van der Horst

Een overzicht van de loopbaan van Fernando Alonso

Fernando Alonso
Fernando Alonso
Fernando Alonso nam eerder deze week de beslissing om te stoppen met Formule 1. Veel mensen zijn teleurgesteld dat iemand met zijn talent de koninginnenklasse van de autosport achter zich laat. Anderen kijken dan weer reikhalzend uit om de naam Alonso in andere kampioenschappen te zien starten. Zoals menig succesvolle piloot was zijn loopbaan niet zonder controverse, maar zowat iedereen is het er over eens dat de F1 afscheid neemt van een van zijn beste piloten aller tijden, volgens velen de beste van de huidige generatie. We blikken terug op de loopbaan van Fernando Alonso Diaz uit het Spaanse Oviedo.
  • Prospeed Competition
Fernando Alonso in 2000 - Team Astromega
Fernando Alonso in 2000 - Team Astromega
Fernando Alonso werd geboren in 1981 in Oviedo en reeds in 1984 zat hij in een kart. Van 1993 tot 1996 werd hij vier keer op rij Spaans kampioen bij de junioren, een prestatie die hij herhaalde op wereldniveau in 1996. Een trapje hoger, in Inter-A, werd hij in 1997 meteen Spaans en Italiaans kampioen en in 1998 Spaans kampioen en vicekampioen in Europa. In 1999 maakte Alonso de overstap naar de autosport met een seizoen voor het Spaanse Campos in de toenmalige Euro Open by Nissan (World Series by Nissan). Van de zestien wedstrijden won hij er zes waarbij hij eveneens meteen kampioen werd. Hij kreeg een test in de Formule 1 en was daarbij anderhalve seconde sneller dan de concurrentie. In 2000 kwam hij aan de start voor Astromega in de Formule 3000, naast een testrol bij het F1-team van Benetton. Het seizoen verliep moeizaam met pas in de zevende wedstrijd punten. De slotfase was evenwel veel beter met een tweede plaats op de Hungaroring en pole, winst en snelste rondje op Spa-Francorchamps. Alonso werd zo nog vierde in de eindstand, indrukwekkend genoeg voor Minardi-teambaas Paul Stoddart om hem een kans te geven in de Formule 1.

Fernando Alonso in 2003 - Mild Seven Renault F1 Team
Fernando Alonso in 2003 - Mild Seven Renault F1 Team
Bij zijn debuut in de F1 was Alonso meteen 2,6 seconden sneller dan Minardi-ploegmakker Tarso Marques die toch al 12 GP’s ervaring had. De Spanjaard verbaasde het grote publiek met bij momenten uitstekende prestaties in een heel erg zwakke wagen. Dat hij het seizoen met nul punten eindigde had dan ook niets te maken met het talent en de inzet van de man uit Oviedo. Regelmatig hield Alonso in de kwalificatie en in de race in theorie veel competitievere wagens achter zich (Benetton, BAR, Jaguar) en hij kon meteen rekenen op interesse van verschillende teams. Zijn manager, en tevens Renault-teambaas, Falvio Briatore liet hem echter een stap achteruit nemen om er vervolgens twee vooruit te maken. Alonso werd in 2002 testpiloot bij het Franse team om in 2003 het racezitje van Jenson Button over te nemen en teamgenoot te worden van Jarno Trulli. In amper zijn tweede race, Maleisië, vertrok Alonso reeds van op pole, de jongste polesitter op dat moment. Hij zou ook op het podium eindigen, een prestatie die hij nog driemaal zou herhalen met onder meer een zege in Hongarije, wederom als jongste ooit tot dan. Naast deze successen kende hij in Brazilië ook een bijzonder harde crash. Doordat hij niet genoeg vertraagde bij een gele vlag-situatie knalde hij met 290 km/u op een stilstaand wiel van een vorige crash. Het eindigde het seizoen als zesde. Met de dominantie van Ferrari in 2004 zaten er dat jaar geen zeges in, maar Alonso steeg wel in de eindstand naar de vierde plek met opnieuw vier podia.

