Opel Insignia 2.0 GSi: Onbekend is onbemind
Raad ik aan!
We zouden het ontzettend kort kunnen houden, want de Insignia loste die moeiteloos in. Mocht deze wagen een exquise hotel van booking.com zijn, stuurde ik na mijn verblijf zeker: “Raad ik aan, aan al mijn vrienden en kennissen!”.Opel noemt het een vlaggenschip, en dat is het ook: een schip. De lijn is mooi uitgesponnen, als een blitse jacht. De achterkant lijkt op een brede, stevige rug met geblokte schouders waar je een goed potje kan op uithuilen. De achterbank biedt meer ruimte, comfort en warmte dan de poëziebank van Wim Helsen’s Winteruurzetel. En de achterkoffer heeft meer inhoud dan Ella Leyers, Etienne Vermeersch en David Attenborough samen. Er valt zo ontzettend weinig op aan te merken aan deze wagen.
Herkenbaar en stoer
Buitenaf is en blijft het een Opel met herkenbare spitse bult in het kofferdeksel en het typische lijnenspel vanuit alle hoeken, maar de GSi tilt alles wel een niveau of twee hoger. Onder meer door de ingewerkt uitlaatpijpen en een sportieve smoel die vanuit bepaalde hoeken wel iets mee heeft van een Volvo S60 of Mercedes E, én toch ook heel erg Corsa GSi aanvoelt. De brede, kenmerkende velgen met rode Bremboblokken geven de auto ook op de zijkant een assertieve, stoere look. Over die remmen valt overigens wel iets te vertellen, want Opel pakt uit met een baanbrekende elektrohydraulische rembekrachtiging. Een "consistent responsief pedaalgevoel” is een belofte die ze waar maken, ondanks het gewicht van de wagen.Binnenin komt het GSi gevoel wel goed terug, met een fijn lederen stuur en zalige, comfortabele zetels. Eens erin, valt pas echt op hoe groot, en vooral hoe breed de wagen is. Uiteraard werkt dat het ruimtegevoel in de hand. Alles is mooi, glad en zacht afgewerkt en het is opvallend hoe weinig knopjes er op de middenconsole zitten. Dat zorgt voor innerlijke rust enerzijds en geen ongemakkelijke haperingen die meteen de hersenen zouden kwellen met de vraag: “Wat heb ik nu weer veranderd en hoe krijg ik het weg?”. Het infotainmentsysteem oogt wat simpel, maar is duidelijk en makkelijk te gebruiken, behalve aan de bovenkant van het scherm waar het dashboard wat over het scherm helt. Ook het schermpje tussen toerentalmeter en de benzinemeter, oogt wat donker en droog, maar bon.
Rode lap
We zijn uiteraard razendbenieuwd hoe de Insignia het doet op de weg, en of hij in de buurt komt van de Corsa die weergaloos was. De wagen heeft een Tour-, Normaal-, en Sportstand en een plusje naar de slimme AWD-stand Competition dat een klein finishvlagje op het scherm tovert en uiteraard als een rode lap op een stier werkt. We hielden het grotendeels in de laatste twee standen, omdat het meerverbruik best meeviel (wat ongeveer rond 8,5 liter/100km schommelt) en het rijgedrag en -gevoel toch wel aanzienlijk leuker was, zonder allerminst aan comfort in te boeten. De wagen staat goed en stevig afgeveerd, zonder dat het al te hard overkomt.De voorbije jaren zijn we zelden overtuigd geraakt door automatische versnellingsbakken en ook deze heeft het wat moeilijk om de juiste trap te vinden, zeker bij het sportief opschakelen na een korte bocht waar de Insignia in zijn zoektocht zich wat zou durven vergalloperen met wat onderstuur. Zelfs als die op de vier wielen trekt. Manueel schakelen verloopt eerder gestaag en is best wel moeilijk omdat de wagen heel stil en zo goed als schokloos schakelt, waardoor je zelden weet in welke versnelling je zit. Voor wie wil toeren en cruisen is dat een absolute plus, maar de GSi nodigt wel uit tot meer dan dat.
Voor de rest doet de Insignia het echter perfect. Uiteraard voel je dat je met meer lengte en gewicht op baan bent dan met de Corsa, maar het rijplezier blijft gegarandeerd. We hadden wel het gevoel dat de draaicirkel wat wijd stond, wat het sportieve karakter op een bochtig parcours wat wegneemt. Maar dat wordt gecompenseerd door een uitstekende wegligging op elk soort traject. Hij hoeft echt niet onder te doen voor de ‘ouwe’ Skoda Octavia RS en is minstens even geinig (al helpt de slimme AWD uiteraard wel, maar daar hadden ze bij de concurrentie dan ook maar aan moeten denken). Hier kun je echt overal mee terecht.
Billy
Waarom zien we deze wagen dan amper in het verkeer opduiken als er amper minpuntjes te noemen zijn, ook al hebben we er flink naar gezocht? Zeker als je ziet hoeveel Octavia’s er opduiken. Er is een stevige meerprijs, maar een richtprijs rond 50K (al heb je voor die prijs wel bijna twee Ford Focus Break ST-lines mee) is best wel te verantwoorden voor een wagen die het beste van twee werelden combineert. Een wagen die plezier geeft, die mooi oogt, die comfort biedt en met de ruimte om een half schap Billykasten op te halen in de Ikea. Daar moet toch een publiek voor zijn? Het autoverkeer zou alvast gebaat zijn met een beetje meer GSi in het straatbeeld. Had ik wat meer centen te geef, dan zou ik daar graag toe bijdragen.Foto's: Sandro Delaere
Tweet