Hockenheim: Nabeschouwing Maxime Martin
Voor Maxime Martin, onze vertegenwoordiger in dit hoogstaande kampioenschap, liep het niet zoals hij had gehoopt. “Al bij de vrije trainingen was het duidelijk dat het moeilijker zou worden dan verwacht”, benadrukt de Brusselaar. “Mijn vijftiende plaats in de kwalificaties was uiteraard een ontgoocheling. Maar de verschillen tussen de snelste tijd en de middenmoot waren klein. Zo was mijn tijd in Q2 slechts 348 duizendsten trager dan de pole. Om maar te zeggen dat het niveau hier hoog ligt.”
In de race had de vertegenwoordiger van het RACB National Team evenmin veel geluk. “Ik denk dat ik een goede start wist te nemen. Zo kon al na een paar honderd meter mijn teammaat passeren. Helaas werd ik al snel daarna geharpoeneerd door een andere BMW-rijder. De schade aan mijn wagen was aanzienlijk, maar mijn team vroeg me op de baan te blijven. Met een wagen die helemaal uit balans was kon ik geen goede tijden meer draaien. Het toppunt was dat ik als laat gevolg van de aanrijding nog eens lek reed, nadat ik al van banden had gewisseld. De extra pitstop deed mijn hoop om nog enkele punten te scoren helemaal in rook opgaan.”
Ontgoochelend, maar over het hele seizoen stelt Maxime Martin toch een positieve balans op. “Tuurlijk is het niet plezant om het seizoen af te sluiten met een opgave, maar over het algemeen denk ik dat dit eerste jaar in de DTM goed is verlopen. Eén pole, één zege, de officieuze titel van Rookie of the Year, de zevende plaats in de eindstand, derde van acht BMW-rijders. Ik hoef niet te blozen!”
RACB Sport Press
Tweet
Rudi Steylaerts