Van copiloot met wilde haren tot wereldkampioen
In 2009 steunde de RACB de Oostkantonner op een structurele manier door hem het Belgische kampioenschap te laten rijden met de Citroën C2 R2. Maar Neuville pakte het slim aan en ging ook proeven in het buitenland. Ene Philippe Bugalski had toen al zijn oog laten vallen op de toen nog wat pafferige Belg. Zo eindigde hij in Langres tiende algemeen en eerste voorwieltrekker, voor onder meer Bryan Bouffier en dat bij zijn debuut op onverhard. Datzelfde jaar debuteerde hij in Ieper met de Peugeot 207 s2000, maar dat avontuur was geen lang leven beschoren en eindigde op een boom. Ook met de C2 ging het een paar keer fout, gewoon omdat het te gemakkelijk ging en Neuville niet altijd even geconcentreerd bleek in die omstandigheden. Neuville won ook zijn eerste rally, die van Kohle & Stahl in Duitsland.
2010 werd een moeilijk jaar met de Citroën C2 S1600 en de Peugeot 207 s2000. De S1600 liet de Belg enkele keren in de steek en met de Peugeot ging hij al te vaak van de baan: op Gran Canaria, in de Barum Rally en in Schotland. Hij werd wel derde in Ieper en redde daarmee zijn vel. Hij werd ook tweede in de East Belgian Rally en in de Condroz (die hij zonder dat foutje in Strée had moeten winnen).
2011 werd het jaar van de doorbraak met overwinningen in Corsica en San Remo, in een ijzingwekkend slot. De IRC-titel lag voor het grijpen in Cyprus maar daar werd hij genekt door mechanische problemen. Andreas Mikkelsen greep de titel. Neuville won wel de Golden Stage in Cyprus, die iedereen wel nog zal herinneren. Hij won dat jaar ook een eerste keer in België: namelijk zijn Short des Crêtes.
Citroën Racing had meteen in de mot dat ze een goudhaantje konden binnenhalen maar 2012 begon moeilijk met een opgave in Monte Carlo. Alweer een opgave in Monte Carlo. Zijn seizoensdebuut oogde zwak en ook doorheen het jaar kon hij moeilijk overtuigen al waren er wel enkele degelijke ereplaatsen. In de Elzas eindigde hij vierde, maar eigenlijk had het daar beter gekund. Het kwam zelfs openlijk tot een dispuut met Nicolas Gilsoul die leek gewipt te worden. De aanvaring bleek nodig om van hen een (weliswaar tijdelijk, bleek later) onafscheidelijk duo te maken. Julien Vial bleef in de wachtkamer en kwam er nooit meer uit.
In 2013 verliet hij Citroën dat zoveel voor hem had betekend, voor een jaartje Ford. Het werd het jaar van de grote doorbraak met een eerste vice-titel en een rist tweede plaatsen, onder meer in Finland waar hij vriend en vijand verbaasde, en Duitsland.
Na een jaartje Ford trok hij naar Hyundai dat zijn comeback maakte in het WRC met de i20. Wie de resultaten bekijkt zal moeten erkennen dat het een zwak jaar werd, maar Neuville boekte wel zijn eerste overwinning, namelijk in Duitsland. Dat had hij vooral te danken aan uitvallers voor hem, met Jari-Matti Latvala en Kris Meeke voorop.
Ook 2015 werd geen hoogvlieger maar toen Hyundai in 2016 uitpakte met de nieuwe i20 ging het een flink pak beter. Neuville werd een tweede keer vice-kampioen en won in Sardinië zijn tweede rally, zijn eerste op onverhard. Het werd de voorbode van een schitterend 2017 waar hij vier overwinningen boekte, opnieuw vice-kampioen werd en vooral, voor het eerst kon meespelen voor de titel tot het dramatische duo Duitsland - Catalunya.
2018 werd het jaar van de regelmaat. Hij boekte opnieuw drie overwinning en een handvol ereplaatsen. Het tweede deel van het seizoen oogde een pak minder omdat hij als opener vaak moest vegen en Toyota alles en iedereen overklaste. Maar Neuville sprokkelde waar hij kon en kon met een sterk slot alsnog weer vice-kampioen worden. Hij herhaalde dat nog eens in 2019. Hij wist dan wel een keertje voor Ogier te eindigen, maar moest zich neerleggen bij het meesterschap van Ott Tänak.
2020 werd een rampjaar ondanks een flitsend begin in Monte-Carlo, waar hij won. In Mexico kende hij een pak problemen en in Estland reed hij een wiel af. Turkije had hij moeten winnen, maar ook daar kende hij weer pech met een lekke band. Neuville kwam in het korte seizoen, uiteraard door corona, nooit meer in het stuk voor en besloot het seizoen in Monza met een opgave na een domme aanraking tegen een betonblok.
2021 begon moeilijk met een co-rijderswissel op enkele dagen voor de start van de Monte-Carlo. Martijn Wydaeghe sprong in allerijl in het kuipje van Nicolas Gilsoul. Neuville grossierde al snel enkele podia, maar later vertoonde de Hyundai te vaak kuren. Hij reed algemeen één van zijn sterkste seizoenen met overwinningen in Ieper en Catalonië, maar een steen in Kenya en een ongelukkige jump in Finland zorgden ervoor dat Neuville niet tot in de finale kon strijden om de titel. Neuville en Wydaeghe sloten het seizoen af als derde in het laatste jaar van de WRC-generatie.
Ook 2022 bracht niet wat verwacht werd. Hyundai was niet klaar de nieuwe hybrideversie van de i20. Neuville deed nooit mee voor de titel en ging zelfs van de baan in Ieper, terwijl hij aan de leiding stond. Later won hij wel nog in Griekenland en hij besloot het jaar met winst in Japan. De Belg moest in de WK-stand een ongenaakbare Kalle Rovanperä en teamgenoot Ott Tänak laten voorgaan. Ook in 2023 werd hij derde in het WK in een jaar met veel pech, maar ook enkele schoonheidsfoutjes. De Belg boekte wel twee overwinningen en een handvol podia, maar noteerde net iets veel nulscores.
In 2024 is het dan toch raak voor onze Belg. Na een uitstekend seizoen, dat hij leidde van januari tot eind november, wordt Neuville een eerste keer wereldkampioen. De Belg won twee rally's en scoorde zes podia. Neuville werd wereldkampioen in Japan, de slotmanche van het WRC, na een ijzingwekkend slotscenario met verschillende plottwisten.
Foto: Hyundai WRC - Davy Degryse - WRC.com Sandro Delaere
Tweet