Tour de Corse maakt comeback in WRC
Dat laatste is onder meer het geval voor Thierry Neuville. Corsica is voor de Oostkantonner de plaats waar het allemaal begon. In 2011 snelde hij er naar zijn eerste internationale overwinning, toen nog in het Intercontinentaal Rallykampioenschap (IRC). Hoewel de Hyundai-rijder niet zijn beste periode beleeft, kan hij op het Corsicaanse asfalt opnieuw het nodige vertrouwen putten.
Hyundai heeft naast Neuville nog een oud-winnaar in zijn rangen, want Dani Sordo bezorgde er de RRC-versie van de Mini in 2012 een historische overwinning. Met Sordo en Neuville kan Hyundai een gouden zaak in het constructeurkampioenschap, waar ze momenteel hun tweede plaats verdedigen.
Er staan nog twee oud-winnaars aan de start. Bryan Bouffier won er in 2013 en verkeert in goede vorm met een reeks overwinningen in het Pools Kampioenschap. Stéphane Sarrazin boekte vorig jaar nog de winst en bewees zijn snelheid onlangs nog in de Rallye du Mont-Blanc.
Uiteraard blijft regerend wereldkampioen Volkswagen topfavoriet met de VW Polo R WRC. De Duitsers hadden evenwel geen al te beste voorbereiding en dan hebben we het niet over “Dieselgate”. Jari-Matti Latvala stortte tijdens de voorbereidingen een ravijn in waardoor Sébastien Ogier en Andreas Mikkelsen geen testsessie konden afwerken.
Voorts is het nog uitkijken wat de asfaltspecialisten bij Citroën en Ford kunnen doen. Kris Meeke blijft een van de snelste asfaltvreters van het pak en moet in de Citroën DS3 WRC zeker in staat zijn om de beste te volgen. Ook van Robert Kubica en Elfyn Evans mag iets verwacht worden.
De organisatoren pakten voor hun terugkeer uit met een onuitgegeven parcours met slechts negen klassementsproeven op het programma. Toch zal het spektakel verzekerd worden, want op de afsluitende Power Stage na, zijn de proeven bijna allemaal ruim dertig kilometer lang. Vrijdagochtend om 9u23 gaat de eerste proef van start. Zondag, omstreeks 13u45 mag de winnaar het podium op in Ajaccio.
Sandro Delaere
Foto's: Racing Interrnational Photography / Vincent Wouters
Tweet