24H Spa: Mercedes in 24 Uren van Francorchamps: van 1964 geleden…
Onder invloed van het succes van de door Paul Frère gelanceerde Toerwagen-formule, kozen heel wat merken voor een afvaardiging in de Ardennen. Zo niet Mercedes. Pas na een zeer bescheiden 28ste plaats van de 250 S van het duo Leysieffer-Eck in ’68, pakte Daimler Benz AG in ’69 zwaar uit met liefst drie Mercedessen 300 SEL voor sterduo’s Ickx-Hermann, Aaltonen-Glemser en Ahrens-Waxenberger. Maar problemen met de banden – die niet bestand waren tegen het zware gewicht van de 300 en tijdens voorbereidende tests op de Nürburgring ontploften – en wellicht geholpen door het terugkerende beeld van het ongeval in Le Mans in ’55, deed Mercedes beslissen om de drie auto’s terug te trekken…
Porsche won dat jaar voor de derde keer de 24 Uren, maar het zou ook voor hen een afscheid worden. Dat had evenwel alles te maken met de gewijzigde reglementering: de 911 voldeed immers niet langer aan de (nieuwe) reglementen, waarbij een “toerwagen” over 4 plaatsen diende te beschikken. Het zou wachten zijn tot 1989 vooraleer een Porsche opnieuw aan de start kon verschijnen van de 24 Uren van Spa…
Terug naar Mercedes. In 1971 was AMG - wat staat voor de A van Hans Werner Aufrecht, nog steeds actief, zijn toenmalige vennoot Eberhard Melcher en Grospach, de naam van de geboorteplaats van Aufrecht – nog een onafhankelijke tuner en kwam het initiatief van hen om een 300 SEL te laten rijden in de 24 Uren. Ondanks een hoog verbruik en snel slijtende banden, slaagden Hans Heyer en Clemens Schickentanz erin om het bakbeest naar een 3de plaats te loodsen. Toen Mass-Birell, in de tweede fabrieks-Capri, dienden op te geven, schoof de 300 SEL op naar een verrassende 2de plaats, op drie ronden van de winnende Capri van Glemser-Soler Roig.
Nadien bleef het stil bij de constructeur uit Stuttgart. Tenzij (Belgische) privé initiatieven zoals de 450 Emilio, in de kleuren van Marlboro, voor Bernard De Dryver-Bernard Carlier-Alain Corbisier, die zich in ’77 niet kon kwalificeren, of de automatisch geschakelde 450 ingezet door Serge Power en Claude Bourgoignie in ’82, en dezelfde auto in ’83 maar dan met De Deyne-Duez.
Na de lancering in 1984 van de 190E – met een Mercedes-merkenrace tussen vedetten zoals Senna, Prost op de hertekende Nürburgring – keerde Mercedes uiteindelijk terug naar de racerij, maar enkel in het DTM. Het was slechts via het Franse Snobeck Racing Service, het Duitse Carlsson en (opnieuw) Serge Power dat de 190E in ’86 te zien was in de 24 Uren, maar dan wél in Klasse 2 (met de BMW 325i als concurrent),
Bij SRS waren dat Snobeck-Cudini-Destic, Duez-Di Gioia-Vojtech reden voor Carlsson en De Dryver-Van Dalen (Thierry)-De Deyne kwamen uit onder de vlag van Monroe/Serge Power. Idem in ’87 voor Snobeck – met de nieuwe BMW M3 als tegenstrever, die meteen Spa won – en het genaamde AMG/Marko (van Helmut Marko, nu jeugdverantwoordelijke bij Red Bull F1) voor Peter Oberndorfer en ex-skikampioen Franz Klammer…
Achttien jaar na de 2de plaats van Heyer-Schickentanz, zagen we het logo van AMG opnieuw in de Belgische Ardennen. In ’89 rukte AMG immers uit met twee Mercedessen 500 SEC voor Ludwig-Cudini-Heyer en Heyer-Weis-Mertes. Hoewel de Mercedes 190 het in het DTM opnam tegen de BMW M3, verkoos AMG zich met de 190 te blijven concentreren op de Duitse competitie en werd de Coupé gebouwd in het vooruitzicht van deelname aan langestandsraces, zoals 24 Uren van de Nürburgring en dus Spa. Om toegelaten te worden tot de 24 Uren, dienden de organisatoren wel het reglement aan te passen. Na het door de FIA schrappen van het EK Toerisme, waarvoor Spa vanaf ’82 opnieuw had geteld, en om toch voldoende auto’s aan de start te krijgen voor de eerste 24 Uren buiten elk kampioenschap, zag men zich genoodzaakt alle mogelijke categorieën aan te trekken. In dat “patchwork” werd er daarom plaats gemaakt voor o.m. DTM-auto’s! Totdat Domingo Piedade, de toenmalige sterke man bij AMG, op de proppen kwam met de tot de verbeelding sprekende AMG Mercedes 500 SEC, die volgens de technische gegevens thuishoorde in de klasse… DTM! De klasse DTM werd daarop voor de 24 Uren verruimd tot meer dan 2.500cc…
Cudini-Ludwig-Heyer reden in 6de stelling toen zondagochtend omstreeks 11u25 de versnellingsbak het liet afweten. De andere 500 SEC verdween al op zaterdagavond in het opgeverspark.
In 2001 kozen de 24 Uren van Spa voor het FIA GT, en elf jaar later kondigde AMG de terugkeer aan naar de 24 Uren met de SLS.
KW
Foto's: KW & Paul Kooyman
Tweet