Fernando Alonso en Renault vieren hun tweede titel
Fernando Alonso en Renault vieren hun tweede titel
In 2005 stond de F1 op zijn kop na vijf titels op rij voor Michael Schumacher. Plots was de Ferrari niet langer competitief en namen Renault en McLaren de touwtjes in handen. Alonso won vier van de eerste zeven races en bouwde een grote voorsprong uit op Kimi Raikkonen. Zijn nieuwe ploeggenoot, Giancarlo Fisichella, was over het algemeen kansloos tegen de Spanjaard. In de tweede helft van het seizoen had McLaren de Renault ingehaald qua snelheid, maar zeker niet qua betrouwbaarheid. Raikkonen kon de sterren van het dak rijden, Alonso zag vaker de finish. Na een derde plaats in Brazilië was de wereldtitel een feit. Met zijn amper 24 jaar brak hij het 23 jaar oude record van Emerson Fittipaldi. In 19 races stond hij maar liefst 15 maal op het podium, waarvan zeven maal als winnaar. In het begin van 2006 stormde Alonso naar zijn tweede wereldtitel: in de eerste negen races werd hij zesmaal als winnaar afgevlagd, de overige wedstrijden was hij tweede. Toch kreeg hij nog tegenstand en wel van een zekere Michael Schumacher, aan zijn (op dat moment) laatste seizoen bezig. De pech die de Duitser in de eerste helft van het seizoen kreeg, viel nu plots Alonso te beurt en het werd nog een spannende titelstrijd. De beste van de vorige generatie tegen de beste van de nieuwe generatie. Met nog twee races te gaan was de tussenstand 116-116. In China plofte echter de Ferrari-motor en Alonso nam met een zege een optie op de wereldtitel. In Brazilië werd hij ‘rustig’ tweede en was voortaan tweevoudig wereldkampioen. Hij loofde Schumacher met de woorden dat elke titel zonder hem als tegenstander minder waarde had.

Fernando Alonso in 2007 - Vodafone McLaren Mercedes
Fernando Alonso in 2007 - Vodafone McLaren Mercedes
In 2007 koos Alonso voor een nieuwe uitdaging en maakte de overstap naar McLaren-Mercedes waar hij naast debutant Lewis Hamilton kwam te staan. Wat volgde was ongetwijfeld zijn meest controversiële seizoen. Het seizoen begon goed voor Alonso, McLaren had de beste wagen dat jaar en met twee zeges en twee andere podia in vijf races voerde hij de tabellen aan. In Monaco dubbelde hij iedereen tot en met de vierde plaats. Op de Nürburgring boekte hij een van zijn mooiere zeges door in de slotfase Felipe Massa in te halen in de regen. Inmiddels was de relatie met ploeggenoot Hamilton, die op handen werd gedragen door teambaas Ron Dennis, sterk verzuurd. Dieptepunt was Hongarije waar de Spanjaard de Brit hinderde in de pits tijdens de kwalificatie zodat deze geen ronde meer kon rijden. Ondanks nog een zege in Italië en de titelstrijd, liet Alonso nog voor het einde van het seizoen weten weg te willen bij de Britten die hem dan ook nog weinig steun boden. Bij de finale in Brazilië ging Ferrari-piloot Raikkonen op de valreep met de titel lopen, de Mclaren-piloten lieten zich door hun onderling gekibbel de kaas van het brood eten. De eindstand was een spectaculaire 110-109-109 en Alonso was op het podium meer tevreden dat niet Hamilton kampioen was dan teleurgesteld in het missen van een derde titel op rij. Hiernaast was Alonso ook betrokken in het spionageschandaal waarbij McLaren Ferrari bespioneerde. Door openlijk mee te werken en bewijsmateriaal te leveren, ontliep hij een sanctie.

