van der Horst

24H Le Mans: Leuke weetjes na afloop van de 86e 24 Uren van Le Mans

Fernando Alonso - Kazuki Nakajima - Sébastien Buemi
Fernando Alonso - Kazuki Nakajima - Sébastien Buemi
De 24 Heures du Mans 2018 liggen achter ons, tijd dus om terug te blikken met interessante weetjes en leuk cijfermateriaal. Geen droge kost, maar frappante feiten die onze redactie opvielen. Veel leesplezier!
Kazuki Nakajima is nog maar de derde Japanner die de 24 uren van Le Mans wist te winnen, enkel Masanori Sekiya (1995) en Seiji Ara (2004) gingen hem vooraf. Ara won destijds met Audi Sport Japan Team Goh, meteen ook het laatste Japanse team dat tot deze editie op de hoogste podiumtrede plaatsnam.

Fernando Alonso is nog maar de vijfde wereldkampioen F1 die er in geslaagd is om ook Le Mans te winnen, naast Hawthorn, Graham en Phil Hill en Jochen Rindt.

De Spanjaard heeft de overwinning zeker niet gestolen. Sterker nog, Alonso was de snelste piloot van het hele veld. Rekening houdend met de 40 snelste racechrono's van iedere piloot was hij bijna een halve seconde sneller dan de eerste achtervolger, teamgenoot Sébastien Buemi. Deze prestatie is des te opmerkelijker aangezien Alonso niet in de wagen zat tijdens het zogenaamde "happy hour" op zondagochtend.

In totaal vielen er 23 leiderswissels te noteren. Deze betroffen enkel positiewissels tussen de Toyota's aan de kop van het veld, voornamelijk bij het uitvoeren van de pitstops.

De hoogste topsnelheid kwam op naam van Nicolas Lapierre in de Signatech Alpine. De Fransman haalde met zijn Orcea LMP2 bolide 343 km/u op de Hunaudières rechte lijn.

De ACO communiceerde dat er voor de 86e editie van de race zo'n 256.900 toeschouwers zijn komen opdagen, amper 1600 minder dan vorig jaar. Het absolute record in de recente jaren staat op 263.500 en werd bizar genoeg zowel in 2015 en 2016 gehaald. Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat deze cijfers zo dicht bij elkaar liggen.

Toyota liet achteraf weten dat Kamui Kobayashi gewoonweg vergeten was om tijdig te komen pitten op twee uur van het einde. Het team was hier echter op voorzien en vroeg Kobayashi om het protocol te volgen, zijnde de Full Course Yellow snelheidsbeperking te activeren voor de extra ronde. Toyota kreeg nadien wel een dubbele penalty, gezien ze door de extra ronde af te werken zowel de maximale stintlengte als de maximale hoeveelheid te verbruiken benzine overschreden.

Na afloop van de race werden er nog enkele sancties uitgedeeld die het klassement beïnvloedden. Naast de diskwalificatie van de winnaar in LMP2, kregen ook de CEFC TRSM Racing Ginetta #5 (6 ronden straftijd), de TDS Racing Oreca #28 (eerst 1 ronde straf, nadien de uitsluiting), de Ford Chip Ganassi Team USA Ford GT #69 (2 ronden straftijd) en de Ford Chip Ganassi Team UK Ford GT #67 (11 ronden straftijd) sancties.

Hoeveel tijdswinst G-Drive Racing effectief behaalde door het gebruik van een (volgens de stewards) niet-conforme tankinstallatie, is moeilijk vast te stellen. Door de tijden in de pitlane erbij te nemen, krijgen we echter een indicatie van de potentiële tijdswinst - al blijft het natuurlijk geen objectieve meting. Kijken we echter naar de tijd in de pitlane, dan zien we dat TDS/G-Drive per stop ongeveer vijf seconden minder nodig had (soms meer, soms iets minder) dan bijvoorbeeld de latere winnaar, Signatech Alpine.

Roman Rusinov leek voor het eerst in zijn carrière een klassezege te boeken in Le Mans, maar door de diskwalificatie valt die prestatie dus in het water. Als de Rus volgend jaar start, zal het zijn tiende poging zijn, nadat de voormalig WEC LMP2-kampioen in het verleden reeds op de twee overige treden van het podium mocht staan in de Franse klassieker...

De kaap van tien pogingen, die had Toyota al lang gerond. Ditmaal was het de twintigste keer dat de Japanse constructeur een gooi kon doen naar de titel. In het totaal schreef het daarvoor al een kleine vijftig wagens in en dat gedurende een tijdspanne van meer dan drie decennia waarin het (tot voor deze race) zes podia verzamelde...

De motor die Toyota gebruikte om te winnen verbruikte meer dan één derde minder brandstof dan het exemplaar uit 2012, toen de Duitse formatie met Japanse inbreng terugkeerde naar Le Mans.

Julien Andlauer kroonde zich met zijn 18 levensjaren tot de allerjongste klasse-winnaar ooit in Le Mans. Dries Vanthoor deed het vorig jaar ook niet slecht, al was hij op dat ogenblik een jaartje ouder dan de Porsche Young Professional nu. Voor Porsche werd het overigens zege #106 en #107 dankzij de triomfen in de beide GT-klassen én bovendien een dubbel in GTE-Pro. Een record - vanzelfsprekend - en dat in het jaar dat het merk de 70e verjaardag viert in zijn bestaan, tevens vijf jaar na de vorige dubbel - toen in het jaar dat de 911 50 kaarsjes uit mocht blazen...

Thomas Laurent, rijder op de Rebellion R13 #3, staat voor de derde keer in evenveel jaar op het podium in Le Mans. Hij won overigens in zowel LMP3, LMP2 als LMP1. Nadat hij in 2016 de Road to Le Mans race afsloot op de derde plaats samen met Alexandre Cougnaud, won hij ei-zo-na algemeen afgelopen jaar. Hij en teamgenoten Ho-Pin Tung en Oliver Jarvis dienden in extremis vrede te nemen met de tweede plaats algemeen en de zege in LMP2. Dit jaar volgde dus een nieuw podium, aan boord van de LMP1-Rebellion.

Foto: Toyota Motorsport GmbH



  • De Swert Opticiens

Copyright 2000-2024 Autosport.be - Contacteer ons