Corona-kronieken: Hoe JR Hildebrand zijn kans op eeuwige roem verspeelde

Gewoontegetrouw beginnen de voorbereidingen voor de Indy 500 lang op voorhand. Zo ook nu, want op donderdag 12 mei 2011 stonden de rookietesten gepland. Daar kwam JR Hildebrand voor het eerst in beeld. De Amerikaan doorliep zoals velen alle jeugdkampioenschappen alvorens het op te nemen tegen de grote jongens. Hij zou zich uiteindelijk plaatsen bij de 33 namen die op 29 mei de start zouden nemen. Daar zaten toen uiteraard ook ronkende namen tussen als Dario Franchitti, Alex Tagliani, Takuma Sato en zelfs één Belg: Bertrand Baguette.
Zoals elk jaar werd er een heel protocol afgewerkt. Onder meer Seal en Kelly Clarkson brachten het nationale volkslied en meervoudig Indy 500-winnaar A.J. Foyt kreeg de eer om met de pace car het veld voor te rijden. En dan begon de aartsmoeilijke opdracht om constant en strategisch 200 ronden af te leggen. Zesmaal moest de safety car uitrukken voor verschillende ongevallen, waarbij het licht voor de laatste maal op groen ging in ronde 164. Vanaf dat moment werd het een tactisch steekspel, waarbij de ene rijder na de andere de leiding nam, maar telkens net tekortkwam. Hetzelfde verhaal voor Baguette, die in ronde 189 de leiding nam, maar vier ronden voor het einde binnen moest komen voor brandstof. Hierdoor lag de weg naar eeuwige roem volledig open voor rookie Hildebrand en dit dankzij een uitgekiende strategie. Tot Dame Fortuna er helemaal anders over besliste.

Tijdens de laatste wedstrijd van het seizoen in Las Vegas bedacht IndyCar Series CEO Randy Bernard een uitdaging: één piloot zou starten vanaf de laatste plaats en als hij de race zou winnen, werd er een prijzenpot van vijf miljoen dollar verdeeld onder de piloot zelf en een fan in het publiek. Aangezien er geen toppers op afkwamen - Travis Pastrana was een naam die viel - vroeg hij het aan Wheldon, waarop de Brit toehapte. Zoals gepland vertrok hij als laatste en hij lag na 11 ronden op een 24ste plaats toen het noodlot toesloeg: een zwaar ongeval met maar liefst 15 wagens waarbij Wheldon tegen de omheining van het circuit vloog met een snelheid van 266 km/u. Wheldon zou nog overgebracht worden naar het ziekenhuis, maar werd uiteindelijk dood verklaard.
Heel de gemeenschap van de IndyCar Series was er kapot van en de serie zou nooit meer terugkeren naar de Las Vegas Motor Speedway. Ook was men toen bezig met de introductie van een nieuw chassis dat na het ongeval de naam DW-12 kreeg. En hoe is het met Hildebrand tot nu toe vergaan denkt u? Die is in Indianapolis nooit dichter gekomen dan die tweede plaats achter een tweevoudig Indy 500-winnaar.Foto's: IndyCar Series
Tweet