Fernando Alonso in 2008 - ING Renault F1 Team
Fernando Alonso in 2008 - ING Renault F1 Team
Na het woelige 2007 keerde Alonso terug naar Renault dat inmiddels achteruit was geboerd. De R28 was niet de R25 of R26 waarmee hij wereldkampioen werd en meer dan vierde en zesde plaatsen leken er niet in te zitten. Dan kwam echter de Grote Prijs van Singapore. Op last van de teamleiding boorde teamgenoot Nelson Piquet Jr. zich bewust in de muur. De safety car die op de baan verscheen bij dat incident was ideaal voor Alonso en na een competitieve wedstrijd boekte hij zowaar een zege. Uit het onderzoek dat later zou volgen werd Alonso vrijgesproken, Pat Symonds voor enkele jaren geschorst en Flavio Briatore voor het leven. Toch zette Alonso deze "gestolen" zege nog recht door in Japan op eigen kracht nogmaals te winnen met de matige bolide en ook nog tweede de worden in Brazilië. Hij eindigde uiteindelijk nog als vijfde in de WK-stand. In 2009 zakte Renault nog verder weg en boekte Alonso slechts één podium: derde in… Singapore. Meer dan negende in de eindstand zat er niet in en na maanden geruchten trok de Spanjaard naar Ferrari waar hij Raikkonen verving die naar het wereldkampioenschap rally verhuisde.

Fernando Alonso in 2010 - Scuderia Ferrari Marlboro
Fernando Alonso in 2010 - Scuderia Ferrari Marlboro
In 2010 begon Alonso zijn carrière uitstekend bij de Italianen met meteen een zege in Bahrein. Met McLaren en Red Bull doorgaans competitiever was het echter tien races wachten op een volgende zege: Duitsland. Terwijl Red Bull en McLaren elk met twee titelkandidaten het einde van het seizoen ingingen stond Alonso er alleen voor. Aan de prestaties van Massa te zien, was het duidelijk dat de Spanjaard meer uit zijn bolide haalde dan er eigenlijk ogenschijnlijk in zat. Alonso boekte drie zeges en twee derde plaatsen in de laatste zes races, maar bij de finale in Abu Dhabi reed hij zich vast achter Vitaly Petrov en verloor de titel met vier puntjes aan Vettel. In 2011 was Alonso kansloos, Vettel was onaantastbaar en ook McLaren was beter. Met één zege, de Britse GP, werd de tweevoudige kampioen vierde in de eindstand. Het verschil met Massa was intussen alleen maar groter geworden en Alonso bleek naast een uitmuntend piloot ook geen aangename teamgenoot te zijn. Ook in 2012 haalde Alonso veel meer uit de Ferrari die in theorie geen kans had tegen de Red Bull. Ondanks dertien podia, waaronder drie zeges, werd Alonso wederom vicekampioen. Ditmaal was het verschil met Vettel slechts drie puntjes. In België had hij erg veel geluk toen bij een startcrash de Lotus van Romain Grosjean nét niet op zijn hoofd lande. In 2013 pakte Vettel de wereldtitel, zijn vierde, met een gemak dat sinds het "Schumacher-tijdperk" niet meer gezien was. Alonso kon wederom niet meer doen dan dat wat zijn wagen hem toeliet en met twee zeges werd hij alweer vicekampioen. In 2014 was het gedaan met de Red Bull-dominantie als de F1 het hybride-tijdperk introk. Ferrari werd evenwel, net als alle andere teams, nu overvleugeld door Mercedes. Voor het eerst sinds 1993 boekte het geen enkele zege. Alonso was het beu en koos voor een nieuwe uitdaging: McLaren-Honda.

