Corona-kronieken: De meest chaotische Grote Prijs van België ooit

McLaren had geprofiteerd van het nieuwe reglement in 1998 om dankzij Adrian Newey de beste auto te bouwen. Het Britse team nam in Spa dan ook de eerste startij in met Mika Häkkinen en David Coulthard, en terwijl de Fin goed weg kwam, was dat minder het geval voor de Schot. Na La Source zag hij al verschillende wagens voor zich uit rijden en niet veel later maakte hij een schuiver naar de rechtermuur, waarna hij weer naar het midden van de baan schoot en er een massacrash ontstond. Maar liefst twaalf wagens raakten erbij betrokken, terwijl anderen met veel geluk konden ontkomen.
Het logische gevolg was een rodevlagsituatie omwille van het grote aantal brokstukken. Aangezien er niet eens een volledige ronde gereden was, zei het reglement toen dat de race weer vanaf nul zou beginnen, maar nu was de vraag: wie kon van die tweede kans gebruikmaken? In die tijd mochten teams gelukkig nog een derde wagen meenemen naar elke grand prix, de zogenaamde reservewagen. Sommige teams stonden echter voor een dilemma, aangezien beide rijders betrokken waren in het startongeval. Als bij wonder ontbraken er uiteindelijk slechts vier wagens op de grid.
(Lees verder onder deze video)
Doodsbedreiging

Beide rijders stuurden hun bolide naar de pitlane, waar het al snel tot een legendarische confrontatie kwam. Schumacher zag een gouden kans om WK-leider te worden immers in rook opgaan. Coulthard beweerde dat hij op dat moment een doodsbedreiging had gekregen van de Duitser, terwijl andere bronnen beweerden dat de Ferrari-rijder zei: "Probeer je me te vermoorden?!" Hoe dan ook, een week later, in de paddock van Monza, leek alles alweer koek en ei tussen beiden. Coulthard zou later toegeven dat hij nooit op de ideale rijlijn had mogen blijven om Schumacher voorbij te laten.

Foto's: Georges de Coster
Tweet