American Festival: Nabeschouwing Bert en Stienes Longin
Het was ook een allesbehalve makkelijke wedstrijd. Door afstellingsproblemen kon Bert Longin pas als zevende aan de race vertrekken, maar al na minder dan een kwartier racen had de Leuvenaar zich naar de tweede plaats weten te vechten.
Kort na de eerste rijderswissel nam Christoff Corten de leiding in handen, een positie die hij ondanks een stevig opzittende concurrentie tot aan de tweede pitstop wist te behouden. “Een rijderswissel die er vroeger kwam dan gepland”, geeft Corten toe. “Na contact met één van de toerwagens was mijn velg linksachter beschadigd, waardoor ik niet langer de nodige snelheid kon ontwikkelen. Een iets vroegere pitstop was de best mogelijke oplossing.”
Omdat Stienes Longin twintig minuten na afvlaggen van de Belcar-race met zijn Nascar-bolide aan de slag moest, nam Bert ook de slotrijbeurt voor zijn rekening. Daarin werd hij niet meer bedreigd, waardoor de #11 Krafft Racing Norma na drie tweede plaatsen nu ook eens als eerste over de streep kwam. Iets waar Bert Longin na afloop door zowat de hele Belcar-paddock werd voor gefeliciteerd.
“We hebben geen perfecte race gereden”, gaf Longin sr. evenwel toe. “We hadden beetje geluk nodig om hier te kunnen winnen. Maar na al die tegenslag van de voorbije weken mag dat ook wel eens.”
Na zo een prestatie was Stienes Longin er uiteraard op gebrand om het weekend goed af te sluiten. In de tweede Nascar-race stormde hij van op pole weg van de concurrentie, maar werd dan gestuit door problemen met de remmen.
“Aanvankelijk kon ik Alon Day nog achter me houden, maar het probleem werd steeds erger”, doet Longin jr. het relaas. “Uiteindelijk ging de pedaal helemaal tot beneden en kreeg ik de wagen amper gestopt. Ik moest drie tot vier keer pompen vooraleer ik over enige remmen kon beschikken.”
Zo viel Longin terug naar de vierde plaats, net naast het podium dus. “Jammer, maar ik ben wel heel blij dat pa en Christoff de Belcar-race hebben gewonnen. Dat belooft voor het vervolg van het seizoen”, besloot Stienes Longin.
Persbericht Longin Press
Tweet