Interview Eric Nève (Mercedes HWA): "Zoeken naar andere horizonten voor HWA"

Op elk racecircuit ontmoet je wel landgenoten die zich omwille van hun kwaliteiten weten te onderscheiden. Ook tijdens DTM-raceweekends is dat niet anders. Uiteraard is er het Belgische RBM bij BMW, zonder testrijder Maxime Martin te vergeten. Bij Audi neemt Jacky Ickx met sprekend gemak de rol van Audi-ambassadeur op zich. Die andere Jacky, Eeckelaert, is na het F1-hoofdstuk dan weer als hoofd van de technische afdeling binnen het Audi Sport Team Abt Sportsline actief. En dan is er sinds kort ook Eric Nève...

De hier ten lande geboren 'Belg' met Frans paspoort raakte bij een breder autosportpubliek vooral bekend via de drie WTCC-titels die Chevrolet Racing onder zijn kundige leiding veroverde.Toen de Amerikaanse constructeur vorig jaar besloot alle WTCC-activiteiten stop te zetten, hield Nève het bij GM Europe voor bekeken en ging aan de slag bij Mercedes-Benz. In Hockenheim vroegen we Nève, die de helblauwe Chevrolet outfit én het legendarische strikje inmiddels voor een muisgrijze Mercedes jack heeft ingeruild, welke rol momenteel voor hem bij het merk met de ster is weggelegd.

"Ik werk bij HWA AG. Teamchef Gerhard Ungar bekommert zich om het technisch en sportief aspect, ikzelf hou me bezig met de marketing en new business development. HWA werd in 1999 door Hans Werner Aufrecht boven de doopvont gehouden als een spin-off van AMG toen hij het merendeel van zijn AMG-aandelen dat jaar aan Daimler-Chrysler AG verkocht en de constructeur niet in autosport geïmpliceerd wilde zijn. HWA AG fungeert als de zelfstandige renafdeling van AMG. Binnen HWA heb je enerzijds de afdeling voertuigen/voertuigonderdelen die sportieve straatversies ontwikkelt en produceert, en anderzijds het DTM-raceteam.

Als raceteam staat HWA in voor de technische preparatie en opvolging van de zes Mercedes Benz DTM-auto's, dus ook de twee Mercedes AMG C-Coupé die door Mücke Motorsport worden gerund. Daarnaast ontwikkelt en bouwt HWA ook de succesrijke F3-motoren en de Mercedes SLS GT3 waarvan er inmiddels al 70 exemplaren zijn gefabriceerd. Mijn job bestaat er onder meer in op zoek te gaan naar commerciële partners en de opvolging te verzorgen. Voorts hebben we ontwikkelingsprojecten lopen in de automobielindustrie, constructeurs zijn soms op zoek naar partners in heel specifieke materies. Zoeken naar nieuwe horizonten voor HWA zeg maar. Dat hoeft niet noodzakelijk gelinkt te zijn aan motorsport, maar het is overduidelijk dat de racerij in het DNA van de firma verankerd zit."

Je zit hier op racezondag rustig aan tafel te praten, tijdens het Chevrolet-era was dat wel even anders. Mis je de raceweekends, de WTCC-competitie niet?

"Ik ontmoet hier wel een aantal commerciële partners, er is onder meer een Chinese delegatie, maar het klopt dat ik de adrenaline aan de pitlanemuur mis. Deze job is helemaal anders, net als het ritme en de taal. Duits heb ik op de Europese school in Brussel geleerd, dus dat is helemaal geen hinderpaal. Op korte termijn brengen wedstrijden, uitslagen enz. veel opwinding met zich mee; hier zal het resultaat van mijn werk pas op lange termijn te zien zijn. Ik vlieg en rijd nu wel veel minder dan in het WTCC tijdperk, in de week woon ik ten Noorden van Stuttgart, in de weekends keer ik terug naar mijn gezin in Zurich. Het WTCC blijf ik natuurlijk van nabij volgen, van een wit blad vertrekken en eindigen met drie titels, het was vanzelfsprekend een hoogtepunt in mijn carrière. Via Yvan Muller en Alain Menu blijf ik nog wel op de hoogte. Nu de Chevrolet niet meer doorontwikkeld wordt, wordt het onvermijdelijk lastiger, het komt er voor hem nu op aan constant te blijven scoren en incidenten uit de weg te gaan. Menu lijkt zich dan weer ideaal te positioneren voor een job als testrijder bij Citroën. Het duo Loeb-Menu kan het goed met elkaar vinden, Menu heeft ervaring zat in WTCC en zou voor Loeb de ideale opstap naar een toerwagencarrière kunnen zijn. Er wordt daar wel getest met de DS3 maar het blijft wachten op een beslissing van hogerhand over een mogelijke deelname in 2014.

Terug naar het DTM. Mercedes start dit seizoen met zes wagens ipv. acht. Zit de economische crisis hier voor iets tussen?

"Eigenlijk niet. Vorig jaar had HWA zelf vier auto's rijden en telkens twee bij satellietteams Mücke Motorsport en Persson Motorsport. Drie verschillende teams, dat bleek van het goede te veel. We dienden de krachten te veel te spreiden en konden de teams zodoende niet optimaal ondersteunen. Met zes auto's zal het efficiënter werken zijn."

In Stuttgart opteerde men dit jaar ook resoluut voor jonge, beloftevolle rijders. Houdt dat geen risico in?

"We kiezen inderdaad niet voor de gemakkelijkste weg. Je zal altijd zien dat een youngster het ene weekend schitterende resultaten boekt om dan bij de volgende afspraak mogelijk de mist in te gaan. Met het oog op de titelstrijd is het uiteraard minder risicovol in te zetten op een ervaren rijder als Gary Paffett. Maar Gary staat er wel alleen voor; indien hij bij een ongeval betrokken wordt en/of niet scoort, is de titel al dadelijk een eind verder weg."

Blikken we nog even vooruit: wanneer wordt er in DTM met tweeliter motoren geracet?

"Dat zie ik ten vroegste in 2015, eerder in 2016 gebeuren. Het DTM en de Japanse GT500-serie rijden vanaf 2014 volgens een gemeenschappelijk technisch reglement vertrekkend van een nagenoeg zelfde chassisdesign maar met betrekking tot de motor is er nog geen beslissing. Honda, Toyota en Nissan mikken daarbij wel op een tweeliter turbo-krachtbron. Ook in Amerika is 'downsizing' een belangrijk gegeven en een tweeliter motor interesseert ook hen. Het Amerikaanse Grand Am heeft recent een DTM-licentie genomen en wil nu de Amerikaanse constructeurs zoals Lincoln,Cadillac en Dodge overtuigen van het nut in te stappen in een Noord-Amerikaanse DTM-versie. De drie Duitse DTM-constructeurs zijn uiteraard vragende partij want voor hen is Noord-Amerika zonder meer de belangrijkste afzetmarkt."

Foto's: Hans van Onsem