Limburgs consortium presenteert Formulino E elektrische eenzitter

De elektrische racerij heeft de laatste jaren een sterke groei gekend qua aandacht en de oprichting van de Formule E en meer recent de Electric GT waar men met Tesla's racet, is daar niet vreemd aan. In tegenstelling tot de reguliere eenzitterij, kent men binnen de elektische formuleracerij geen autosportladder met opstapklassen. Een Limburgs consortium met onder meer ProSpeed, Punch Powertrain en ACT met ex-Circuit Zolder directeur Thierry Deflandre aan het hoofd wil daar nu verandering in brengen met de Formulino E.

Autosport.be sprak met Thierry Deflandre en Rudi Penders, twee heren die respectievelijk de commerciële en de technische kant van het verhaal mee helpen vorm geven. "Het idee is niet nieuw", trapt Deflandre het gesprek op gang. "Reeds toen ik Algemeen Directeur was te Circuit Zolder zocht ik naar manieren om de 100 'gesloten dagen' (o.w.v. geluidslimieten n.v.d.r.) een invulling te kunnen geven. Terugblikkend op de Pilette Racing school van wijlen André Pilette te Zolder, zag ik een mogelijke oplossing. Zulk concept opnieuw leven inblazen was zakelijk redelijk moeilijk haalbaar, vanwege de kosten die ermee gemoeid zijn. De Dag van vandaag is de grote kost bij bijvoorbeeld een Formula Renault 2.0 niet zo zeer de kost van de wagen, maar wel de kost van de track time. Als je vervolgens die dagen waaraan een circuit moeilijk invulling kan geven kan gebruiken voor bijvoorbeeld een elektrische single seater academy, dan heb je terug een mooi verhaal."

Ook op technisch vlak was het tot nu toe een kwestie van talent vinden en combineren. "Wij hebben in eerste instantie getracht Europese subsidies te verkrijgen, maar dat is niet gelukt", gaat Deflandre verder. "Vervolgens hebben we een consortium gebouwd met mensen als Jos Claes van Dallara, Rudi Penders van ProSpeed en Miguel D'Haens van Punch Powertrain. Je kan wel stellen dat er een sterk Limburgs gevoel in deze gehele combinatie zit, waarbij iedereen zijn steentje heeft bijgedragen naar eigen specialiteit toe."

"Dat is inderdaad het mooie van dit project, iedereen vindt er zijn ding in terug en alle partijen hadden dezelfde visie", valt Rudi Penders zijn collega bij. "Dallara leverde ons de auto aan, Punch is de ontwerper van de elektrische aandrijving (elektrische motor, inverter, batterij) en voor hen is het natuurlijk een technologische showcase, terwijl wij met ProSpeed ook op meerdere vlakken actief zijn waarbij we zowel de sportieve insteek hebben, maar ook de assemblage van het voertuig doen en de testen uitvoeren."

"Die eerste testen zijn belangrijk, maar langs de andere kant ook slechts een beginpunt", blikt Deflandre nuchter terug. "Afgelopen zaterdag hebben we, letterlijk, de eerste meters gereden en deze week maandag hebben we een achttal ronden op Circuit Zolder afgelegd. De opgedane ervaring gaan we nu analyseren, waarna we de volgende stappen kunnen zetten. Qua commercialisatie kijk ik in twee richtingen. Enerzijds zie ik een kans voor promotoren om 16 à 20 wagens te kopen en vervolgens een kampioenschap op te richten; voor die piste hebben we zelfs al concrete interesse van een Aziatische promotor. Een tweede optie is dat racescholen een drie à vier stuks aanschaffen en wij als promotor een soort van grote finale houden op het einde van het jaar."

"Zeer belangrijk om in dit verhaal te benadrukken, is evenwel de prijs. Ik hoop dat we het ganse pakket onder de 80.000 euro kunnen aanbieden, maar dat is momenteel koffiedik kijken. Het streefdoel is evenwel een goedkope formule. Om dat te behalen hebben we ons in eerste instantie gericht op een bewezen chassis, de Formule 3-specificatie van Dallara van een aantal jaren geleden; die is veilig, maar zeer toegankelijk qua prijs."

"Ook belangrijk is dat we niet vastzitten qua concept", sprint Penders Deflandre bij. "We gebruiken de ervaring van Dallara, welke een zeer efficiënte wagen heeft geproduceerd die licht en eenvoudig is opgebouwd en daarnaast alle veiligheidstesten heeft doorstaan. De hulp van Jos Claes daarbij is niet te miskennen. Die bolide is evenwel de basis, wij kunnen bepalen of we de wagen met of zonder vleugel laten rijden, of we er een motor van 120 kilowatt, circa 165pk, of een van 200 kilowatt in monteren. Zelfs een battery swap is voorzien; momenteel lukt dat in 2 minuten tijd, maar als een competitie dit principe wil toepassen, zie ik die tijd zakken tot één minuut, misschien zelfs sneller. Dat brengt je meteen ook bij één van de belangrijkste punten, we bevinden ons op onbekend terrein. Dit is een tamelijk nieuw domein voor de FIA en er bestaan quasi nog geen regels. We moeten samen met de chassis-constructeurs, de mensen van de aandrijving en de FIA werken aan een goede regelgeving.

Foto's: Martijn Wouters & Formulina E