Tom Coronel ziet TCR BeNeLux-competitie wel zitten
Coronel is overtuigd van de filosofie van de klasse. “Het leuke is dat je overal kunt rijden: niet alleen in de Benelux, als de nieuwe serie er is, maar ook in andere Europese landen en zelfs internationaal. Een beetje zoals dat medio jaren negentig met de tweeliter Supertoerwagens was. Je kunt het breder trekken, en dat maakt het alleen maar interessanter. Ik mis op dit moment het toerwagenracen zoals we dat vroeger in de Benelux hadden. Het racen met gewone personenauto’s, zoals je die op de weg tegenkomt, dat is er niet meer. Supertoerwagens hebben we in Nederland nooit gehad, die luxe bleef aan België voorbehouden, maar we hadden natuurlijk wel een goed Groep N-kampioenschap en eerder ook klassen boven en onder twee liter. Daar reden importeurs- en dealerteams, diverse merken, er was goede promotie, maar er was ook ruimte voor privateers.”
De herkenningsfactor is volgens Coronel belangrijk: “Dat je ziet dat een gewone auto, waarmee je ’s morgens naar je werk rijdt, races wint, daar gaat het om! En dat is precies de filosofie waar TCR perfect op aansluit. Bovendien wil het publiek spektakel. ‘Rubbing is racing’, zeggen ze in Amerika. Een beetje contact, een tikje hier en daar, dat hoort bij het spel, en dat is iets wat bij veel auto’s waarmee nu geracet wordt, niet meer mogelijk is, omdat het allemaal te exclusief geworden is. TCR gaat terug naar de basis: auto’s die herkenbaar zijn, relatief eenvoudig te runnen zijn en waarin het niet zo is dat de techniek belangrijker is dan de rijder.”
Een mogelijke combinatie van de circuits van Spa-Francorchamps, Zolder en Mettet in België, Assen en Zandvoort in Nederland en Colmarberg in Luxemburg ziet Coronel helemaal zitten: “Dat doet mijn hart sneller kloppen. Dat zijn gewoon de circuits zoals ze ook in het verleden altijd gebruikt hadden moeten worden. Die mix, ook van Nederland en België, is super! Dat is de weg waarop we verder moeten!”
Foto's: TCR & Hans van Onsem
Tweet