industrieel die gefascineerd is door techniek in het algemeen en de automobiel in het bijzonder. Voor we op ontdekking gaan in het museum installeren we nog snel de app, waarop we dan voor elke auto extra informatie en interessante weetjes kunnen opzoeken.

Beginnen doen we met de tijdelijke expo rond 100 jaar Le Mans, die nog tot begin volgend jaar loopt. Twintig wagens uit de geschiedenis van de beroemde Franse etmaalrace staan er piekfijn uitgestald. De Ferrari 330 P3 / 412 P is zonder twijfel één van de toppers. Chassis 844 reed in Le Mans in 1966 en maakte het jaar daarop ook deel uit van de 1-2-3-finish van de Italiaanse constructeur in Daytona. Daarnaast is er ook de Ferrari 250 S Berlinetta Vignale die in 1952 aan de start stond in Le Mans en daarnaast ook de Carrera Panamericana en Mille Miglia reed. Die laatste wedstrijd werd zelfs winnend afgesloten en daarom is de wagen ook in die kleurstelling, met startnummer 611, tentoongesteld.

Eén van de deelnemers uit de recentere geschiedenis is de Mercedes CLR, waarmee het merk met de Ster een gooi wilde doen naar de eindzege in 1999. Het draaide allemaal iets anders uit dan gepland, door een ontwerpfout had de auto de neiging om op te stijgen in de slipstream van een voorganger. Dat gebeurde ook, tweemaal in de trainingen met Mark Webber achter het stuur, terwijl de beelden van een vliegende Peter Dumbreck in de eerste uren van de wedstrijd tot het collectieve autosportgeheugen behoren. Het startnummer 6 was de enige auto die heel bleef en vlak na de crash van Dumbreck werd teruggetrokken uit de race. De wagen staat broederlijk opgesteld naast de Sauber-Mercedes C9 van tien jaar eerder.

Nog een wagen uit het Groep C-tijdperk is de Porsche 956, die in dit soort tentoonstellingen uiteraard niet mag ontbreken. Leuk detail, het gaat hier om chassisnummer 009, oftewel de meest succesvolle 956 van allemaal. Ook de Porsche 917 staat iets verder te pronken, dit is de auto waarmee David Piper en Gijs van Lennep de 24 Uur van Le Mans afwerkten in 1970. Daarnaast zien we ook de Porsche 550 Spyder, deelnemer in 1957, het was overigens in zo'n wagen dat James Dean in 1955 verongelukte.

Wie aan de meer recente geschiedenis van de 24 Uur van Le Mans denkt kan niet om Audi heen. Nog voor het betreden van het museum zien we van op de parking al de R18 e-tron quattro uit 2012 staan. Eénmaal binnen kunnen we ook een blik werpen op de doorsnede van de R18. De winnende R8 uit 2004 staat er ook, in de kleuren van Team Goh, mét overwinningsbeker en de helmen van Tom Kristensen, Dindo Capello en Seiji Ara. Beneden, aan de ingang van het restaurant, zien we dan weer de R8C waarmee het avontuur voor Audi begon in 1999.

Wij kwamen vooral voor de Le Mans-tentoonstelling, maar daarnaast bevat de collectie van het museum nog meer dan 120 unieke wagens. Zowel race- als straatwagens, of een mix, zoals de Mercedes CLK-GTR homologatieversie. Die staat er overigens twee maal want ook de roadster-versie mocht niet ontbreken. Ook enkele Formule 1-wagens, zoals de Ferrari F1-2000 en de McLaren MP4-5A, staan er, naast enkele DTM-wagens en heel wat oldtimerwagens. Maar geniet vooral van onderstaande beelden.

Na ons bezoek kunnen we in de shop terecht voor enkele souvenirs. Zo werden sommige modellen speciaal voor het Nationales Automuseum op schaal uitgebracht en is er ook het (Duitstalige) boek van Jörg Walz "Le Mans – Glanzlichter der ersten 100 Jahre" exclusief te verkrijgen. Wie graag een hapje eet kan in het restaurant van het museum terecht en er is zelfs een cinema "Capitol", in art deco-stijl, waar de bezoekers clips kunnen bekijken omtrent enkele tentoongestelde wagens. Het Nationales Automuseum is geopend van woensdag tot zondag van 11u tot 18u, in het weekend is het een half uur vroeger open. De toegangsprijs voor de permanente tentoonstelling is 19€, voor de expo rond 100 jaar Le Mans betaal je 9,5€. Een combiticket kost 25€. Het adres is Museumstr. 1 te 35716 Dietzhölztal. Meer info is te vinden op www.nationalesautomuseum.de.

Foto's: Geert Franquet