Frankrijk: Wordt Lohéac de laatste wedstrijd van Michaël De Keersmaecker?
De topteams kregen al een tijdlang ondersteuning van constructeurs, maar nu die effectief op het voorplan treden is het WK voorlopig een driestrijd tussen Volkswagen, Audi en Peugeot. Ford, Renault en Hyundai kunnen amper aanklampen en pakken een plaats in de finale indien een van de voormelde merken een steek laat vallen. Die lijn wordt zichtbaar doorgetrokken naar het EK RX.
Cijfers liegen niet
We zijn zeven wedstrijden ver en dus waren er in totaal al 42 finaleplaatsen te verdelen. De drie topmerken Volkswagen, Audi en Peugeot die samen, als we Kevin Hansen er bijtellen, zeven piloten huisvesten, waren goed voor 38 finaleplaatsen. Alleen Niclas Grönholm (Hyundai i20), Guerlain Chicherit (Renault Mégane MK4), Jérôme Grosset-Janin (Renault Mégane MK4) en Janis Baumanis (Ford Fiesta MK7) mochten elk eenmaal aanschuiven in de finale met een derde plaats voor Grosset-Janin als beste resultaat, nota bene met een wagen die gebouwd werd in de ateliers van Prodrive. Andere toppers zoals ex-Europees kampioen Timerzyanov, Eriksson of Larsson kwamen nog niet in de buurt. En dat op een deelnemersveld van amper vijftien reguliere rijders. Ook Grosset-Janin stapt uit het circus, maar niet onmiddellijk om dezelfde reden als De Keersmaecker.
Europees gaat dezelfde weg op
Ook in het Europees kampioenschap, waarin Michaël De Keersmaecker met zijn Ford Fiesta dacht een kandidaat te zijn voor de halve finales, is er geen kruid gewassen tegen het ex- en huidig fabrieksmateriaal. Zelfs de razendsnelle VW Beetles uit het team van Per Eklund kunnen geen top 10-noteringen voorleggen.
Michaël De Keersmaecker: “Het is moeilijk om een uitleg te geven die niet dubbelzinnig zal overkomen bij lezers die de rallycross niet door en door kennen zoals wij die ervaren. De ingenieurs van de motorbouwers krijgen hun opdrachten en wij zijn geen baas meer over ons eigen materiaal. Ingenieurs van motorbouwers verkassen naar andere teams die meer motoren bestellen en dan ervaren we dat de motor niet op het volle vermogen staat, zogezegd om die te sparen. En dat ondanks onze vraag om het volledige potentieel te kunnen benutten. Ik wens hier geen verdere uitleg over te geven omdat ze toch altijd wel een verklaring achter de hand hebben na een mindere prestatie. Het blijft vechten tegen de bierkaai en er is geen plaats meer voor de pure amateur."
"Ik ben in ieder geval niet trager geworden en dat bewees ik onlangs met een finale in het Frans kampioenschap, in een veld van 23 wagens. Maar het topmateriaal is gewoon niet voorhanden of is waanzinnig duur. En huren is ook al geen optie, aangezien je ook dan mogelijk een afdankertje in handen krijgt voor waanzinnig veel geld. Als je dan ziet dat een Peter Hedström, met wie ik destijds mooie gevechten leverde en ervan kon winnen, telkens in de finale staat en vierde ligt in het kampioenschap na kleppers als Nitiss, Marklund en Raymond, kom je tot het besef dat het niet aan de piloot ligt. Daarenboven fungeert Raymond als testpiloot bij Peugeot en krijgt hij altijd topmateriaal van de fabriek onder de bips geschoven."
"Neem er dan nog eens bij dat nu ook tweevoudig Super1600-kampioen Krisztian Szabo in Frankrijk komt aandraven met een Audi S1 van EKS terwijl ook RX2-toprijder Sondre Evjen in Letland een VW Polo zal bemannen. Dat resulteert in het feit dat de budgetten niet meer doorslaggevend zijn, maar wel in welk team je rijdt. Als ik bijvoorbeeld morgen meer budget zou hebben, is het bijlange niet zeker dat de prestaties zullen volgen. Het is genoeg geweest en we zetten de wagen te koop of te huur. Binnen een nationaal kampioenschap is de Fiesta een heel degelijke wagen met een goede basis. Maar ikzelf een volledig Frans kampioenschap betwisten, dat zie ik echt niet zitten. Het heeft geen enkele waarde in België en kost bovendien ook handenvol geld en tijd. En gezien mijn dochter Juna momenteel goed scoort in de paardensport is tijd ook schaars geworden”.
Gaat de helm definitief aan de wilgen?
“Daarvoor is de liefde voor de autosport te groot, vrees ik. Twintig seizoenen veeg je zomaar niet weg en mogelijk duik ik opnieuw op voor een of meerdere wedstrijden in België bij de Supernationals of op circuit in de Belcar. Zonder stress, vaste agenda of vast kampioenschap. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, we zien wel”, besluit De Keersmaecker.
Foto's: Johnny Loix
Tweet