Fernando Alonso in 2015 - McLaren Honda
Fernando Alonso in 2015 - McLaren Honda
Na twintig jaar koos McLaren er namelijk voor om de samenwerking met Mercedes stop te zetten, dit uit angst om tweederangsmateriaal te krijgen nu het merk de sport domineerde. De combinatie met Honda riep herinneringen op aan een roemrijke periode in de Formule 1 met Ayrton Senna en Alain Prost. In de periode 1988-1992 boekte de samenwerking vier constructeurstitels, vier rijderstitels en 44 zeges. Na een nieuwe samenwerking van drie jaar, 2015-2017, is het beste resultaat driemaal vijfde.., telkens Alonso. De onbetrouwbare en vooral hoogst oncompetitieve motor dwarsboomde Alonso’s zoektocht naar een derde titel. In 2017 begon Alonso er stilaan genoeg van te hebben en begon te dromen over autosport buiten de F1. Hij liet de GP van Monaco vallen en reed de Indy 500, de belangrijkste wedstrijd in de IndyCar Series. Hij kwalificeerde zich erg sterk meteen als vijfde, streed om de zege, maar viel uit door (oh ironie)… een kapotte Honda-motor. Het sprookjeshuwelijk in de F1 kwam nooit uit; voor 2018 liet McLaren Honda vallen en trok Renault aan als motorleverancier. De Franse motor was al een stuk betrouwbaarder, maar niet zo gek veel sneller, of toch niet in de McLaren. In vergelijking met Red Bull en Renault lijkt er duidelijk ook wat mis te gaan bij McLaren zelf. Na vier jaar ploeteren is Alonso het beu en de Spanjaard besloot deze week om (voorlopig) een punt te zetten achter zijn F1-loopbaan. Veel rijders zouden tekenen voor zo'n carrièrepad, maar voor iemand van zijn kaliber hebben twee titels een wrange nasmaak. Alonso zal altijd herinnerd worden als de man die acht(!) puntjes te kort kwam om geen twee maar vijf titels te pakken, evenveel als de grote Juan Manuel Fangio.

Toyota TS050 #8 - Alonso-Nakajima-Buemi
Toyota TS050 #8 - Alonso-Nakajima-Buemi
Daar waar F1-fans hem wellicht zullen missen kijken meer algemene autosport-fans uit naar zijn toekomstige plannen. Alonso heeft altijd te kennen gegeven de Triple Crown te willen boeken. Dit omvat de belangrijkste drie wedstrijden in de autosport winnen: de Grote Prijs van Monaco, de 500 mijl van Indianapolis en de 24 uren van Le Mans. Indien dit lukt, zou hij de enige man die hier ooit in slaagde evenaren: Graham Hill. De etmaalrace heeft hij reeds op zak. Alonso rijdt namelijk het volledige 2018-2019 World Endurance Championship en won in juni samen met Sébastien Buemi en Kazuki Nakajima de moeder aller races voor Toyota, weliswaar zonder echte tegenstand. Met ook winst in Spa voert het trio de tussenstand aan en lijkt Alonso op weg naar... de wereldtitel. Hij reed ook de 24 uren van Daytona, openingsmanche in de IMSA Weathertech SportsCar Championship en werd dertiende prototype samen met Lando Norris en Phil Hanson in de Ligier van United Autosports. Met Le Mans op zak, zijn alle ogen nu gericht op The States. NASCAR heeft hem reeds vriendelijk uitgenodigd voor hun grootste race, de Daytona 500, maar plausibeler is dat Alonso een heel seizoen in IndyCar gaat rijden. Dit zou logischerwijze voor Andretti Autosport moeten zijn, maar deze rijden met een Honda-motor, terwijl Alonso voor aartsrivaal Toyota aan de bak komt in het WEC. Een b-team met een Chevrolet-motor is het recentste gerucht. Alonso stopt met F1, maar nog lang niet met autosport..

Foto's: Georges de Coster & Racing International Photography



Dit artikel werd gepubliceerd door Jonathan Haesaerts in Formule 1 op vrijdag 17 augustus 2018.
  • STX Motorhomes

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons