Test Fiat Abarth 124 GT: Italiaanse nostalgie met Japans sausje

Rally-icoon


Autosport.be kreeg de kans om met de Fiat Abarth 124 GT op pad te gaan. Een kans die we ons niet lieten ontglippen.
MX5 na "Italian Job"

Binnenin voel je meteen dat je een in roadster zit, een echte raceroadster. De pedalen staan dicht bijeen, elegant in- en uitstappen is quasi onmogelijk (daarom hield ik mijn 8 maanden zwangere vrouw eruit) en het stuur lijkt wel tegen het raam en het zijframe geplakt. Na een paar uur rijden glinsterde de binnenkant van de voorruit al omdat bij het manoeuvreren onze blinkende kneukels er steevast contact mee zochten. Nog een minpuntje, en dat mogen ze ook bij Mazda opschrijven, is dat de grote knop die de display bedient pal op handpalmhoogte ligt als je aan het schakelen bent. Gelukkig fungeert de handrem als handige armleuning (en bij het starten als soort van launch control stick). Om maar te zeggen, veel plaats is er niet. Zoek ook niet naar een handschoenkastje.


Speedboot

Zweepslag
Toch blijft het uitkijken, want als we het gaspedaal iets steviger indrukken, lijkt de 124 als door een zweep geslagen en komt het differentieel goed van pas, weliswaar enkel in korte situaties want bij glooiende lastwissels in een hogere versnelling gedraagt de wagen zich heel volwassen. Dagen later, wanneer het opnieuw nat ligt, blijkt dat dat differentieel bij regenweer op vakantie gaat naar de zon. Maar zelfs dan verrast de wagen niet. We ondervinden al snel dat de bolide best wel voorspelbaar is, en dat je ieder "ongemakje" zelf in de hand werkt. De kont leeft, maar heeft geen eigen leven. Het voelt zelfs aan alsof de achterkant ontgoocheld is als we niet uitgaan op zijn uitnodiging(en). Maar daar is het ons tenslotte ook niet om te doen.
Ergens mogen Fiat en Abarth van ons hierop verderbouwen, anderzijds hopen we dat deze wagen het statuut van oldtimer en stijlicoon krijgt alvorens hij een opvolger krijgt. Van iconen blijf je nu eenmaal liefst zo lang als mogelijk af.
Foto's & Video: Sandro Delaere
Tweet