Carlos Reutemann overleden

Na een lange slepende ziekte is de Argentijn Carlos Reutemann op 7 juli overleden op 79 jarige leeftijd. Reutemann was een van de grote figuren van de formule 1 in de jaren 70 en begin jaren 80 van vorige eeuw. Hij reed in de formule 1 voor Brabham, Ferrari, Lotus en Williams. Reutemann won 12 Grote Prijzen en stond 46 maal op het podium. In 1981 werd hij vicekampioen F1 achter Nelson Piquet.

Met landgenoot Juan Manuel Fangio als voorbeeld startte Reutemann zijn autosport carrière in zijn vaderland met toerismewagens. Hij behaalde twee nationale titels in 1966 en 1967 en maakte de naar de formule formule 2. In 1970 trekt hij naar Europa en eindigt tweede in het Europees kampioenschap formule 2. Het jaar erna geeft Brabham hem de kans om te debuteren in de formule 1 en hij zet al direct de pole neer bij zijn debuut voor het team in GP van Argentinië. In 1973 wordt hij ook ingelijfd door Ferrari voor het Sport-prototype programma van het Italiaanse merk. In 1974 volgt dan de grote doorbraak, hij wint zijn eerste Grand Prix in Zuid Afrika waarna er nog twee zeges volgen en hij derde eindigt in het kampioenschap.    

De overschakeling naar Alfa Romeo motoren is voor Brabham geen succes en Ferrari haalt de Argentijn binnen om Niki Lauda te vervangen na diens crash op de Nürburgring in 1976. Maar Lauda keert terug, wordt teamgenoot van Reutemann en pakt de titel in 1977. In 1978, nu met Gilles Villeneuve als teamgenoot bij Ferrari, wint Reutemann nog vier races. In 1979 vervoegt hij Lotus, maar de Lotus 80 is geen succes en na één jaar bij het Britse merk stapt Reutemann over naar Williams. In 1980 wordt zijn teamgenoot Alan Jones kampioen en het jaar er op is Reutemann in strijd voor de titel tot de laatste Grand Prix, maar hij verliest die aan Nelson Piquet. Hij start het seizoen 1982 opnieuw bij Williams maar besluit na twee races om er mee te kappen, waarna hij zich op de politiek stort. Hij werd tweemaal verkozen tot gouverneur van de provincie Santa Fe en geraakte tot in de Senaat.

Foto: Racing International Photography & Hans van Onsem