FIA trekt ten strijde tegen GT3 'prototypes'

De FIA heeft een maatregel geïntroduceerd die zogenaamde GT3 "prototypes" moet verbannen, namelijk productiequota. De internationale autosportfederatie laat zelf na het begrip GT3 "prototypes" te definiëren of enige context te scheppen, maar het moge duidelijk zijn dat die reactie er voornamelijk is gekomen omwille van één specifieke wagen: de Cadillac ATS-V.R. GT3. De gevolgen van de maatregel kunnen echter ook andere constructeurs treffen en bovendien is Cadillac inmiddels al van het strijdtoneel verdwenen.

De Cadillac ATS-V.R. werd in Amerika ontwikkeld en gerund door Pratt & Miller (tevens verantwoordelijk voor het Corvette GTE-programma). Uiteindelijk werden er maar drie exemplaren van de wagen gebouwd, die drie seizoenen lang exclusief aan het werk te zien was in de Pirelli World Challenge. Het betrof een fabrieksprogramma, waarbij GM helemaal niet de intentie had om de ATS-V.R. GT3 aan klantenteams ter beschikking te stellen.

Om dergelijke situaties te voorkomen, legt de FIA voortaan een minimumproductie op aan elk gehomologeerd GT3-model. Zo moeten er 10 exemplaren worden gemaakt binnen de eerste 12 maanden na de homologatie, en 20 eenheden na 24 maanden. Let wel, het gaat hier enkel om productiedoelstellingen, niet om de effectieve verkoop van de wagen.

Die maatregel brengt een aantal GT3-constructeurs in nauwe schoentjes. Denk maar aan Lexus en Honda, maar ook Bentley, Nissan, McLaren en Aston Martin zullen van hun nieuwe wagen meteen voldoende exemplaren moeten produceren. Ook privéprojecten komen mogelijk in het gedrang, denk bijvoorbeeld aan de Callaway Corvette C7 GT3-R. De Emil Frey Jaguar XK die we al jaren aan het werk zien in de Blancpain GT Series wordt echter niet getroffen door de maatregel, aangezien de wagen niet over een GT3-homologatie beschikt (maar bij gratie van SRO wel mag deelnemen).

Foto's: PWC, Arne Simons & ADAC