Mo Nunn heeft ons verlaten
1977 kondigde zich veelbelovend aan, met Tissot had Nunn een grote sponsor aangetrokken en kon hij Clay Regazzoni inhuren als rijder. Doch vielen de resultaten tegen; verder dan twee vijfde plaatsen kwam de Zwitser niet en eind dat jaar koos Regazzoni om te vertrekken naar Shadow. In 1978 reden verschillende meestal betalende rijders voor Ensign, waaronder Danny Ongais, Brett Lunger en Lamberto Leoni. Voor 1979 bouwde Nunn zijn eerste eerder revolutionaire wingcar en met Derek Daly beschikte hij over een beloftevolle rijder, maar de wagen bleek een mislukking te zijn en Daly verliet het team nog voor het einde van het seizoen.
Voor 1980 wist Nunn Regazonni er van te overtuigen om terug te keren, maar ook de N180 bleek niet competitief en in de vierde race te Long Beach werd Regazzoni het slachtoffer van een zeer zware crash waarna hij voorgoed verlamd bleef. Jan Lammers nam over van de Zwitser, echter zonder resultaat. Marc Surer startte het seizoen 1981 met de N180B en scoorde in Brazilië het beste resultaat ooit voor Ensign, vierde. Surer stapte halverwege het seizoen op nadat het geld op was en werd vervangen door de rijke Chileen Eliseo Salazar. In 1981 zette Roberto Guerrero enkele bemoedigende resultaten neer met de N181 maar een moegestreden Nunn verkocht eind dat jaar zijn team aan Teddy Yip.
Mo Nunn verhuisde naar de Verenigde Staten en maakte er carrière in de CART en Indy Car. Hij hielp Emerson Fittipaldi aan de zege in de 500 Miles of Indianapolis, bij Chip Ganassi leidde hij Alex Zanardi en Juan Pablo Montoya naar de titel alvorens hij in 1999 zijn eigen team oprichtte. Het grote succes bleef uit en in 2004 besloot Nunn definitief met de autosport te kappen.
Foto's: Ronald Janssens & Chris Amon Facebook
Tweet